Jan van Eys Van Lennep Theepaviljoen bij Boekenroode, ca. 1840 gebouwd in opdracht van Pieter van Lennep (foto NHA 1996) Corver, Hooft en Six, dat in hetTweede Stadhouderloze Tijdperk (1702-1747) in Amsterdam de dienst uitmaakte. Gillis was een felle anti-orangist. De latere stadhouder Willem IV vond hij meer geschikt als tamboer dan als legeraanvoerder. Met hulp van zijn vrienden wist Van den Bempden in 1738 het lucratieve burgemeesterschap in de wacht te slepen. Dat maakte hem tot een machtig én schatrijk man. Behalve Boekenroode bezat hij een stadspaleis in de'Gouden Bocht' van de Herengracht (nu nr 481Hij hield er 10 dienstboden en 14 paarden op na, alsook een hooggeboren echtgenote: de Engelse aristocratendochter lady Catherine Grey, weduwe van een andere Amsterdamse regent, Jan Willem Trip, die haar als Leidse student had geschaakt. Ook in letterlijke zin was Gillis een man van gewicht. De bekende chroniqueur Jacob Bicker Raye beschrijft hem beeldend:"Hij was considerabel dik van lichaam en was' lam aan het ene been, zodat hij altoos, geholpen door twee knechts en met behulp van een stevige kruk, naar het stadhuis of elders geëscorteerd moest worden". Vandaar dus de bijnaam. Vermoedelijk mede als gevolg van zijn liederlijke levenswijze kwam de Kruk akelig aan zijn einde"na een langdurig en ellendig ongemak van waterzucht, dat hem aan de benen en op meer plaatsen van het lichaam door grote gaten ontliep". Dat was op 20 januari 1748. Acht maanden later ontsloeg de stadhouder (jawel, de'tamboer') alle leden van het cabaa! uit het Amsterdamse stadsbestuur. Lady Catherine erfde het aanzienlijke bedrag van fl. 200.000, waar ze niet lang van kon genieten: ze stierf enkele maanden later. Van de gedragingen (of misdragingen) van het echtpaar Van den Bempden op Boekenroode weten we niet veel; wél, dat in hun tijd verdere verbeteringen en uitbreidingen tot stand kwamen, onder meer een nieuwe brug over de Houtvaart die bestand was tegen zware karossen. Gillis liet de buitenplaats na aan zijn moeder Esther Elisabeth Tulp, die er tot haar dood in 1769 heeft gewoond. Daarna kwam het goed in het bezit van de Amsterdamse protonotarius (opper-notaris) Jonas Witsen, weer zo'n puissant rijke Herengrachtbewoner (nr 462), gehuwd met Anna Maria, dochter van de Levant-handelaar Jan van Marselis, Heer van Vogelenzang. Zijn erfgenamen verkochten Boekenroode in 1789 aan een andere, nóg rijkere Levant-koopman, Jan Nicolaas van Eys (1743-1818). Jan was een vooruitstrevend man, een kind van de Verlichting. Hij beijverde zich voor duinontginning en bevordering van de landbouw. Daartoe liet hij op grote schaal dennen aanplanten tegen de verstuiving van het duinzand, zoals in het nog bestaande Naaldenveld, en maakte de vochtige duinvalleien geschikt voor de veeteelt. Intussen verloor hij zijn eigen belangen niet uit het oog. Het grondbezit werd gestadig uitgebreid. In 1789 met Duin en Vaart, in 1797 met Groot en Klein Bentveld, in 1803 met Oosterduin. Daarmee werd Van Eys de grootste grondbezitter in Aerdenhout sinds de Heren van Brederode. Het park rond Boekenroode liet hij grondig reconstrueren, waarschijnlijk door de bekende tuinarchitect J.G.Michael. De "stijve rechte lanen naar den smaak dier tijden" werden veranderd in "kronkelende wandelingen en Engelsche partijen met waterkommen en beeken", zoals een tijdgenoot beschreef. Eén van Jans meer bescheiden bezittingen mag niet ongenoemd blijven. Omstreeks 1800 liet hij het voormalig jachthuisje de Koekkoek als woonhuis inrichten "voor een hem bevriende dame". Nog een eeuw later spraken oude Aerdenhouters over"het kooitje van het vogeltje van Van Eys". In 1818 overleed deze verdienstelijke vogelaar. Zijn hele fortuin liet hij na aan een jongen van 14, zijn achterkleinzoon Jacob Abraham van Lennep. Daarmee deed dat veelkoppige geslacht dat in de 19de eeuw zo'n belangrijk stempel zou drukken op het sociale leven in Kennemerland, zijn intrede op Boekenroode. Jacob Abraham was de enige zoon van Pieter (1780-1850), succesvol als koopman, reder en assuradeur, en, zoals meer Van Lennepen, een invloedrijke en progressieve bestuurder. Hij was onder meer medeoprichter van de Amsterdamsche Stoomboot Maatschappij. Met zijn gezin betrok Pieter van Lennep het erfgoed van zijn zoon en ook in deze omgeving was hij sociaal actief. Zo was hij lid van de Commissie Bloemendaalsche Negotie, ter bevordering van de ontwikkeling van 14 www.onsbioemendaal.nl nr3 najaar 2012

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2012 | | pagina 14