De filmkluis op Koningshof
r
26
Gert Jan van Setten
Wist u dat zich in onze gemeente een 'nitraatbunker' bevindt? Een nitraatbunker? Jawel, dat
is een zwaar beveiligde opslagplaats van de oudefilms die als drager het zeer brandgevaarlijke
cellulose nitraat hadden. Er zijn maar een paar van die bunkers en in die op het landgoed
Koningshof mochten we een kijkje nemen.
Koud
De doordeweekse ochtend is koud, nat en winderig,
maar op landgoed Koningshof heerst niettemin
bedrijvigheid. De mannen van Natuurmonumenten
zijn in de weer met het herstel van het parkbos en
menige sportieve Bloemendaler komt hier haar rondjes
hollen. Wij ontmoeten hier Catherine Cormon, hoofd
collectiebeheer van EYE Filmmuseum, die op een
OV-fiets uit Haarlem is gekomen om ons rond te leiden
in de nitraatbunker. Zelf noemt ze het half-ondergrondse
bouwsel een kluis, dat klinkt wat vriendelijker. Correcter
is het ook, want het betreft geen 'dood weermiddel' uit
de oorlog, maar een begin jaren '70 speciaal gebouwd
onderkomen voor de nitraatfilms van het museum.
Waarom juist hier? Dat heeft te maken met de recente
geschiedenis van het landgoed (zie het artikel van
Rosemarij Schotte in OB 36 no.3, najaar 2012). Ooit
onderdeel van het Elswout van de Borski's, werd het in
1898 verzelfstandigd als woonhuis van Joh. Luden en
zijn echtgenote Mathilde van der Vliet, kleindochter van
Willem Borski II. Hun zoon Jan Anton liet Koningshof
in 1962 na aan de Vereniging tot Behoud van
Natuurmonumenten, die in 1966 het koetshuis, en twee
jaar later ook de villa, verhuurde aan het Amsterdamse
Filmmuseum. Dat bracht er zijn afdeling filmrestauratie
en -conservering onder en het lag voor de hand om daar
ook de dringend noodzakelijke nitraatkluis te vestigen. In
2008 verliet het museum Koningshof, maar de kluis bleef.
www.onsbloemendaal.nl nr. 1 voorjaar 2015
Veilig
Vanzelfsprekend, want, vertelt Catherine,
die voldoet nog steeds aan de hoogste
eisen van de FIAF, de Fédération
Internationale des Archives de Film.
Er zijn speciale ontluchtingskanalen, en
de elektrische installatie is vonkvrij. De ruimte is verdeeld in
acht afzonderlijk beveiligde cellen. Mocht in een daarvan
onverhoopt brand uitbreken, dan zorgen brandluiken
ervoor dat het vuur een uitweg vindt naar een betonnen
bak en vandaar naar boven. Zo kan het vuur zich niet
uitbreiden naar de andere cellen, of bosbrand te weeg
brengen.
In de cellen heerst een permanente temperatuur van
circa 5 graden celsius en een luchtvochtigheid van 30%.
Nitraat-cellulose is niet alleen een brandbaar maar ook een
vergankelijk goedje, dat op den duur in een poederachtige
substantie uiteen valt. In deze ideale omstandigheden
wordt het afbraakproces maximaal vertraagd.
Duizenden blikken
In de cellen zien we honderden stellingen waarop stapels
platte, ronde en genummerde filmblikken, met daarin een
veelvoud aan nitraatfilmrollen. Zo'n 15.000 van die blikken
liggen hier, bij elkaar ongeveer 8.000 films bevattend. Dat
komt ruwweg neer op de helft van het totale bezit van het
museum. De overige zijn ondergebracht in twee kleinere
bunkers. De oudste, bij Castricum, werd voor de oorlog
gebouwd als bewaarplaats voor kunstvoorwerpen; in 1940
heeft de Nachtwacht er nog onderdak gevonden. Dan is
er nog een bij Heemskerk en bij Scheveningen, waar het
Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid zijn nitraatfilms
(vooral non-fictie) opbergt. Verder mogen ze in Nederland
nergens worden bewaard, en daarom komen nogal wat
privéverzamelingen hier terecht.
Oude films zijn het allemaal. De oudste dateren uit de
oertijd (1896).
Het zijn 15 Amerikaanse rollen op 68 mm-formaat (bijna alle
andere zijn 35 mm.). De meest recente zijn uit de jaren 1950,
want daarna werd het gebruik van deze gevaarlijke drager
gefaseerd verboden. Sindsdien worden acetaat en polyester
gebruikt.
Echt behaaglijk is het niet in de cellen en dat hoeft ook
niet want gewerkt wordt hier niet. Behalve dan bij de
vierjaarlijkse controle. Dan worden al die duizenden
blikken door een team van 15 medewerkers onder wie een
oplettende brandweerman geopend en worden aangetaste
rollen verwijderd. Het afspelen van de rollen kan hier niet
meer, en dat is maar goed ook, want als ze te snel in een
warme omgeving uit de blikken worden gehaald, treedt
condens op en dat bevordert het verval. Van ongenode
gasten heeft men hier evenmin last. Dieven hebben hier
niet veel te zoeken. In de kluis ligt onbetaalbaar erfgoed
maar gelukkig geen verhandelbare waar.
www.onsbloemendaal.nl nr. 1 voorjaar 2015 27
Opname voor De beloning van Hi 1917/18
Opname bij Duinhof, Lage Duin en Daalseweg
Toekomst
Binnenkort worden alle ca. 280.000 onbrandbare films van Eye
in een nieuw depot aan de IJ-oever ondergebracht maar de
nitraatfilms blijven in hun bunkers. Deze dure opslag moet in elk
geval worden gehandhaafd zolang de tastbare analoge filmrol
nog het minst vergankelijke medium is. Dus ook voor de amateur
geldt het dringende advies: bewaar uw oude films, ook als u ze
heeft gedigitaliseerd!
Veel banden in de kluizen van het Filmmuseum zijn afkomstig
uit nalatenschappen van verzamelaars. Een van de grootste
was de Haarlemse radiotechnicus Joop van Liemt (1912-2000).
In zijn enorme collectie werd onder meer de al 75 jaar geleden
zoek geraakte film Beyond the rocks, met Rudolph Valentino en
Gloria Swanson, aangetroffen. Een andere verrassing was de
eveneens verloren gewaande Nederlandse speelfilm De Bertha
uit 1913, met in de hoofdrol onze nationale vedette Annie Bos en
opnamen op locatie in de haven van IJmuiden en het Haarlemse
station.
Joop was zelf niet overdreven voorzichtig met zijn nitraatfilms.
Om bezoekers te epateren gooide hij wel eens een
overgeschoten stukje in de brandende kachel. Succes verzekerd.