18 www.onsbloemendaal.nl nr. 2 zomer 2015 Een rustig straatbeeld door de ononderbroken trottoirband en de erfafscheidingen in de vorm van hekken en hagen op hoogte tussen 1 meter en 1,50 meter. Uiteraard is de afwezigheid van geparkeerde auto's ook zeer bepalend voor de rust in dit vooroorlogse beeld van de Spiegelenburghlaan. Het proces van ruimtelijke ontwikkelingen dat in de 17de eeuw in de binnenduinrand begon met de aanleg van buitenplaatsen, zette zich daar rond 1900 voort met de bouw van villaparken en in de jaren na de Eerste Wereldoorlog met de ontwikkeling van middenstandswijken op de lagere veengronden. De woningbouw kreeg zo een steeds breder en intensiever karakter. Vanaf 1930 dreigden de stedenbouwkundige ontwikkelingen de identiteit om zeep te helpen en werden ze stopgezet. Het huidige Bloemendaal is daarmee in grote lijn gelijk aan het Bloemendaal uit het midden van de vorige eeuw. Wel zijn er verschillen, al is het in detaillering. Ze zijn het gevolg van verkeerseisen en van een groeiende behoefte aan privacy van de bewoners. Onderscheidend vermogen Wie gele straatnaamborden met zwarte letters ziet, bevindt zich in de gemeente Bloemendaal. Deze kleurkeuze is een eenvoudig maar doeltreffend middel om een straatnaambord voor een gemeente onderscheidend te maken. Tot voor zo'n twintig jaar geleden gold dit ook voor de dubbele kleurstelling van een deel van de Bloemendaalse lantaarnpalen: blauwgroen aan de onderzijde en grijsgroen daarboven. Door bezuiniging op schilderwerk is deze kleurstelling sinds 1990 niet meer toegepast en ontbreekt een eenvoudig middel tot herkenbaarheid van de openbare ruimte. Het zijn voorbeelden om aan te geven dat eenvoudige middelen in een consequente toepassing een identiteitsbepalend vermogen kunnen bewerkstelligen. En het is juist dat vermogen dat onze gemeente herkenbaar en dus onderscheidend maakt. Identiteit De openbare ruimte in Bloemendaal onderscheidt zich natuurlijk niet alleen door de kleur van de straatnaamborden en van de lantaarnpalen. Dit zijn details in het geheel van een hoogwaardig stedenbouwkundig weefsel. Een weefsel dat samengaat met de identiteit van onze gemeente. Deze identiteit wordt sinds eeuwen bepaald door het streven naar een hoogwaardig woonklimaat. Het is de uiting van de keuze om zich te vestigen in een gezonde en groene omgeving op en nabij de lommerrijke binnenduinrand. Een keuze, vooral bevorderd door de goede bereikbaarheid vanuit Amsterdam, aanvankelijk via trekvaarten en zanderijvaarten, later in de vorm van trein- tram- en wegverbindingen. De keuze voor het wonen in Bloemendaal begon in de loop van de 17de eeuw. De nieuwe Amsterdamse elite trok zich zomers uit de benauwende stad terug om te gaan wonen in de talloze buitenplaatsen die zich op de binnenduinrand aaneenregen en dit gebied een arcadisch voorkomen gaven. Door de laat 19de eeuwse industrialisering en de gevolgen die dit had voor het stedelijk woonklimaat, verbreedde zich de maatschappelijke wens van het buitenwonen. Nieuwe vermogenden vestigden zich in ruime villaparken, die veelal werden ontwikkeld op verkavelde buitenplaatsen en landgoederen. De intensivering van de bebouwing die hiervan het gevolg was, zette zich door een steeds breder wordende behoefte aan het buitenwonen na de Eerste Wereldoorlog voort. Dit gebeurde door een wijksgewijze bouw van kleinere villa's en herenhuizen die tot in de late jaren dertig met twee of meer onder een kap werden gebouwd. Het wegenplan van de villaparken en de andere woonwijken werd vrijwel steeds uitgevoerd naar ontwerp van landschapsarchitecten en stedenbouwkundigen, zoals de befaamde Leonard Springer (1855-1940). www.onsbloemendaal.nl nr.2 zomer 2015 Spiegelenburghlaan in 2015. Foto: Paulanha van den Berg. Opmerkelijk gemeenschappelijk kenmerk van al deze ruimtelijke ontwikkelingen is het gebogen wegenplan met bijzondere vormkenmerken, in hoofdlijn geïnspireerd door de Engelse landschapsstijl. Dit wegenplan bestaat vrijwel steeds uit gebogen lanen die op de hogere zandgronden de accidentatie van het terrein volgen en waarin soms, zoals bij het Halve Maantje in Duin en Daal, een arcadisch weiland met grazende koeien deel uitmaakt van het stedenbouwkundig concept Op de lagere veengronden werd in het wegenplan plantsoenering opgenomen gecombineerd met vijveraanleg, al dan niet door transformatie van bestaande vijvers van voormalige buitenplaatsen. De openbare ruimte transformeerde dus binnen vijftig jaar ten gevolge van een snelle maatschappelijke ontwikkeling. Deze transformatie betekende weliswaar verdichting van de bebouwing maar geen wezenlijke inbreuk op de identiteit. De stedenbouwkundige ontwikkelingen waren hoogwaardig, de kernkwaliteiten van het wonen in het groen werden gerespecteerd en toen de groeiende verstedelijking de groene kwaliteiten dreigden te overschaduwen riep men hieraan in de loop van de jaren dertig een halt toe. De gemeente Bloemendaal was daarmee voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in stedenbouwkundig opzicht in hoofdlijn voltooid. Illustratief hiervoor is de groei van de Bloemendaalse bevolking. In 1900 telde de gemeente een kleine 6.000 inwoners, in 1940 waren dit er ruim 17.000. Nu in 2015 zijn dat er 19.000, een groei van slechts 2.000 in 75 jaar tegenover een groei van 11.000 in de eerste veertig jaar van de 20ste eeuw. Optimale transparantie in het Bloemendaalse straatbeeld Het is verleidelijk om het straatbeeld uit de decennia rond 1950 een toonbeeld van rust en transparantie te noemen. Het gaat dan niet om de rust van een straatbeeld met weinig verkeersdeelnemers en geparkeerde auto's, maar om de visuele rust van een straatbeeld dat nog vrij is van structurele voorzieningen ten bate van een intensiever verkeersklimaat. Opmerkelijk zijn de straten zonder verkeersdrempels, de strakke, niet door parkeerhavens doorbroken trottoirprofielen, de trottoirs die zich op de straathoeken niet met oren verbreden en de ruime onderlinge afstand tussen de relatief lage straatlantaarns. Qua transparantie is er sprake van een lommerrijk geheel waarbij de private ruimte visueel overgaat in de publieke ruimte. De overgangen van publiek naar privaat worden gevormd door lage erfafscheidingen. Ze zijn een tot anderhalve meter hoog en maken een zichtrelatie tussen publiek en privaat mogelijk. De erfafscheidingen zijn in de vorm van hagen of eenvoudig hekwerk. Het geheel vormt een transparant parklandschap dat in zijn meest zuivere en oorspronkelijke vorm te vinden is in de villaparken, maar die in de vorm van dichter verkavelde villa- en middenstandswijken ook de basis is voor de andere woongebieden in onze gemeente. Deze andere woongebieden zijn in hun eenvoudigste vorm terug te voeren op het concept van de tuinwijk, waarbij ook in Bloemendaal het buitenwonen voor bredere, eerder forenserende dan rentenierende groepen in de samenleving mogelijk werd gemaakt. Het parklandschap van de villaparken is ruim verkaveld en door de ligging op de hogere zandgronden is het gebogen wegenplan geaccidenteerd. Dit wegenplan bestaat uit een centrale rijweg, geflankeerd door iets hoger gelegen trottoirs. De beklinkerde rijweg en met fijn grint bestrooide trottoirs worden door een kopse rij klinkers van elkaar

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2015 | | pagina 18