www.onsbloemendaal.nl nr. 3 najaar 2015
Een ritje maken met pa. V.l.n.r.: vader Piet en de zonen Bob en Piet, in de Essex
Roadster uit 1928. De tweeling is hier 18 jaar oud.
Zijn eerste auto kocht hij in juni 1904
toen hij burgemeester van Zuidlaren
was: een Darracq-Tonneau type
C, die in het koetshuis naast de
burgemeesterswoning aan de Brink
gestald werd. Het rijkskenteken 1272 is
met grote cijfers op de radiateur geschilderd.
Het was een auto van het eerste uur, model rijtuigje
met-motor. Wel met een dakje, maar verder open.
Ook de motor was eenvoudig: een ééncylinder
benzinemotor met twee kleppen, cylinderinhoud 785
cc. De maximum snelheid van de Darracq was 37 km
per uur. Van dit type Darracq zijn er ongeveer 1200
gebouwd; in die tijd een enorm aantal.
Met deze auto heeft Piet op 13 juli 1905 Prins Hendrik
uit de brand geholpen. De prins, zijn adjudant en
chauffeur waren onderweg van 't Loo naar Veendam,
waar de prins een bezoek zou brengen aan de
'Knoopenfabriek Hrn. J. Mulder Zn'. Het koninklijk
gezelschap strandde met 's prinsen auto in Smilde,
sukkelde nog door tot Assen op een velg en drie
banden en wist vandaar met een koets Zuidlaren
te bereiken, waar de reizigers een beroep deden op
burgemeester Piet Dorhout Mees. Piet zelf bracht hen
met gezwinde spoed in zijn Darracq-Tonneau naar
Veendam. Nog 16 km, toch nog een klein half uur
rijden.
Een paar weken later kwam deze auto bij Haren hard
in aanraking met een boom toen Piet moest uitwijken
voor een overstekende hond. De boom 'knakte als
een rietje', schreef de krant. Dr. Kees Kuiken noemt de
Darracq-Tonneau in het boek Een blijvend monument
(2007) ten onrechte 'een Spyker'.
Rijdende zonen
Eenmaal in Vogelenzang hoefde Piet Dorhout Mees
zich nauwelijks in te spannen om de belangstelling
voor automobielen op zijn drie zoons over te brengen.
(De oudste zoon Benny overleed, 10 jaar oud, in1908
op het Waddeneiland Norderney aan de gevolgen
van een blindedarmontsteking). Hoewel zoon Emile
(1903) in 1926 in Appingedam al in een auto rondrijdt,
zijn het met name de beide jongere zonen Bob en
Piet (1909, een tweeling) die van zich doen spreken als
ze achter het stuur van een auto zitten. Aanvankelijk
maakten ze ritjes met pa, maar als pa niet thuis was
verschaften ze zich wel eens toegang tot het koetshuis
en crosten met een van de auto's over de paden van
Aan het (rechtse) stuur Piet Dorhout Mees; achter hem Prins Hendrik. in Veendam bij de Knoopenfabriek Hrn. J. Mulder Zn.,
met de Darracq-Tonneau van Piet, 13 juli 1905
Leyduin. Eens reden ze bijna een argeloze fietser omver.
De man zal gevraagd hebben of het iets voorzichtiger
kon, of woorden van die strekking gebruikt hebben. Het
verhaal gaat dat het bijna-slachtoffer te horen kreeg dat
hij daar maar niet had moeten rijden, dan was er niks
gebeurd...
Bob was al jong rallyrijder. Met een auto van vader
Piet nam hij deel aan verscheidene evenementen. Op
zaterdag 13 juli 1929 was in Zandvoort het Concours
d'Elégance met behendigheidswedstrijden op het terrein
voor het statige Hotel d'Orange aan de boulevard. Bob
deed met een Essex Super 6 Series Roadster mee aan de
behendigheidswedstrijden en behaalde een gedeelde 1e
en 2e plaats. Hij was toen 19 jaar oud en zat in de 4e klas
van de HBS-A aan de Zijlvest in Haarlem. Een jaar later was
hij weer van de partij, nu met Piets Chrysler 77 Roadster;
hij deed mee aan het Concours d'Elégance in de klasse C
voor auto's van f. 4000 tot f. 7000. Bob won in deze klasse
de eerste prijs. Let op, de koopkracht van deze bedragen
in 1930 is vergelijkbaar met 30.000 resp. 53.000 in
2013.
In de nacht van 5 op 6 november 1932 reed Bob mee in
de herfsttocht van de KNAC, een rit van Schiphol naar
Nijmegen. Hij rijdt dan in de Chrysler.
Beide auto's mochten er wezen. De Essex Super 6
Series Roadster is een 2 2-persoons cabriolet uit
1928. De aanduiding 2 2 wijst op twee personen die
voorin kunnen zitten en twee personen die in feite
in de bagageruimte zitten. Opent men een klep aan
de achterzijde van de auto dan ontstaat een ruimte
waar bagage geplaatst kan worden, maar waar ook
een eenvoudige zitplaats is voor twee personen, met
de klep als rugleuning. Een 'rumble-seat' of 'dicky-
seat' genoemd. De Essex heeft zes cylinders met een
gezamenlijke inhoud van 2500 cc.
De Chrysler 77 Roadster is een 2 2-persoons cabriolet
uit 1930, ook met een dicky-seat. De Chrysler heeft een
grotere motor: zes cylinders, samen goed voor 4400
cc. cylinderinhoud. Op de circuits van Le Mans en Spa
wordt dit type veel gezien en in de Mille Miglia in Italië
gooit hij hoge ogen. De toevoeging '77' dankt hij aan de
door de fabrikant gegarandeerde kruissnelheid van 77
mijl per uur, dat is 124 km per uur.
Dodelijk ongeval
Hoewel Bob de rallyrijder is, houdt Piet ook van de
plaats achter het stuur; en hij rijdt flink door.... Helaas
ging dat niet altijd goed. In 1932 zit Piet -samen met