Pieter de Groot
De Kruk
Portret Pieter de Groot (DoorJ. Wzn. Derff)
Gillis van den Bempden wordt zijn koets uitgeholpen
(doorAnton Pieck)
De hofstede Boekenroode (de naam is afgeleid van de
beuken die nu nog steeds het bospark domineren) duikt
omstreeks 1580 in de archieven op. Omstreeks 1625 is
het in handen van Outgert Pietersz., oud-schepen van
Haarlem, die het door grondaankopen, uitbreidingen
en verfraaiingen opwaardeert tot een volwassen
buitenplaats.
Dit'welbetimmerde huis'kreeg in 1662 zijn eerste
bekende bewoner: Pieter de Groot, de tweede zoon
van Hugo, de wereldberoemde rechtsgeleerde en
boekenkistpassagier. De grote man was niet altijd even
gecharmeerd van deze in 1615 in Rotterdam geboren
zoon. Die had zijn uiterlijk ook niet mee; de arme jongen
was mank en pokdalig. Maar zijn vader vond hem ook
spilziek, wispelturig en eigenwijs. Overigens was Pieter
zelf ook niet zo tevreden over zijn levenswandel, zoals
blijkt uit het eerlijke gedicht dat hij maakte bij zijn
zestigste verjaardag (zie pag. 2).
Toch was hij geen mislukkeling, integendeel. Hij
studeerde rechten in Leiden, promoveerde in 1638 in
Orléans en vestigde zich als advocaat. In 1660 werd
hij pensionaris van Amsterdam, en van 1670 tot 1672
bekleedde hij datzelfde ambt (vergelijkbaar met
een gemeentesecretaris) in Rotterdam, waar hij ook
zitting nam in de vroedschap (soort van gemeentelijk
bestuurscollege-red).Tegelijk maakte hij naam als
diplomaat. In 1668 werd hij als ambassadeur naar
Zweden gestuurd, en in 1670 naar een nog belangrijkere
post: het hof van de Franse koning Lodewijk XIV, toen
al druk bezig met het beramen van een aanval op de
Nederlanden. De Groot kweet zich goed van deze
moeilijke taak; hij wist uitermate gevoelige informatie
door te spelen naar zijn Haagse opdrachtgever
raadpensionaris Johan de Witt.
Na diens treurige val in 1672 was het ook met
Pieters carrière gedaan. In 1675 kwam hij zelfs in de
Gevangenpoort terecht, verdacht van medeplichtigheid
aan de van hoogverraad beschuldigde diplomaat en
geheimagent Abraham de Wicquefort. Het lot van deze
merkwaardige avonturier, de pijnbank en levenslange
gevangenisstraf, wist Pieter maar nét te ontlopen.
Hij trok zich wijselijk terug op Boekenroode dat hij
aanmerkelijk had uitgebreid en verfraaid. Daar overleed
hij op 2 juni 1678.
Vijfjaar later verkochten de erven De Groot het goed
aan mr. Diederik Dix (1650-1719): schepen, raad
en burgemeester van Haarlem, gedeputeerde ter
Staten-Generaal, bewindhebber van de Oost-Indische
Compagnie, hoogbaljuw van Kennemerland enz. enz.,
maar verder geen opvallende figuur.
Dat kan niet gezegd worden van de man die
Boekenroode in 1734 van de erven Dix kocht: mr. Gillis
van den Bempden, alias'de Kruk'. De familie Van den
Bempden hoorde tot het'cabaal'(kliek) rond de families
www.onsbloemendaal.nl nr 3 najaar 2012 13