De vrouw die zo graag een kerkje wilde 24 www.onsbloemendaal.nl nr. 2 zomer 2015 Willem ter Reehorst, portret van Mien Velthuis als jong meisje (privé bezit) Trouwen zat er voor Mien Veldhuis blijkbaar niet in. Wel wist ze zichmet hulp van haar vadervan een eenvoudig kerkje vlak bij huis te verzekeren. Ze zou er haar leven langzelfs tot ver na haar doodmee verbonden blijven. Marie-Anne Coebergh www.onsbloemendaal.nl nr.2 zomer 2015 25 Wilhelmina Veldhuis, enig kind van Bernard Veldhuis en Carolina Timmer, wordt geboren in Amsterdam op 2 mei 1891. Ze is achttien als haar ouders aan de nog stille Bentveldsweg in Aerdenhout een romantisch en vrijwel geheel houten huis kopen dat Duinweide heet. Haar vader zal er niet of nauwelijks wonen. In de zomer van 1911 eist haar moeder een scheiding die in eerste instantie, naar goed katholiek gebruik, tot tafel en bed beperkt blijft. In het vroegtwintigste-eeuwse Aerdenhout-Bentveld, dat pastoraal onder de Zandvoortse parochie St.Agatha valt, wonen maar weinig katholieken. Zeven gezinnen, al met al, meldt de pastoor in een brief aan de bisschop (1919): 'Vijf van deze gezinnen behooren tot den arbeidersstand, de twee andere tot den burgerstand. Ook deze laatste zijn niet kapitaalkrachtig. Bij mooi weer loopen deze menschen naar de Zandvoortsche Kerk; als het weer minder gunstig is, maken zij gebruik van de tram die zich in hunne onmiddellijke nabijheid bevindt en hen in ongeveer acht minuten naar Zandvoort brengt. Niettemin wordt er in Aerdenhout-Bentveld al geruime tijd geijverd voor de oprichting van een eigen parochie. De eerste oriënterende gesprekken met de bisschop en met het Zandvoortse kerkbestuur dateren van vóór de Eerste Wereldoorlog. 1 Tussen 1914 en 1918 stagneert het overleg maar dan opeens komt er schot in de zaak. Mien Veldhuis, inmiddels 28 jaar oud, krijgt van haar vader een toezegging die de bouw van een plaatselijke kerk dichterbij brengt en er tegelijk haar naam aan verbindt. 'In 1920', meldt bijvoorbeeld Wikipedia over de ontstaansgeschiedenis van de St. Antonius van Paduakerk in Aerdenhout, 'heeft mej. Veldhuis het verzoek ingediend bij het bisdom voor het oprichten van een permanent toegankelijke Mariakapel'. Maar zo is het niet gegaan. Uit notariële akten en brieven en andere documenten in het bisschoppelijk archief komt een veel genuanceerder beeld naar voren. Een cadeau van 1.000m2 Wat Bernard Veldhuis zijn dochter toezegt - uit liefde, schuldgevoel en/of commercieel belang - is een stuk grond, groot genoeg om er een klein kerkje op te bouwen. Aan haar de taak om de bevoegde instanties zover te krijgen. Mien, dochter en devotaire 2, blijkt het ideale boodschappenmeisje - ijverig en met verschuldigde eerbied. Om te beginnen wendt zij zich tot de plebaan van de Haarlemse St.Bavo. 3 In een intern memo schetst deze hoogwaardigheidsbekleder een wel heel simpel beeld van de vrouw die het bisdom, naar het zich laat aanzien, toch best iets te bieden heeft. Zijn brief dateert van 27 augustus 1919: Portret Bernard Veldhuis (Merkelbach-collectie Stadsarchief Amsterdam, 1923) Villa Duinweide 1904 (Het Nieuwe Instituut, Rotterdam) Mien Veldhuis (rechts) met haar nicht Mien Puntman.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2015 | | pagina 24