Een wittekragencrimineel
te Bennebroek
16 www.onsbloemendaal.nl nr. 1 voorjaar 2016
Marie-Christine Marres
Schandaal in Bennebroek! In 1732 blijkt Marinus van der Grijp,
de jeugdige eigenaar van buitenplaats Middendorp en hofstede
De Uijtvlugt, een innemende paarden- en jachtliefhebber, een onvervalste
wittekragencrimineel. De bekende Amsterdamse chroniqueur Jacob Bicker
Raye deed in zijn Dagboek uitgebreid verslag van de affaire.
- V
rA^V-: .--Jty.ï v.. -
?*p-< - a t V.
Het weiland achter de Hervormde kerk in Bennebroek, waar de buitens
van Van der Grijp lagen. Middendorp rechts en Zeerust links van de kerk
KbKRt
www.onsbloemendaal.nl nr. 1 voorjaar 2016
17
Gesprek van de dag
Bicker Raye was een telg uit een koopmansfamilie
uit Amsterdam. Zijn vader was suikerraffinadeur
in Amsterdam en zijn moeder stamde uit een
vooraanstaande patriciërsfamilie, de Bickers. Zelf was
hij onder andere werkzaam op het 'Excijns Huis' te
Amsterdam en als afslager op de Grote Vischmarkt.
Jacob was goed op de hoogte van het gesprek van
de dag in de hoofdstad en in het jaar 1732 besloot hij
een en ander op te tekenen, hetgeen hij - met enige
tussenpozen - veertig jaar heeft volgehouden. In
zijn Dagboek schrijft hij niet over datgene wat hem
persoonlijk bezig houdt, maar juist over allerhande
voorvallen in de wereld om hem heen die hem ter ore
kwamen. Dit dagboek geeft zo een kleurrijk beeld van
het leven in Amsterdam in de achttiende eeuw, zowel
van dat van de allerarmsten als van de hoogste klasse.
Uit deze aantekeningen blijkt maar weer dat diefstal
en overspel van alle tijden zijn en in alle lagen van de
bevolking voorkomen.
Weeskamerklerk
Zo was er de klerk Marinus van der Grijp Hendriksz.,
werkzaam op de Weeskamer van Amsterdam. De
Weeskamer was een bestuurscollege dat namens de
Burgemeesters verantwoordelijk was voor het beheer
van de erfenissen van wezen, waarmee zo mogelijk
een deel van de zorg voor deze kinderen betaald
werd. Van der Grijp was in 1711 geboren in Hoorn en
afkomstig uit een koopmansfamilie die zowel banden
had met de Verenigde Oost-Indische als met de West-
Indische Compagnie. Marinus was ongeveer zestien
toen hij een betrekking kreeg op de Weeskamer als
weesmeester en als eerste klerk. De rentmeesters
waren dermate tevreden over de jongeman, dat zij
meer en meer werkzaamheden aan hem overlieten.
Deze grote zelfstandigheid bood Van der Grijp
de 'ockasi' om de sleutels van de kassen van de
Weeskamer na te laten maken, waarna hij zich grote
sommen geld toe-eigende. De koopmansfamilie
Van der Grijp was gewoon het familiekapitaal in
vastgoed te beleggen, en ook Marinus kocht met
zijn illegaal verworven fortuin naast zijn huis op
de Herengracht in Amsterdam een buiten, en wel
in Bennebroek. In 1731 werd hij voor 3375 gulden
eigenaar van buitenplaats Middendorp, gelegen
aan de Binnenweg, tussen de Hervormde Kerk en de
Roohellerzandvaart. In 1732 kocht hij ook de hofstede
De Uijtvlugt (ook wel Zeerust en later De Dageraad
geheten) voor 2500 gulden, alsmede boomgaard Het
Hekkeveld.
Liefhebberijen
Zo had deze bon vivant zich een aanzienlijk terrein
verworven, alwaar hij zich ten volle aan zijn
geldverslindende liefhebberijen kon wijden. Vooral
aan zijn omvangrijke paardenbestand gaf hij veel
geld uit. Volgens Bicker Raye schrok hij er niet voor
terug om voor sommige van zijn paarden 1400 tot
1500 gulden neer te tellen om ze korte tijd later voor
een 'bagatel' weer te verkopen of voor niets weg
te geven. Daarnaast was hij een groot liefhebber
van de jacht en hield hij een groot aantal honden,
die 'met zilveren koppels aan elkander gekoppeld
waren'. Dan omringde hij zich ook nog graag met
vrouwelijk schoon. Marinus was negentien jaar oud
toen hij trouwde en was vader van twee kinderen.
Dit weerhield hem er echter niet van om er 'een, twee
en soms wel drie meisjes op na te houden voor zijn
plezier'
De handel en wandel van deze losbol is aan het
licht gekomen toen men op de Weeskamer argwaan
gekregen had en na een onderzoek ontdekte dat
hun ijverige en toegewijde klerk 180.000 gulden had
verduisterd: het equivalent van een paar miljoen euro
nu. Marinus van der Grijp was toen al naar Brussel
gevlucht met medeneming van zoveel mogelijk
kostbaarheden en juwelen. Zijn negentienjarige
vrouw liet hij achter met twee kinderen en de derde
op komst.
Veel is er daarna niet meer van Marinus van der
Grijp vernomen. Om schuldeisers te kunnen betalen
zijn al zijn Bennebroekse bezittingen geveild en
gingen zowel Middendorp als De Uijtvlugt over
in Amsterdamse handen. Inmiddels zijn beide
buitenplaatsen gesloopt en is er niets meer dat nog
herinnert aan deze spraakmakende eerste klerk van
de Amsterdamse Weeskamer.
Bronnen:
Jacob Bicker Raye, Dagboek Jacob Bicker Raye 1732
1772, (F. Beijerinck en M.G. de Boer eds, Amsterdam
1935)
Anja Kroon, 'Marinus van der Grijp, de losbandige
eigenaar van Middendorp en Zeerust in Bennebroek',
in: Heerlijkheden, zomer 2012 nr. 153, 11-16.