Schandaaltjes op de zendingsfeesten In 1890 en 1895 werden op Leyduin door de gezamenlijke prote^antse zendingsorganisaties 'Zendingsfee^en' georganiseerd, ten bate van de verbreiding van het geloof in de koloniën. Het landgoed werd daartoe door eigenaar en bewoner mr. Henrick Samuel van Lennep om niet ter beschikking gebeld. www.onsbloemendaal.nl nr. 1 voorjaar 2016 Duizenden mensen bezochten de zendingsfeesten. Ze kwamen per koets, per schuit en met extra treinen die stopten bij de halte Mannepad. De sfeer op de feesten was ongedwongen, gezellig en vrij. Maar hoe stichtelijk deze 'Zendingsfeesten' op Leyduin ook waren, ze werden soms ontsierd door onstichtelijke voorvallen. Heilsfanfare Niet alle bezoekers van de feesten kwamen met onbaatzuchtige bedoelingen. Zo meldde het Haarlem's Dagblad op 4 juli 1890 dat de leden van het Heilsleger op het Zendingsfeest van de vorige dag veel te ver waren gegaan. 'Reeds dadelijk na de aanvang van het feest', schreef de krant, 'hadden zij gepoogd een optocht te houden met muziek voorop en langs den hoofdweg heen en weder te loopen. Op het eerste verbod gehoorzaamden zij, maar even later kwamen zij weder met hunne levenmakende instrumenten, zoodat de president der feestcommissie genoodzaakt was met ontruiming van het terrein te dreigen, alvorens men genegen was, nog wel onder protest, zich te verwijderen. Ernstig keuren wij deze handelingen van het Heilsleger af, waren zij stil en ordelijk geweest, dan hadden zij ongestoord aan het feest kunnen deelnemen en misschien beter hun doel bereikt dan nu met hunne ongepaste reclame. Zóó wekken zij weinig sympathie, en het kleine restje daarvan, dat zij nog bezitten, zal er niet op vooruit gaan.' De bestolen kantinehouder Het Leidsch Dagblad signaleerde enkele dagen later een nog ernstiger vergrijp. De kantinehouder op het Zendingsfeest op Leyduin had een schade geleden van vijftien gulden (nu: 185 euro) door de kwade praktijken van enige oplichters 'die', aldus de krant, 'zelfs bij dergelijke feesten niet schijnen te ontbreken.' Wat was er gebeurd? Bij de kantinehouder waren vouwstoeltjes te huur voor een gulden. Bij het terugbrengen kreeg men 75 cent retour, zodat de huur van het stoeltje uiteindelijk een kwartje bedroeg. Aan de muzikanten waren ook stoeltjes verstrekt, die zij na afloop van het spelen echter lieten staan. En daarvan hebben enkele lieden misbruik gemaakt. Zij namen de stoeltjes mee, leverden ze in bij de kantine en ontvingen per stuk drie kwartjes! 'Zendingsvee' Vijf jaar later bij het tweede Zendingsfeest, waarvoor de heer Van Lennep zijn landgoed Leyduin ter beschikking stelde, was een huurkoetsier de dupe. Het voorval drong zelfs door tot dagblad De Locomotief dat in Semarang in Nederlands-Indië verscheen. Op 6 augustus 1895 schreef de krant dat een huurkoetsier uit Haarlem, die aan het zendingsfeest op Leyduin een voordeeltje wilde behalen, twee paarden had gespannen voor een grote Jan Plezier. Met krijt had hij op de zijkant van de wagen geschreven: 30 Sent per Perzoon Zendingsveest Met de Jan Plezier haalde hij mensen op bij het station Haarlem en vervoerde ze naar Leyduin. Toen hij bij de Grote Houtpoort even stilstond, veegde een grappenmaker de s en de t van het - toch al niet gelukkig gespelde - woord Zendingsveest weg, zodat er nu stond: 30 Sent per Perzoon Zendingsvee De koetsier kwam later, door het wegblijven van de klanten, tot de ontdekking dat er iets niet klopte....4 Drukte op zendingsfeest Leyduin in 1910. (NHA)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2016 | | pagina 20