M Plus en Min x www.onsbloemendaal.nl nr. 3 herfst 2014 De Doktersdrift is vernoemd naar de laatste jachtpachter van dit gebied, dokter S. Posthuma. Het Hardenbroekerpropje is genoemd naar Mr. K.J.G. Baron van Hardenbroek (1890-1963), burgemeester van Bennebroek, die vele jaren in het duin gejaagd heeft. Bij dit propje, een klein dicht struweel, schoot hij ooit op één drift twee doubletten. Men schiet een doublet wanneer men in één zwaai de twee hagelpatronen uit het dubbelloops geweer afvuurt en daarmee twee vogels raakt. Eén doublet schieten is in jagerskringen al een bijzonderheid; twee doubletten maken de jager eeuwig beroemd. Van Hardenbroek werd in 1934 voorzitter van NIMROD, de schietvereniging van Kennemerland, en later zelfs van de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging. In 1930 pleitte hij in de Nederlandse Jager om tijdens drijfjachten op hazen, vooral "gezond fokmateriaal in voldoende hoeveelheid" te sparen. "Men jage daarom een hazendrift maar eens per jaar, terwijl het aanbeveling verdient om hier en daar een perceel te laten liggen. Tevens is het noodzakelijk dat op iedere drift een aantal hazen onbeschoten kunnen ontkomen" Voor konijnen gold dat niet. Die moest men tot begin april fel bejagen want bij een "ingezakte" stand waren de daaropvolgende worpen groter. Het Van Heeckeren's Pannetje: "Van Heeckeren" wordt in de nalatenschap van Frans van den Berg tweemaal genoemd; gaat het dan om één en dezelfde persoon? In elk geval werd een Van Heeckeren, na een Indische periode, door De Favauge uitgenodigd voor een jachtpartij. Bij dit pannetje schoot hij een bijzonder tableau! Mogelijk betrof het Mr. C.W. baron van Heeckeren, bewoner van het huis Endymion te Bloemendaal. Ongelukjes Wie een geweer hanteert, kan wel eens mis schieten. In het Schorelbosje schoot een zekere Schorel per ongeluk op de drijvers in. Die lopen immers naar de jagers toe terwijl ze het wild opjagen. De jager moet de opvliegende fazanten uit de lucht halen met het geweer omhoog gericht. Een horizontaal schot kan dus echt niet! Mees z'n bosje kreeg deze naam in 1933 na een jachtongeval. De 70 jaar oude P Dorhout Mees schoot per ongeluk in de richting van de toen nog jonge jachthulp Engel van der Meulen. "Eén korrel in mijn linker wenkbrauw en een gaatje in mijn hoed. Dat was dus na an!" schreef hij later in één van zijn verhalen uit Mijn oude voerzak. Jachtopzichters, stropers en lichtbakketen De Ome Janneberg is genoemd naar Jan van Honschooten, bijgenaamd Ome Jan. Hij was jachtopzichter bij de families De Favauge en Quarles van Ufford, eigenaren van het Zandvoorts duin. Van ca. 1948 tot ca. 1960 stond op deze top een lichtbakkeet. Op de Keeteberg stond de lichtbakkeet van de jachtopzichters Kees en Piet Duivenvoorden. Het was een nogal primitief onderkomen, gemaakt van hout en rietmatten. Anderhalf bij twee meter, een bank en een potkachel, een kist met in beslag genomen koperdraad, sprenkels en een lantaarn. In elke wand een raampje met een schuife ervoor. De lichtbak was een sterke lamp die stropers 's nachts gebruikten. Konijnen, door het licht verblind, kunnen niet vluchten en waren dan een gemakkelijk doelwit. Vanuit de lichtbakkeet kon de jachtopzichter de bewegingen van de stroper nauwkeurig volgen. De keet is kort na de Tweede Wereldoorlog afgebroken. Eén keet is nog te zien in het bosgedeelte met dezelfde naam: Schuil en Rust. Geen lichtbakkeet maar een onderkomen voor jagers en drijvers. Naast het voeren van fazanten en het regelen van jachtdagen moest een jachtopzichter vooral de stroperij beteugelen. Het aanhouden van stropers was niet zonder gevaar! In de zeereep, net ten noorden van het Tilanuspad, ligt het Vlakje van Jan de Weers. In 1931 werd Jan de Weers daar betrapt op stroperij. Toen Engel van Honschooten zich bukte om een strik op te trekken, stak Jan hem met een mes in de rug. Engel lag daarna twee weken in de Mariastichting. Jan de Weers kreeg hiervoor twee jaar gevangenisstraf. Overigens moesten ook jachtopzichters oefenen met het geweer, namelijk bij de Berg van Mikwel. Mikwel was tot 1940 een schietbaantje voor zich in het mikken bekwamende jachtopzichters. De berg fungeerde als kogelvanger. De vinkenbaan in het Renbaanveld De oude Vinkenbaan is geen veldnaam; daar heeft daadwerkelijk een vinkenbaan gestaan, compleet met vinkershuis. Hij is in 1894 aangelegd door R. De Favauge, de jachtheer van het Renbaanveld. Tot en met 1911 zijn daar iedere herfst tijdens de vogeltrek vinken gevangen. Nadat het duingebied was aangekocht door de gemeente Amsterdam, is besloten het vinkershuisje te doneren aan het Open Luchtmuseum. Het transport naar Arnhem vond in 1932 plaats en tot op heden is het vinkershuis daar te bewonderen. In het artikel over Zeerust (pag.17) is de foto van het interieur te zien, met daarin de attributen die afkomstig waren van die baan. In dat ene huisje zijn dus de restanten van twee "Amsterdamse" vinkenbanen gecombineerd. www.onsbloemendaal.nl nr. 2 zomer 2014 25 Heeft u zelf een goede suggestie voor een of - e-mail met foto en tekst naar redactie@onsbloemendaal.nl Bij de ingang van het Kinheimpark aan de lepenlaan wordt het linker toegangsbeeld lelijk ontsierd door een telefoonhuisje (met PTT erop). Bovendien is het storende 'huisje' met graffiti beklad. Het vinkenhuisje op het terrein van Oud Aelbertsberg, achter het meertje van Caprera bij de hockeyvelden, is volledig gerestaureerd Gerestaureerde hooiberg Veen en Duin

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2014 | | pagina 24