Volmeer Familie Luden-Van der Vliet In de zestiende eeuw lag er een vruchtbare vallei met weiden en boomgaarden. De schilder Maarten van Heemskerk kocht er een stuk duin Volmeer genaamd. Na zijn dood liet hij de grond na aan het Heilige Geesthuis te Haarlem. De opbrengst moest men gebruiken om tenminste twee plaatselijke geboren maagden aan de man te helpen. Deze maagden dienden echter wel te trouwen in de Sint Bavo waar Maarten zelf ook begraven lag. Waarschijnlijk was deze gedachte ingegeven door zijn tweede vrouw waarvan werd gezegd: "eene maagd, die reeds tot zekere jaren was gekomen en niet uitblonk door schoonheid of met groot verstand begaafd was, maar wier aantrekkelijkheid in rijkdom bestond." Al snel kocht Johan van Duyvenvoorde de grond en later kreeg Carel du Molijn, de grondlegger van Elswout, het in 1654 in zijn bezit. Vanaf dat moment was de Volmeer onderdeel van Elswout. De tuinbazen die op de Volmeer woonden, stonden bekend als uitmuntende kwekers van oranje- en citroenbomen. Het gebied met zijn bloeiende boomgaarden moet er prachtig hebben uitgezien. Helaas kreeg ook dit gebied last van de enorme duinverstuivingen veroorzaakt door een grote konijnenplaag. Nog voor 1710 lag alles onder het zand bedolven. Een boerderij houden op de Volmeer was niet meer mogelijk en het gebied werd volledig bij Elswout gevoegd. Slechts twee kleine boerderijtjes in de Volmeer bleven buiten het bezit van de eigenaren van Elswout. In een van deze hofstedes begon Jan Hendrik Koning begon rond 1745 een bedrijfje op het ondergestoven gebied. Men noemde die boerderij in de volksmond Koningshoeve of Koningshof. Waarschijnlijk is deze naam later op het gehele gebied overgegaan. Helaas kon hij de strijd met het zand niet winnen en moest hij zijn huisje verkopen. De laatste twee boederijtjes kocht Willem Borski II op 4 maart 1871 voor fl. 17.000. Dit was de laatste keer dat de naam Volmeer in een officieel stuk voor kwam. Jaren bleef het gebied onderdeel van Elswout. Toen Mathilde Wilhelmine Johanna Jacoba van der Vliet (1857-1942) met haar man Johannes Luden (1857- 1940) van Amsterdam naar haar geboorteplaats wilde verhuizen, kreeg zij de grond van de Koningshof. Mathilde was kleindochter van Willem Borski II en haar 6 www.onsbloemendaal.nl nr 3 najaar 2012

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2012 | | pagina 6