Maurits H. Binger (1868-1923)
Filmfabriek aan het Spaarne
'w.onsbloemendaal.nl nr. 1 voorjaar 2015
'Studio FilmfabriekHojandiaiSpaQfrie57-59_
Inge de Wilde
Nade fotografen kwamen rond 1910 de eerste filmers in Kennemerland.
In 1895 hadden de broers Lumière in Parijs enkele onbeholpen bibberendefilmfragmenten
vertoond en snel daarna - in 1896- maakte Nederland kennis met het wonder van de
bewegende fotografie. Film begon als kermisattractie. In rijk versierde tenten keek het publiek
met open mond naar deze nieuwigheid. Rond 1910 kwamen voorzichtig de eerste bioscopen en
voor technisch en artistiek geïnteresseerden was de vinding van de Lumières een aansporing
ook zelf te gaan produceren.
Filmproducent Maurits Binger
y (1868-1923)
Een bezeten producent
Sleutelfiguur was de Haarlemmer Maurits
H. Binger, het prototype van de vermogende
ondernemer - hij was mede-eigenaar van het
familiebedrijf steendrukkerij Emrik Binger - die
tijd had of vrij maakte voor wat als een hobby
begon. Hij was allereerst een verwoed amateurfotograaf en
secretaris van de in 1891 opgerichte 'Haarlemsche Amateur
Fotografen-Club'.
Vervolgens raakte hij zo door film gefascineerd dat hij een
eigen studio aan het Spaarne 57-59 vestigde en zich stortte
op de productie van films. Een kostbare aangelegenheid.
Binger investeerde dan ook veel geld in zijn onderneming
en werd mede door zijn tomeloze energie de belangrijkste
Nederlandse filmproducent in de beginjaren van de film. In
1912 stichtte hij twee filmbedrijven: de 'Maatschappij voor
Wetenschappelijke Cinematographie' die onderwijsfilms
maakte en de 'Maatschappij voor Artistieke Cinematographie',
gericht op speelfilms. Bij Bingers initiatief was ook de
Bloemendaler Daniël de Clercq betrokken, een van de
kleurrijkste figuren uit de bekende Reveil-familie, die een
uitgebreide studie zou verdienen. Hij was utopist, vrijdenker,
SDAP-lid, geheelonthouder, antimilitarist, maar ook
directeur van een verffabriek. In 1913 werden de twee
maatschappijen samengevoegd tot 'Filmfabriek Hollandia' en
in het pand Spaarne 57-59 begon Binger in hoog tempo films
te produceren. In de jaren tot 1923 ontstonden zestig lange
en twintig korte speelfilms en talrijke documentaires, alle
uiteraard nog zonder geluid.
Annie Bos (1886-1975), de Hollandse
'kino-koningin'
Een van de eerste speelfilms was De levende ladder (1913) -
twintig minuten lang - met Annie Bos in de hoofdrol. Het is
nu moeilijk voorstelbaar dat achter deze alledaagse naam een
filmster schuil ging, maar zij was in haar tijd een beroemdheid
en groeide uit tot wat De Hollandsche Revue de 'Hollandsche
kino-koningin' noemde. Niet zonder enige overdrijving werd
ze zelfs met de Deense filmster Asta Nielsen vergeleken.
www.onsbloemendaal.nl nr.1 voorjaar 2015 13
Still uit De Liefdesstrijd met Annie Bos 1915
Naast deze 'diva' beschikte Binger over een vaste ploeg
van acteurs en over een staf aan personeel van - op het
hoogtepunt van Bingers succes - 35 mensen. Hij zelf was
in de eerste plaats de producer, maar soms ook regisseur
en als het zo uitkwam acteur. In de Spaarne-studio waren
kleedkamers, een kapsalon, decorruimtes en kantoren voor
de directie en regisseurs. Bingers films werden in Nederland
vertoond en hij exporteerde ze ook naar het buitenland tot
aan Rusland en Amerika toe.
Landgoederen Kareol en Duin en Kruidberg
als filmdecor
Binger onderhield vriendschappelijke relaties met de
eigenaren van landhuizen in de omgeving en kon indien
gewenst hun landgoederen als filmset gebruiken. Zo
vonden voor de films Liefdesstrijd (1915) en Een lach en
een traan (1921) opnamen plaats op het landgoed Kareol
van Julius K. Bunge te Aerdenhout Kosten noch moeite
werden gespaard. In een van de films kwam een bosbrand
voor, waarvoor een eenvoudige oplossing werd gevonden.
In de omgeving werd 1.600 m2 bos aangekocht en in brand
gestoken. Ook de ondernemer en liberale Minister van
Koloniën J.Th. Cremer van Duin en Kruidberg in Santpoort
stelde zijn landgoed ter beschikking, terwijl De vloek van
het testament (1915) deels in de Ruïne van Brederode werd
opgenomen. Vaak nodigde Binger zijn vooraanstaande en
financieel draagkrachtig kennissen uit op de set. Zij konden
de opnamen volgen en werden getrakteerd op koffie en
broodjes. Het is duidelijk dat de tijd van de prosecco nog
niet was aangebroken.
—mrm««tl.