Eendracht en bedaarde liefde:
het timpaan van villa Wildhoef
Venus was de representant van een zekere beheersing
in de liefde, Amor staat voor de bandeloosheid
Medaillon met
Venus voorstelling
in het timpaan van
Wildhoef (Foto H.
Dirksen)
Peter van der Eerden
De tuingevel van Wildhoef wordt bekroond door een driehoekig
timpaan, aangebracht in opdracht van Willem Philip Kops. Het bevat
een interessante houten sculptuur. Wat die afbeelding voorstelt, lijkt
niemand zich tot dusver te hebben afgevraagd. Hier volgt een poging
tot interpretatie.
www.onsbloemendaal.nl nr. 1 voorjaar 2017
De tuinvleugel van de buitenplaats
Wildhoef is een typisch classicistisch
bouwwerk. 'Edele eenvoud' zoals
de tijdgenoten het noemden, was
het oogmerk van de bouwheer
en de bouwmeester. De gevel
moet het vooral hebben van zijn harmonieuze
proporties en een spel met banden en lijsten. De
decoratie blijft beperkt tot de bovenste zone, waar
zich een gebeeldhouwd timpaan bevindt. Dit
werd oorspronkelijk geflankeerd door tweemaal
twee beeldgroepen van koppeltjes putti (naakte
kinderfiguurtjes) op de daklijst, die de seizoenen
verbeelden. Deze gerestaureerde putti staan
thans in het huis opgesteld om ze tegen weer en
wind te beschermen. Het oog van de beschouwer
concentreert zich nu vanzelf op het snijwerk van
het timpaan, dat reeds meer dan twee eeuwen
de zeewind trotseert en inmiddels hard toe is aan
restauratie.
Edele eenvoud
De vulling van het fronton bestaat uit een
cirkelvormig medaillon, opgehangen aan een grote
strik, die twee guirlandes aan weerszijden van het
medaillon verbindt, die op hun beurt verbonden zijn
met rijk versierd rankenwerk van acanthusbladeren,
dat tot de hoeken van het timpaan doorloopt.
Centraal staat letterlijk en figuurlijk de voorstelling
op het medaillon, gevat in een parelrand. Op een
voetstuk bevindt zich een vrouwengestalte in een
gewaad dat haar bovenlichaam en onderbenen vrij
laat. Zij klemt een bundel pijlen, die door een band
bijeen gehouden wordt, tegen haar borst. Links
en rechts van haar staan twee nagenoeg naakte
knaapjes, die beiden een arm naar haar uitsteken. Het
ene is frontaal, het andere van terzijde afgebeeld.
Venus en Amor
Tot nu toe is de interpretatie van dit groepje in de
literatuur over de buitenplaats van Willem Philips
Kops achterwege gebleven. Wij wagen een poging
daar verandering in te brengen. Twee betekenissen
lijken zich aan te dienen. De eerste knoopt aan
bij een lange beeldtraditie. Het classicisme was
de laatste artistieke stroming, die zich beriep op
een afstamming in rechte lijn van de antieken. En
in de antieke traditie is een naakte of halfnaakte
vrouw vergezeld door een naakt knaapje veelal de
liefdesgodin Venus met haar zoon Amor of Cupido.
Rond een cultische kern, waarbij het draaide om
seksuele lust, vruchtbaarheid en voortplanting,
was een breed scala aan mythen ontstaan,
verhalen waarin de beide goden in diverse rollen
optraden. Eén daarvan is voor Wildhoef ter zake.
Venus was in dat verhaal de representant van een
zekere beheersing in de liefde, Amor staat voor de
bandeloosheid, de ongeremde lustbeleving. Hij
schiet zijn liefdespijlen in het wilde weg en ontziet
daarbij zelfs zijn eigen moeder niet. Voor straf dreigt
zij hem zijn magische wapens af te nemen en deze
desnoods kapot te maken. Dit thema van Venus
die Amor ontwapent, deed in de renaissance zijn
intrede in de beeldende kunst. Aanvankelijk bood het
kunstenaars de gelegenheid om vrouwelijke naakten
weer te geven, die zich in aantrekkelijke posen rekten
om naar het wapentuig van de begerige Amor te
grijpen. Tot in de negentiende eeuw bleef deze
variant kunstenaars en kunstkopers bekoren.
Moraliserende versies
In de loop van de zeventiende en achttiende eeuw
kwamen ook wat meer moraliserende versies in
omloop. De dame op het schilderij van de Franse
schilder Frangois de Troy die zich liet portretteren
als Venus, die een pijlenkoker buiten het bereik
van Amor houdt, wilde de beschouwers niet zo
zeer overtuigen van haar erotische attracties, als
wel van haar vermogen om de liefde te sturen en
in toom te houden. Een grote stap dichterbij het
Wildhoeftympaan staan twee werken van Antoine
Watteau uit de periode 1717-1719. Zowel op Les
Plaisirs d'amour als op L'Embarquement pour Cythère
komt een tuinbeeld voor, waarop een staande,
naakte Venus een pijlenkoker terzijde weghoudt
bij een Amor die met een uitgestrekte arm tegen
haar aan staat. Het tweede doek behoort tot de
beroemdste schilderijen van de achttiende eeuw.
Een grote gravure van Nicolas Henri Tardieu uit 1733
maakte het werk in heel Europa toegankelijk. Van
het tuinbeeld zelf zijn geen voorbeelden bekend;
vermoedelijk was het een eigen bedenksel van de
schilder. Waarschijnlijk heeft Watteau er eveneens de
matiging van de liefdesdriften mee willen aanduiden.