www.onsbloemendaal.nl nr. 2 zomer 2014 Godfried Bomans verkleed als Dickens Bloemendaal en in het bijzonder Kraantje Lek - met zijsprongen naar de etablissementen De Rusthoek, Roozendaal, Het Wapen van Kennemerland en Vreeburg - was en is nog steeds gastheer van het literaire genootschap de Haarlem Branch, de enige Nederlandse afdeling van de in 1912 in Engeland opgerichte International Dickens Fellowship. Over de hele wereld zijn afdelingen van de Dickens Fellowship; het Haarlemse genootschap is nummer 142. Niet verbazingwekkend dat Bloemendaal het centrum van de wereld van deze Haarlem Branch is; het was immers een Bloemendaler, Godfried Bomans, wiens naam onlosmakelijk aan deze club verbonden is en die haar samen met de Haarlemse architect Nico Andriessen op 8 december 1956 in datzelfde Kraantje Lek heeft opgericht. Drie keer per jaar komt het genootschap er bijeen en een vierde keer - bij de kerstbijeenkomst - in de Haarlemse sociëteit 'Trou moet blijcken. In 1970 - 100 jaar na de dood van Charles Dickens- bezocht ik in Londen voor het eerst de internationale Annual Conference. In 2012 was ik op de conferentie in Portsmouth, waar Dickens 200 jaar eerder werd geboren. Romans en shows Oud werd Dickens niet. Hij overleed op dezelfde leeftijd als zijn bewonderaar Godfried Bomans, 57 jaar. Die jaren telden echter voor een veelvoud ervan, een leven dat 'has the life and soul of fifty human beings', zoals de essayist Leigh Hunt over Dickens zegt. Met A Christmas Carol (1843) creëert Dickens een nieuw literair genre, hij vindt de seriële roman uit, is journalist, parlementair - en rechtbankverslaggever, debuteert als succesvol schrijver op zijn 21ste, speelt begaafd toneel, schrijft veertien grote romans, schept meer dan duizend romankarakters, is een groot spreker en voorlezer uit eigen werk in minstens 471 one man shows. Dickens wordt bekritiseerd vanwege zijn melodrama, maar de tranen vloeien ook echt bij de lezer en dat krijgen maar weinig schrijvers voor elkaar. Hij wordt ook geprezen om zijn maatschappelijke betrokkenheid, verbeelding, humor en filmische stijl en hij is een groot voorbeeld voor schrijvers als John Irving, Borges, Nabokov, Tom Wolfe, Stefan Brijs, Maarten 't Hart en natuurlijk voor Bomans' Pieter Bas (1936). Bomans was zo'n groot bewonderaar van Dickens dat hij zich ook inspande voor de vertaling van diens gehele werk in de Prisma serie. Twaalf jaar deed hij zelf over de vertaling van The Pickwick Papers, die in 1952 verscheen. Wanneer we de werken van Mao overslaan, staat Dickens' roman A Tale of Two Cities (1859) op de derde plaats van 's werelds meest verkochte boeken na de Bijbel en de Koran. 'Too much talent for his genius', zoals de Amerikaan Ralph Waldo Emerson schrijft. Dickens en recht, dokters, jeugd, gevangeniswezen De Haarlem Branch heeft een eigen tijdschrift, The Dutch Dickensian en organiseert interessante en vaak vrolijke lezingen. De voorraad onderwerpen daarvoor is onuitputtelijk. Dickens zelf heeft de methodiek voor het genereren van onderwerpen bedacht. In The Pickwick Papers (1836) legt Pott, www.onsbloemendaal.nl nr. 2 zomer 2014 B I L S I IJ M P S Z IJ N M. E R K hoofdredacteur van de Eatanswill Gazette, aan Pickwick uit hoe zijn redacteur met behulp van de Encyclopaedia Britannica een artikel produceert over Chinese metafysica. "'He read, Sir,' rejoined Pott, laying his hand on Mr. Pickwick's knee, and looking round with a smile of intellectual superiority, - 'he read for metaphysics under the letter M and for China under the letter C, and combined this information, Sir!"'. En inderdaad, dat werkt! Kraantje Lek is getuige geweest van, om slechts enkele te noemen, lezingen over Dickens en het recht/ dokters/ jeugd/ gevangeniswezen/ opvoeding/onderwijs/ democratie/ de koloniën/ soap/ geld/ Verdi/ De Tocqueville/ Van Gogh enz.. Een 'oudheidkundige vondst' De vrolijkheid bij de bijeenkomsten in Kraantje Lek neemt soms hilarische vormen aan. In het Engeland van Dickens werden veel Romeinse en andere antieke opgravingen gedaan, soms van twijfelachtige herkomst, waarmee Dickens in The Pickwick Papers (1836) de draak steekt. Op een tekening van de illustrator van Dickens' werk, Phiz (pseudoniem van Hablot K. Browne) zijn vier heren te zien die een enorme 'oudheidkundige vondst' doen, een steen met inscriptie, terwijl ze worden gadegeslagen door een boer, die zijn naam Bill Stump op de steen heeft gezet, die hij daarna heeft ingegraven. Zijn gelaatsuitdrukking verraadt wat hij denkt: 'De heren zijn gek. De steen was oud, maar wat er op staat heb ik zelf in verloren ogenblik aangebracht. De tweede L. bij Bill hoor je niet, dus die heb ik maar weggelaten. De steen was wat smalletjes, vandaar. Op zaterdagmiddag 14 juni 1986 speelde de Haarlem Branch dit tafereel na. De heer Aaronson van Kraantje Lek was zo vriendelijk ons via een geheim hek toegang te geven tot Landgoed Elswout tegenover Kraantje Lek. Er steekt een steen uit de grond omhoog. Voorzichtig wordt hij met een zakdoek schoon geveegd. We zien een kruisje en enkele letters. Een antieke inscriptie? Romeins, middeleeuws, de Franse tijd? Elswout heeft een eerbiedwaardige geschiedenis. Het zou zomaar kunnen. De steen wordt triomfantelijk opgegraven en in optocht naar Kraantje Lek vervoerd alwaar het viertal, teruggekeerd in de boezem van het genootschap, de inscriptie van talloze commentaren en uitleg voorziet. Een waarlijk oudheidkundige vondst, een vermelding in Ons Bloemendaal waardig! Het raam van Oliver Twist De verbeelding van de vondst zegt tevens iets over de opgewekte stemming in de club en over Dickens' vermogen iets zo levendig te beschrijven dat het werkelijkheid wordt. Dat leidt tot de eigenaardige gewoonte om in het Charles Dickens Museum in London het raam te laten zien waar Oliver Twist door heeft gekeken. Onder Dickensians kan ook lang worden gediscussieerd over de vraag welke hoed Pickwick moet hebben gedragen. En waarom zou niet alles echt gebeurd zijn? Wellicht geïnspireerd door Dickens meldde ook The New York Times in 1895 een zogenaamde oudheidkundige vondst: een steen opgegraven in een steengroeve bij Parijs met een eveneens tot diepgaande academische debatten leidende inscriptie:

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2014 | | pagina 16