Paradijs: Middenduin Nelleke Noordervliet 12 www.onsbloemendaal.nl nr. 2 zomer 2014 Nelleke Noordervliet In 1997 verscheen Nelleke Noordervliets roman Uit het Paradijs. Het boek beleefde tien drukkenwerd in het Duits vertaald en genomineerd voor de Libris Literatuurprijs 1998. Hieronder beschrijft zij hoe de omgeving van Overveen haar inspireerde bij het schrijven van de roman. Middenduin is het mooiste en intiemste duingebied dat ik ken. Ik woonde er vlakbij op de Ruysdaelweg, hoek Militairenweg, in Overveen en ik ging er graag wandelen. Ofwel via de ingang aan de Duinlustweg, ofwel via de Tetterodeweg. De natte duinvallei in het hart van het gebied is van een grote schoonheid en rust. Kom je van de Tetterodeweg dan kijk je er bovenop. Dat het zand ooit is afgegraven en afgevoerd voor de fundering van huizen doet niets af aan de indruk die het intense groen maakt. Op de duinrand langs de Zanderijvaart staan een paar huizen. Ze zijn via een zandig pad bereikbaar. Hoewel ik zelf niet vervelend woonde, leek het bezit van een van die huizen me toch wel buitengewoon prettig. Rustig en toch niet ver van de bewoonde wereld. Heerlijk op de zon. Een paradijs. www.onsbloemendaal.nl nr. 2 zomer 2014 Het Middenduin in Overveen (foto Marie-Christine Marres) David Berk Die gedachte diende me tot inspiratie voor een roman. Het zou de geschiedenis zijn van David Berk, een tekenaar, die zijn jeugd doorbracht in een van die huizen. Door de verhouding die zijn moeder begon met een Belgische playboy, die ze volgde naar Brussel, werd David Berk verdreven van zijn geliefde Middenduin, zijn paradijs. De titel van de roman laat zich raden: Uit het paradijs. Door de dood van zijn vader en van een tante die het huis heeft bewoond, valt David Berk het paradijs van zijn jeugd weer toe. Met een halfbroer gaat hij het bekijken. De herinneringen wellen op: 'Ik moet een beslissing nemen over het huis van mijn vader Ik heb naar de muren gekeken en naar de ramen en de daklijsten en onder de kozijnen, en ik heb er gestaan op een avond in mei toen de nachtlucht diepblauw was en toen heb ik serieus geprobeerd het huis te bezielen, maar het bleef goddank dood. Ik heb in gepaste mate mijn zonnige jeugd herbeleefd, het album met foto's van hoe het toen was doorgebladerd, kiekjes van negen bij zes met witte gekartelde rand, piepkleine schilderijtjes, geverfd met licht. Dat ben ik echt, die kleuter, het haar opgeschoren, een gebreid truitje aan, de ogen geknepen tegen de zon, een schep in de hand, zojuist het huis uitgelopen op weg naar het strand. Hij vraagt zich af: 'Heb ik trek in dat huis? Wie wil het niet: een huis in het oude duin, via een zandpad bereikbaar, de geur van de zee in de lucht en een zee van varens onder de bomen, de stad in de buurt.'

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2014 | | pagina 12