www.onsbloemendaal.nl nr. 4 winter 2014
In het najaar van 1944 dachten veel
Nederlanders dat de oorlog bijna voorbij
was. Het zuiden was bevrijd, het Rode
Leger stond voor Duitslands oostgrenzen;
de ondergang van het Derde Rijk
kon niet lang meer op zich laten wachten. Maar
zo ver was het dus nog niet. Met alle denkbare
middelen probeerden de Duitsers de eindstrijd te
rekken. Hitler hoopte op ultieme redding door de
inzet van 'wonderwapens' en door verdeeldheid
onder de geallieerden. Ook bezet Nederland
zou die verbetenheid ondervinden. Alles moest
wijken voor de Duitse
BEVEL.
oorlogsinspanning, en
de laatste scrupules
ten aanzien van het
wel en wee van de
burgerbevolking
werden rücksichtslos
terzijde geschoven.
Zo werd vanaf begin
september een
genadeloze mensenjacht
in gang gezet. Zo veel
mogelijk weerbare
mannen moesten
worden opgepakt
voor het verrichten van
dwangarbeid aan de
verdedigingswerken
in Nederland en het
Noordduitse Rijnland. Het mes zou aan twee kanten
snijden, want zo werd ook voorkomen dat jonge
mannen zich zouden aansluiten bij het gewapende
verzet. De eerste grote drij^acht of razzia vond
plaats in Rotterdam op 10 en 11 november 1944,
waarbij meer dan 50.000 mannen werden opgepakt
en afgevoerd. Bij de volgende razzia was het
verrassingseffect weg en de opbrengst geringer.
In Den Haag werden op 21 november ca. 13.000
mannen opgepakt.
Bevel, verspreid tijdens de razzia. Van de beloofde
vergoeding en de zorg voor de achterblijvenden
kwam niets terecht.
Sinterklaas
Toen was het de beurt aan Haarlem en
omstreken. De datum voor deze razzia was
met boosaardig raffinement gekozen. Op
donderdag 6 december, in de vroege ochtend
na Sinterklaasavond, werden overal in de stad
Haarlem en in Heemstede en Bloemendaal
de straten afgezet door leden van de Duitse
Ordnungspolizei (de beruchte 'Grünen') en de
Wehrmacht. Door middel van strooibiljetten
en geluidswagens werden alle mannen van
de jaargangen 1905 tot 1928 gesommeerd
zich te melden voor
'arbeidsinzet'. Daarna
werden alle huizen
doorzocht, overigens
niet altijd even grondig.
Ongeveer 2.000
mannen werden zo
van de straat of uit
hun huizen geplukt
en bijeen gedreven
op het Haarlemse
Stationsplein.
In Bloemendaal werden
naar schatting 150
mannen en jongens
opgepakt en naar
station Bloemendaal
gevoerd, waar een
Duitse arts een
summiere medische keuring uitvoerde.
Een aantal mannen wist te ontkomen. Drie
gemeenteambtenaren verstopten zich
op de zolder van het raadhuis, en maar
liefst 36 jonge mannen doken onder op
de gemeentewerf. De Grünen kwamen
wel zoeken, maar vonden niemand. Drie
aangehouden politiemannen werden weer
los gelaten na tussenkomst van de 'foute'
korpschef Neu.
www.onsbloemendaal.nl nr. 4 winter 2014
Op donderdag 6 december, in de vroege ochtend na Sinterklaasavond, werden
overal in de stad Haarlem en in Heemstede en Bloemendaal de straten afgezet
door leden van de Duitse Ordnungspolizei en de Wehrmacht
Huis 'Jacqueline' van de familie Grootegoed, Kerkplein
19, Bloemendaal, voor de oorlog. (website SOHB,
Henk Grootegoed)
Tweeling
Niet zo gelukkig waren de 18-jarige tweelingbroers
Henk en Arie Grootegoed, woonachtig in het
huis Jacqueline, Kerkplein 19, waar hun vader
een loodgietersbedrijf had. Henk Grootegoed
heeft veel later de aantekeningen die hij in deze
bewogen maanden maakte, uitgewerkt tot zijn
levendig geschreven Oorlogsherinneringen. Op dat
document is het volgende verhaal gebaseerd.
Henk was al eerder opgeroepen voor de
arbeidsinzet maar ontsnapt en ondergedoken.
Op 15 februari 1944 werd hij gearresteerd
en zes maanden in de gevangenis aan de
Amstelveenseweg in Amsterdam opgesloten. Op
5 augustus werd hij vrijgelaten op voorwaarde dat
hij zich nu wel voor arbeidsinzet zou melden. Dat
deed hij niet, werd opnieuw aangehouden en deze
keer op transport gesteld naar het kamp Amersfoort
en vandaar naar het kamp Erika bij Ommen en naar
een werkkamp bij Hooghalen in Drenthe. Daar zag
hij kans te ontsnappen, vermoedelijk in de chaos
rond 'dolle dinsdag' (5 september '44), toen bijna
iedereen, inclusief veel Duitsers en NSB'ers, dacht
dat de geallieerden er aan kwamen. Op een
turfschip reisde hij naar Kampen en van daaruit
op een schuit met aardappelen naar Amsterdam.
Een dag later was hij weer op het Kerkplein.
Daar trof hij een leeg huis aan. Het dorp
Bloemendaal was kort tevoren op last van de
bezetter ontruimd en de ouders Grootegoed
hadden een onderkomen gevonden in
Overveen. Gelukkig werd Henk wel met broer
Arie herenigd. Ze bleven clandestien in het
ouderlijk huis, en hielden zich de volgende
maanden in leven met "jat- en graaiwerk", vooral
uit huizen van geëvacueerde NSB'ers, en met
transacties op de 'zwarte markt.
De razzia
Sinterklaasavond 1944 brachten de jongens
door bij hun grootmoeder in Overveen. Er waren
ook twee ooms, en ondanks de nood der tijden
werd het toch een gezellig avondje. Oma bakte
pannenkoeken en had ook nog een cadeautje:
voor elk een wollen das. Ze bleven slapen en dat
hadden ze beter niet kunnen doen. De volgende
ochtend werd er in alle vroegte op de deur
gebonsd. Een Duitse militair deelde mee dat ze
over een uur klaar moesten staan voor graaf- en
spitwerk in Duitsland.
Arie en Henk namen onmiddellijk de benen
maar in het bos van Lindenheuvel werden ze
onderschept door twee andere Duitsers en naar
het station Bloemendaal opgebracht. Vandaar
ging het te voet en onder zware bewaking naar
station Haarlem. Tegen de avond werden de
daar verzamelde mannen in een stampvolle trein
naar Amsterdam vervoerd en ondergebracht in
een loods op het KNSM-eiland, in het oostelijk
havengebied.
Daar ervoeren de gevangenen al iets van de
ellende die hun te wachten stond. Het was er
koud, nat en donker, er waren geen sanitaire
voorzieningen en pas in de volgende ochtend
fca+wpiHtarfe*
hl. ff fUmrnm Mewa - tm kam *m te* i*i m\r
I lfcr datfVfikMsfc# bnUal alt jartiru kart*
Vfl^Artlkrlfa t* ||l
V«f ép ■riirrbrQifadf lUwIJtMnlr-n ul mridfl
gli—
Hrt l« uu flllr twffnffi tfHWfiii# frrrtortfcra h»»
Tfflnfrn,
Op hfta, 41a poifrn Ir ontilni'lilph o] *wr-
hUnil te blKli-n, Ml warden (nrbmeft.