Herinneringen van Octavie Gall
aan de Oosterduinweg 256 in Aerdenhout
30 www.onsbloemendaal.nl nr. 3 herfst 2014
Oosterduinweg 256
Het gezin Gall, met Octavie in het midden tussen haar ouders
Paulanha van den Berg-Diamant
Octavie Gall (1921) meldde zich bij de huidige bewoners van de Oosterduinweg 256met de vraag
of zij haar ouderlijk huis nog eens mocht komen bezoeken. Geert en Corque Lycklama a Nijeholt
nodigden haar op een zonnige zaterdagochtend gastvrij uit in hun huis en zij betrokken de redactie
van Ons Bloemendaal er ook bij.
Het gezin
Octavie Gall is geboren in Amsterdam en
heeft ongeveer van haar 5de tot haar 20ste
op de Oosterduinweg 256 gewoond. Dat is
van 1926 tot 1941 geweest.
Het gezin Gall bestond uit negen kinderen, zeven jongens
en twee meisjes. Octavie was de jongste en is nu de enige
overblijvende van het gezin. Bij zo'n groot gezin moet veel
voedsel ingekocht worden: twee kruideniers kwamen om
de beurt de boodschappen brengen met paard en kar.
Soms was er een leverancier zelfs met een hondenkar. Als
er logés waren in het weekend bezorgde de bakker wel
veertien tot zestien broden.
Occa's jeugd
Als jongste vond haar moeder het gezellig met
Octavie, roepnaam Occa, in huis. Zij ging daarom
niet naar de kleuterschool, die toen nog
bewaarschool heette.
Zij fietste vanuit Aerdenhout naar het gymnasium
Santa Maria, dat gehuisvest was aan de Dreef in
Haarlem. Het was een nieuwe school, een jaar eerder
opgericht door nonnen met als rectrix een lid van de
toen bekende familie Molkenboer.
Zij heeft goede herinneringen aan de bezoeken aan
Thijsse's Hof evenals het sparen van de plaatjes van de
Verkade albums. De Blauwe Tram met een halte bij de
Rijnegomlaan staat haar levendig voor ogen.
www.onsbloemendaal.nl nr. 3 herfst 2014
Gall Gall
Als kleindochter van de oprichter van de wijnhandel
Gall Gall is Octavie betrokken bij het 130-jarig
bestaan van het bedrijf. In een jubileum uitgave zal
een interview met haar staan, als enige nabestaande
van de oprichters. Het bedrijf is nu in handen van
Koninklijke Ahold N.V. De eerste zaken waren op
de Ceintuurbaan en in de Ferdinand Bolstraat in
Amsterdam. Het bedrijf is opgericht door haar
grootmoeder. Er waren vijf kinderen voor wie zij na
de dood van haar man moest zorgen. Het bedrijf is
daarna voortgezet door twee zoons. Een daarvan was
Occa's vader.
Marius Bauerlaan. Hier tegenover was toentertijd de
tramhalte van de Blauwe Tram die van Zandvoort
naar Amsterdam reed. Er staat nu een kleinschalig
appartementencomplex. De Van Riemsdijken waren
goede bekenden maar geen vrienden. "Zij behoorden
tot de kliek van adellijke mensen, en daar hoorden wij
niet bij"!
De oorlogstijd
In de oorlog werd het huis in beslag genomen door de
Duitsers en kwamen Occa en haar ouders terecht bij
familie in Haarlem en later in Bentveld. Zij zouden niet
meer naar dit huis terugkeren.
Haar vader Jan P.T.H. Gall was ook kunstschilder en had
een atelier op de zolder van het Aerdenhoutse huis.
Zijn zakelijke partner was zijn broer Herman Gall,
dus een oom van Occa.
Het huis
Het huis aan de Oosterduinweg 256
heet Valentine en het aanpalende
huis draagt de naam Elvire. Deze
namen staan boven aan de
voorkant maar zijn nu niet of
nauwelijks meer te lezen. In de
tuin stond een kippenhok met
kippen, konijnen, duiven en een
goudfazant, die uitgebroed was
door een duif. Occa's ouders
hadden zelf een verdiepte
rotstuin uitgegraven. In de zomer
bloeiden veel dahlia's in de tuin
en erwerden allerlei groenten en
kruiden in verbouwd. Een van haar
broers was tuinbouwkundige en hij
onderhield de moestuin. Van dit alles
is niets meerterug te vinden.
De buren
De bewoners van Elvire, de familie Glasz,
waren goede vrienden. In de jaren dertig kocht
de heer Glasz de tegenoverliggende tennisbanen,
die nog steeds in gebruik zijn. Aan de andere
kant van nummer 256 woonde de heer Wetselaar.
Hij had weinig contact met de bewoners van de
Oosterduinweg. Alleen Occa's broer Frans kwam bij
Wetselaar over de vloer, omdat hij een auto had, in
die dagen een zeldzaamheid. Op zondag gingen zij
samen auto's tellen op de Zandvoorterweg!
Occa herinnert zich goed het huis van de familie Van
Riemsdijk, op de hoek van de Oosterduinweg en de
Toen Occa in de oorlog in Haarlem woonde, liep zij
een keer naar haar School voor Maatschappelijk Werk
in Amsterdam. Onderweg probeerde zij een lift
te krijgen met een van de weinige auto's
die langskwamen. Er stopte een Duitser
die haar aanbood mee te rijden. Dit
wilde zij niet maar zij durfde geen
nee te zeggen. Zij deed dat toch en
de Duitser reed gelukkig zonder
problemen te maken door.
Haar ouders zijn na Bentveld naar
een bejaardenhuis in Vleuten
gegaan. Haar vader is na de
oorlog uit de zaak gestapt.
Hij kreeg een bedrag mee, dat
naderhand als oorlogsbuit
werd aangemerkt...
Professioneel leven
Occa woont nu in Cuijk, waar
zij terecht kwam door haar werk
aan de Pompekliniek in Nijmegen.
Elaar beroep was psychiatrisch
maatschappelijk werkster. Zij hield
ervan iets nieuws te beginnen en als
dat goed liep, dan pakte zij graag weer
enthousiast een volgend project aan. Zij nam
een jaar onbetaald verlof om een reis om de wereld
te maken en om familie en vrienden te bezoeken.
Zij werkte enkele jaren in Tanzania en verbleef een
jaar in Lesotho.
Na ons gesprek in de tuin van de Lycklama's zag de
actieve en levenslustige Octavie een schommel. Daar
wilde zij op! Samen met haar neef Jan, die haar in
een prachtige oude Rolls Royce naar Aerdenhout had
gereden, schommelden zij samen dat het een lieve
lust was. En dat was het, zelfs op 93 jarige leeftijd!