9 -V www.onsbloemendaal.nl nr. 3 herfst 2014 ander in zijn werk gaat, leest en ziet u in het artikel over Zeerust. In elk geval werden ze hoofdzakelijk gevangen voor consumptie, met duizenden per seizoen. Soms gingen de mooi gekleurde exemplaren van de hand als kooivogel. Het begin van de zoektocht Over de vinkenbanen van Bloemendaal is reeds uitvoerig gepubliceerd, door Sterck-Proot (1939), Deelder (1951) en vooral door Matthey (2002) in zijn boek Vincken moeten vincken lokken. In en nabij de Amsterdamse Waterleidingduin bleken echter (restanten van) banen aanwezig (geweest) te zijn die door geen van deze auteurs waren genoemd. Daarom zijn in Lezen in het duin op de overzichtskaart (p. 70) enkele nooit eerder bekende banen toegevoegd. Dergelijke hiaten spoorden ons aan om in een veel groter gebied van de gemeente op zoek te gaan naar andere "verdwenen" vinkenbanen. Volgens Deelder en Matthey telde Bloemendaal ruim 20 vinkenbanen; onze teller gaat over de 40! Vinkenbanen op de kaart van F.J. Nautz rond 1826 Om de vinkenbanen van de gemeente Bloemendaal in de 19de eeuw te kunnen lokaliseren, is de eerste kadastrale kaart van landmeter F. J. Nautz (1826) een belangrijke informatiebron. Als een momentopname vermeldt de kaart met bijbehorende leggers, van ieder kadasternummer wat het voorstelt en wie de eigenaar is. De nummers zijn over de hele gemeente in vier secties (A, B, C en D.) verdeeld en bestaan bijvoorbeeld uit een gebouw, water, weiland, bos of tuinland. Het kadaster zelf is een van overheidswege bijgehouden openbaar register van registergoederen, waaronder onroerende zaken. Het is dan ook dé informatiebron voor degenen die gegevens van bepaalde percelen willen weten. Tegen het einde van de 18de eeuw kende het gebied van het huidige Koninkrijk der Nederlanden geen eenlijnige administratie van onroerend goed. Nadat het Koninkrijk Holland in 1810 definitief werd ingelijfd in het Franse keizerrijk, golden ook in het Hollandse gebied de Franse wetten. Holland diende daarom te voldoen aan het hebben van een uniforme belastingwetgeving. In 1811 werd het kadaster op Franse wijze in gebruik genomen maar het zou tot 1826 duren voordat de eerste, door landmeter Nautz gemaakte kadastrale kaart van de gemeente Bloemendaal in gebruik kwam. Op die kaart worden van noord naar zuid in totaal 12 vinkenbanen genoemd en afgebeeld met aanvullende gegevens. De noordelijkste gelegen vinkenbaan is die van de hofstede Duinlust (Duinlustpark) te Bloemendaal en de zuidelijkste is de vinkenbaan van Huis te Vogelenzang in Vogelenzang. De genoemde vinkenbanen vindt men dan ook grotendeels bij de buitenplaatsen. Ander kaartmateriaal Naast de 19de eeuwse kaart van Nautz zijn op oudere kaarten eveneens enkele vinkenbanen teruggevonden. Zo zien we op een kaart uit 1821(in de vorm van een zakatlas) van de buitenplaats Hartenlust in Bloemendaal, ook door Nautz gemaakt, de vinkenbaan afgebeeld in een weiland ter hoogte van de Zuiderstationsweg. Eigenaar is dan W.F. van der Burcht van Lichtenbergh (1777-1819). Op een oudere kaart van Hartenlust uit 1770, staat opnieuw een vinkenbaan afgebeeld, maar dan ter hoogte van de Potgieterweg ten tijde van mr. H. Backer. Met enkele oude kaarten in de hand zijn we op zoek gegaan om ter plekke vast te stellen waar de vinkenbaan gelegen zou hebben. Het resultaat was dat we van enkele banen inderdaad restanten hebben terug gevonden waar de vinkensport werd bedreven. Hans Vader ziet onmiddellijk of een wal tot een vinkenbaan behoorde of tot een oude akker of teelhoek. Oude topografische kaarten geven een stenen vinkershuis weer in rood, net als andere stenen opstallen. Dan staat het woord vinkenbaan er ook naast genoteerd. Er werd echter ook gevinkt vanuit houten huisjes, al of niet demontabel. Tijdelijke en vaste houten huisjes stonden wel op dezelfde plaats, bij een wal met één of twee rijen bomen, het zogenaamde "hout" (zie tekening Hans Vader pag. 5). Dwars op het hout stond nog een kort rijtje bomen, waardoor een soort winkelhaak ontstond. Zo'n typisch winkelhaak-bosje is duidelijk herkenbaar op de kaart uit 1790 (afbeelding van beweidingskaart zoals in Lezen in het duin) maar zonder de aanduiding vinkenbaan erbij. Bij Huis te Vogelenzang hebben we zodoende een winkelhaak bosje op de topografische kaart uit 1850 kunnen vergelijken met de kaart van Nautz uit 1826 en dus met zekerheid een vinkenbaan kunnen karteren. at is een vinkenbaan? Het is een installatie om vinkachtigen met netten te vangen tijdens de najaarstrek, vooral in oktober. Hoe één en wJ www.onsbloemendaal.nl nr. 3 herfst 2014 v r- r r: Close-up van de kaart van de vinkenbaan van de hofstede Hartenlust. De kaart is gemaakt op i7 november 1770 door de Haarlemse landmeter J. Varel Ptsz. Onder aan de kaart is de ingang van het Overbos aan de Bloemendaalseweg, boven ligt de vinkenbaan, nu ter hoogte van de Potgieterweg te Bloemendaal (NHA) Op deze kaart uit 1790, met de beweidingsroutes in het Mariënduin, herkende Joop Mourik de vinkenbaan van Mariënbosch aan het bosje in de vorm van een winkelhaak. De baan is bevinkt van 1788 tot en met i8ii. De letters komen overeen met de projectie in afbeelding 4. B is het boerderij aan de Leyweg; D en E vormen het duinmeiershuis, de voorloper van de Oase (Hoogheemraadschap van Rijnland) De foto toont de ingang Oase van de Amsterdamse Waterleidingduinen. Het huisje is het vroegere vinkershuisje van Mariënbosch. Het duinmeiershuis is de tegenwoordige uitspanning Oase en ook de boerderij bestaat nog. Verder ziet men de Oranjekom, de waterleidingwegen en de Vogelenzangseweg (Projectie Joop Mourik) onb rrKKK>:Nixtv W \VL V-\JÏ HET Dl'YN

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2014 | | pagina 6