www.onsbloemendaal.nl nr. 1 voorjaar 2016 Een jonge baron draagt door roekeloos rijden in zijn heuse automobiel een stevig steentje bij aan het stof. In de historische nacht van 30 op 31 augustus van het jaar 1906 raakt Jan Rudolph Kemper baron van Ittersum (1877-1939), oudste zoon op het Bennebroekse Huis te Bijweg, verwikkeld in een verkeersincident dat nog lang zal nagalmen. De opponenten zijn de Bennebroekse veldwachters Smits, vader van tien kinderen, en Lokersen. Ze zien dat de baron geen signaalhoorn heeft zoals dat door de Motorrijtuigenwet is voorgeschreven en stappen de weg op om hem tegen te houden. Maar de jonge baron rijdt in volle vaart door en de veldwachters redden het vege lijf door ijlings weg te springen. Het leidt tot nachtelijke consternatie in het dorp. De volgende dag gaan Lokersen en Smits naar het Huis te Bijweg om proces-verbaal op te maken. De jonge baron laat zijn huisknecht zeggen dat hij niets met ze te maken heeft en dat het hem koud laat of ze al dan niet proces-verbaal opmaken. Zij maken verbaal op en het komt tot een proces bij het Haarlemse kantongerecht. De officier van justitie vindt het optreden van de jonge baron bar en boos, en voor een beschaafd mens alle spuigaten uit lopend. De eis is tien dagen hechtenis plus een boete. Even later blijkt dat de jonge baron wél een signaalhoorn op zijn auto had, ofschoon die niet voldoende hoorbaar was. Hoe de beide veldwachters dat in de nacht en van veraf konden vaststellen is niet duidelijk. Wellicht wilden zij de baron tijdens het rijden op de openbare weg betrappen omdat zij al wisten van de gebrekkige hoorn op zijn auto. Tuftuftomanie Wat misschien vooral speelt is een botsing tussen oudere mannen uit de lagere middenklasse die strijden voor behoud van hun lokale gezag en visie op de wereld en iemand uit de hoogste klasse die met jeugdige overmoed de technologische vernieuwingen in de wijde wereld najaagt. Er valt voor de jonge baron wel enig begrip op te brengen gezien de bureaucratische rompslomp die bij het aanvragen van een rijbewijs kwam kijken. Zijn jongere broer Paul had al 'vergunning om met een motorvoertuig in de provincie Noord-Holland' te rijden en oudste broer Jan, veel in het buitenland voor de jacht en omgang met paarden, wilde bij terugkeer in Nederland in 1905 ook een dergelijke vergunning. Na veel vijven en zessen kreeg hij die uiteindelijk voor het rijden in Noord-Holland, maar met de inmiddels ingestelde beperking dat hij alleen op de rijkswegen mocht komen. Met zijn onstuimige karakter zal hij daar behoorlijk moeite mee hebben gehad. De zaak van de signaalhoorn krijgt aandacht in de landelijke pers. De Residentiebode uit Den Haag brengt daarop een opiniërend hoofdartikel met als titel 'Alweer Tuftuftomanie'. De auteur schrijft Huis te Bijweg, 1905 (NHA) www.onsbloemendaal.nl nr. 1 voorjaar 2016 over 'woestelingen' die in hun automobielen de wegen onveilig maken en 'onverlaten' bij wie zich een razernij meester maakt die de meest gemoedelijke mensen in 'autobeesten' verandert. Bij de jonge Bennebroekse baron ziet de schrijver deze razernij gepaard gaan met zo veel blufferige moedwil en bekrompenheid van geestvermogens dat hij bijna twee veldwachters vermoordt en dat die wild woeste storm zelfs de volgende dag nog niet is gaan liggen. De jonge baron, verwoed jager en vechtersbaas met jeugdige overmoed, voelt zich zwaar in zijn eer aangetast en roept de schrijver van het stuk ter verantwoording. Dat blijkt jonkheer J.W.G.C. van Nispen tot Sevenaer uit Den Haag te zijn. Van Nispen is niet van zins om een woord terug te nemen, waarop de drieste Kemper van Ittersum hem tot een duel uitdaagt. Maar de schrijver is niet in staat de wapens te hanteren. Adellijk beraad Daarop komen de leiders van de Gelderse Ridderschap in actie. Jonkheer Mr. H. de Ranitz en A. baron Schimmelpenninck van der Oye van Nijenbeek en de Poll voeren overleg met de beide kemphanen en nodigen hen ten slotte uit voor een verzoeningsgesprek ten huize van Mr De Ranitz in Den Haag, mede in aanwezigheid van nog een baron van Ittersum, nog twee jonkheren van Nispen tot Sevenaer en jonkheer J.L. Mock uit Santpoort. Krantenschrijver van Nispen erkent dat hij te ver is gegaan in zijn scheldkanonnade. Jan Kemper baron van Ittersum van Huis te Bijweg trekt zijn uitdaging tot een duel in. Daarmee is de zaak gesust. Bovendien komt de jonge baron er in Haarlem met een boete vanaf. Maar hij is zo verbolgen door de hele affaire dat hij Bennebroek en zelfs Nederland verlaat om zich in Duitsland aan het paardenfokken te gaan wijden. Hij komt maar af en toe in Bennebroek. Pas in de jaren twintig is hij definitief terug en zal als raadslid en wethouder en in 1925 zelfs als waarnemend burgemeester aan het plaatselijk gezag bijdragen. Met dank aan Noul baron van Ittersum, Bennebroek Literatuur www.geni.com/people/Jan-Rudolph- van-Ittersum/6000000036361090129 J.W. Groesbeek, Bennebroek. Beeld van een dorpsgemeenschap (Zutphen 1982). Over het Landgoed Staverden zie: beleefstaverden.nl/media/upload/files/ Historie-Staverden.pdf J.W. van Nispen tot Sevenaer 'Alweer Tuftuftomanie', in: De Residentiebode, 29 september 1906. Rijksstraatweg Bennebroek

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2016 | | pagina 14