Drijversgezelschap, rechts Bert Hartoch, derde van linksachter Tom in den Bosch. Foto: Tom in den Bosch
smakelijke variatie op het adellijk menu en voor
jachtopzieners biedt wild een welkome bijverdienste.
Om rond te kunnen komen moeten zij zo'n 16.000
konijnen per jaar vangen. Een 'recht' dat tot in de
jaren zeventig stand hield. Tom weet: ''Konijnen
waren de zakcenten voor de jachtopziener." De
stropende waaghals die zich willens en wetens in de
duinen begeeft, kan rekenen op zware lijfstraffen.
Later is dat gevangenisstraf of verbod op betreding
van het gebied. Genoeg om de verhoudingen
tussen pachters en eigenaren op scherp te zetten.
De omgang tussen jachtopzieners en stropers is
al even heikel. Die kan variëren van een relatief
onschuldig kat-en-muisspel (jachtopzieners weten
de stropers vaak te herkennen aan de voetafdrukken
of de manier van strikken zetten; stropers ontlopen
aanhouding voor verboden wapenbezit door
hun geweren in het duin te verstoppen) tot een
grimmig handgemeen op leven en dood. Zoals Tom
meemaakt wanneer hij een stroper betrapt en wordt
beschoten.
Kattenmaggi
Eén ding wordt uit hun verhalen wel duidelijk:
jagen is geen hobby, zelfs geen sport. Het is een
manier van leven, zo blijkt uit hun anekdotes die
zijn doorspekt met bijnamen van jachtopzieners
en stropers zoals Piet van der Meij alias Piet Poes
vanwege zijn sluiptechniek en Kees 't Mannetje die
onwaarschijnlijk klein was. Hilarisch zijn de manieren
waarop prooien werden gelokt, zoals de befaamde
'kattenmaggi', een uitvinding van Bert. Hij maakte
een mengsel van lauw water en lichaamsdelen van
een kat, liet dat dagen achter de kachel 'werken'
en verspreidde dit onweerstaanbare goedje in de
duinen om vossen en katten te lokken. Tom: ''Ik weet
nog precies wanneer ik mijn eerste vos schoot. In
1972. Bij volle maan.'' Bert: ''Ik zag meteen dat Tom
een fanatiekeling was.'Tom: ''Nog steeds. Er gaat
geen uur voorbij of ik denk aan jagen." Zoals Ileen
Montijn in Hoog Geboren stelt: de jacht is verslavend.
Voor Bert niet meer, want glimlacht hij: ''Ik ben milder
geworden.''
Verloren evenwicht
Beide mannen hebben nog net het exclusieve
genoegen meegemaakt om met de adel te jagen.
Vanaf het moment dat het voormalige lustoord
na de openstelling door PWN en Staatsbosbeheer
toegankelijk wordt voor 'de gewone man,
begint het zijn paradijselijke trekjes te verliezen.
Een onontkoombare ontwikkeling lijkt wel. De
natuurbeleving verandert, mensen zijn sentimenteler
- dieren zijn schattig of zielig - en jagen past daar
niet meer bij. Deze veranderende mores zijn - samen
met de vergrassing, de verzuring, de gedecimeerde
konijnenstand en de toegenomen recreatiedruk -
verantwoordelijk voor het verbroken evenwicht
in het duin. De vossenexplosie en het uitdijende
hertenbestand baren Tom en Bert zorgen. Tom: ''In
mijn ogen is de jacht, als onderdeel van verantwoord
natuurbeheer, onmisbaar. Zeggen mensen tegen
me: "Ik zie geen vlinders meer!" Vind je het gek? De
herten vreten alles kaal. Of ze vragen zich af waar de
weidevogels zijn gebleven. Maar de vos verjaagt alle
bodembroeders. Begin jaren zeventig telde ik hier
nota bene 23 wulpennesten."
Beide mannen zien met lede ogen hoe het
buitenleven van hun jonge jaren is verdwenen.
Oké, er wordt in de duinen volop gewandeld,
gefietst en gesport, maar het vrije zwerven bestaat
niet meer. Zonder zich te willen bezondigen aan
cultuurpessimisme constateert het gezelschap
dat daarmee ook de vanzelfsprekende omgang
met de natuur teniet is gegaan. De 'buitenman'
behoort - net als vissers, boeren en jagers - tot een
uitstervende soort. Bert op een vraag hoe hij vossen
wist te lokken: ''Je weet toch hoe een vos leeft? Dat
weet je gewoon!'Tom: ''Mijn zonen hebben geen
tijd meer. Ze hebben het druk met hun gezin, werk,
sociale contacten." Bert: 'Jongeren zitten achter de
computer of gamestation, ik zie ze niet buiten."
Revival
Maar ach. Er is niet een héle wereld vergaan.
Nog steeds is het Middenduin rijk bedeeld met
landschappelijk schoon. De afwisseling van hoge
duinen met diepe dalen is uniek, net als de duinvallei
in Middenduin die zich schijnbaar ongerept voor
je uitstrekt met een vanzelfsprekendheid alsof het
nooit anders is geweest. We tellen nog tientallen
vogelsoorten (67), vlinders, libellen, honderden
planten- en bloemensoorten (1500). Van ijsvogels,
boompiepers tot de grote ratelaar en de zeldzame
waterviolier. Voor de oplettende liefhebber vormt
het Middenduin een aards paradijs. Eentje die het
waard is om te beschermen tegen de verstedelijking.
En wie weet zijn het buitenleven en de jacht aan een
heuse revival toe. Naarmate het keurslijf van de social
media en de bereikbaarheid meer gaat knellen, kan
de waardering voor buiten rondzwerven, plukken en
jagen alleen maar toenemen. Zoals prins Bernhard
Tom al jaren geleden toevertrouwde: ''Er is niets dat
je hoofd zo leeg kan maken als de jacht." Zo past het
eten van wild in de trend van 'authentiek duurzaam
voedsel'. Afgelopen zomer braken tweehonderd
chef-koks - in een reactie op de kabinetsplannen om
de jacht aan banden te leggen - een lans voor de
zogenaamde benuttingsjacht. Zelfs de beheerjacht,
voor het evenwichtsherstel van de natuur, oogst
bijval. Het zou dé oplossing zijn om de wildgroei aan
ganzen en herten in te tomen. En als het aan Tom en
Bert zou liggen, hoort ook de vos in dit rijtje thuis.
Truus Zonneveld is tekstschrijver en redacteur,
verbonden aan Tekstbureau Zonneveld Thöne
Beverwijk, gespecialiseerd in publicaties over natuur,
landschap en cultuurhistorie. www.tekzt.nl
Bronnen:
- Onderhoud met Bert Hartoch en Tom in den Bosch,
d.d. 10 juni 2015.
- Rolf Roos (red.) Duinen en mensen Kennemerland (St.
Natuurmedia, Amsterdam 2009)
- Ileen Montijn, Hoog geboren. 250jaar Adellijk leven in
Nederland (Contact, Amsterdam 2012)
- M. Visser-Poldervaart, Een inventarisatie van de
cultuurhistorische en aardkundige waarden aangevuld
met kennis van diverse experts uit het gebied (2008)
www.duinenenmensen.nl
- 'Drs. Ellen Mookhoek, Jagen is heel natuurlijk', NRC
Handelsblad, 22 juni 2015