De Affaire Foelkel 18 www.onsbloemendaal.nl nr. 1 voorjaar 2016 Kinderen voor de school waar onderwijzer Foelkel les gaf, 1917 (NHA) Rosemarij Schotte Op 12 mei 1921 vragen twee onderwijzers van de Openbare School C aan de De Gene^etweg in Bloemendaal ontslag aan. B&W adviseren beiden eervol ontslag te verlenen. Bij de behandeling van het ontslag van een van deze onderwijzers, steekt burgemee^er Bas Backer zijn afkeuring niet onder stoelen of banken. www.onsbloemendaal.nl nr. 1 voorjaar 2016 1 De Burgemeester laat de raadsleden weten dat zij blij mogen zijn dat ze zo op elegante wijze van onderwijzer Otto F. Foelkel af zijn gekomen. Volgens Backer heeft Foelkel bij zijn indiensttreding voorgewend zenuwziek te zijn. Maar dat was nog niet het ergste, hij zou in de distributietijd handel hebben gedreven in verboden middelen. Ook zijn onderwijskwaliteiten waren ondermaats en hij zou van zijn opleidingsschool zijn weggejaagd. De arme heer K. Tinholt, het hoofd van de school, was bij de indiensttreding om de tuin geleid. Tijdens een proefles had Foelkel niet in zijn eigen klas lesgegeven, maar in die van een hele goede onderwijzeres. En alsof dit alles nog niet erg genoeg is, blijkt de onderwijzer er een 'onzedelijke levenswijze' op na te houden. Foelkel laat het niet op zich zitten en in maart 1922 wendt hij zich tot de Raad en beklaagt zich dat de Burgemeester hem in een Openbare Vergadering heeft aangetast in zijn eer en goede naam. Hij eist eerherstel. Burgemeester Backer peinst daar niet over. Er komt geen onderzoek, maar de burgemeester stelt voor de zaak in een geheime vergadering te behandelen en zo belandde de hele affaire Foelkel in de doofpot. Waar rook is Had Foelkel eerherstel moeten krijgen of was hij er met zijn eervol ontslag goed vanaf gekomen? Zelf zei hij een rapport van een zenuwarts te hebben als bewijs voor zijn ziekte, maar of hij van de opleiding is verjaagd blijft een vraag. Zijn 'onzedelijke gedrag' blijkt terug te voeren op het feit dat hij gescheiden leefde van zijn vrouw en kinderen. Deze woonden in Duitsland wachtende op een flinke erfenis. Binnen de Raad vindt menigeen dat deze huwelijksmoraal misschien bij sociaaldemocraten acceptabel wordt gevonden, maar niet in het keurige Bloemendaal. Dat Foelkel geen gemakkelijk persoon was, bleek wel uit een later akkefietje dat hij met zijn werkgever had. In de gemeente Apeldoorn werkte hij als onderwijzer aan de School 27. Wegens het teruglopende aantal leerlingen moest daar in 1933 een leerkracht weg. De gemeente wilde graag van Foelkel af en zag zo haar kans; er werd eervol ontslag voor hem aangevraagd. De onderwijzer was het hier echter niet mee eens, diegene met de minste bevoegdheden en kleinst aantal dienstjaren moest immers als eerste ontslag krijgen. Gedeputeerde Staten gaven hem gelijk. De gemeente zette door, zij wilde van deze onzedelijke onderwijzer af. Zij voerde aan dat de heer Foelkel niet een goed opvoeder van de jeugd kon zijn aangezien hij weliswaar voor de ambtenaar van de burgerlijke stand was getrouwd, maar de taken van gezinshoofd niet naar behoren uitvoerde. Terwijl zijn vrouw en kinderen in Duitsland verbleven, had hij het wel erg gezellig met zijn inwonende dienstbode. Daarnaast was hij slordig met de leermiddelen en gaf hij te hoge cijfers. Is het heden ten dage de normaalste zaak dat leerlingen hun eigen schoolwerk corrigeren, toen Foelkel dit deed noemde men hem lui. Deze argumenten waren niet voldoende. Bij Koninklijk Besluit wordt het ontslag van Foelkel op 2 oktober 1934 teruggedraaid, hij krijgt zijn baan bij School 27 terug en de jonge talentvolle onderwijzer Dibbits wordt alsnog ontslagen. Bronnen Algemeen Handelsblad, 31 augustus 1934 Bloemendaalsch Weekblad, 8 april en 9 september 1922 Raadsnotulen Gemeentebestuur Apeldoorn, 19 december 1933 en 5 april 1934 Lokaal in de Openbare Lagere School van meester Tinholt. De school werd in 1902 gebouwd, 7 januari 1903 in gebruik genomen en in mei 1936 gesloopt, 1917 (NHA)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2016 | | pagina 18