Verstandige liefde die de wilde hartstocht temt, was een thema
dat de degelijke doopsgezinde koopman Kops ter harte moet
zijn gegaan
18 www.onsbloemendaal.nl nr. 3 najaar 2016
Fragonard, La surprise ou le rendez-vous (1774)
Bronzino, Venus en Amor (ca.1540)
www.onsbloemendaal.nl nr. 1 voorjaar 2017 19
Watteau en Wildhoef zijn nog door zo'n driekwart
eeuw van elkaar gescheiden, maar die afstand
wordt moeiteloos overbrugd door de beeldtradities.
Watteau's tuinbeeld werd bijvoorbeeld
overgenomen door de rococokunstenaar Honoré
Fragonard. Op een schilderij uit 1773, La surprise ou
le rendez-vous, deel van een cyclus voor Madame
Du Barry, prijkt het prominent als deel van een
liefdesscène. Tussen Fragonard en het timpaanbeeld
ligt nog slechts een beperkte tijdspanne, maar een
niet geringe stilistische kloof. Juist in de jaren dat
de schilder zijn amoureuze werken vervaardigde,
was de wind in de Europese kunst weer eens uit
de classicistische hoek gaan waaien. De grillige
zwierigheid van de rococo maakte plaats voor de
eenvoud en statigheid van de antieke vormtaal.
Wildhoeftimpaan
Toen Kops begin jaren negentig de opdracht voor
het Wildhoeftimpaan verleende, was deze nieuwe
stijl ook in Nederland gemeengoed geworden.
En dus zien we nu een enigszins stijve Venus, ver
verwijderd van de renaissancistische sensualiteit
en van de Franse elegantie. Als ze niet een
pijlenbundel tegen zich aanklemde, die de godin in
de oudheid als attribuut niet kende, had ze kunnen
doorgaan voor de kopie van een antiek beeld.
Alleen de amortjes met hun uitgestrekte armpjes
herinneren nog aan de oudere barokke voorkeur
voor beweeglijkheid en nadrukkelijk vorm gegeven
emoties. Dat het er twee zijn, behoeft overigens niet
te verbazen. Al in de oudheid werd Amor soms in
veelvoud afgebeeld.
Hiermee zou de duiding van het timpaan voltooid
kunnen zijn, ware het niet dat de vrouw in het
medaillon een pijlenbundel omhoog houdt,
in plaats van een boog, een losse pijl of een
pijlenkoker, zoals haar talloze voorgangsters.
De schietgrage liefdesgod liep echter helemaal
niet met bijeengebonden pijlenbundels rond.
Dat zou maar onpraktisch zijn bij zo'n impulsief
godje. En daarmee opent zich het uitzicht op een
tweede, min of meer ondergeschoven, betekenis
van het beeld. Pijlenbundels met zeven pijlen,
meestal vastgehouden door een leeuw, vormen
sinds de Opstand een symbool voor de Verenigde
Nederlanden, de rebelse republiek, waar, juist bij het
voortdurend feitelijk gebrek eraan, de onderlinge
militaire eendracht als waarde gekoesterd werd.
In de loop van de achttiende eeuw gaan deze
pijlenbundels op een wat abstracter niveau naar
de Eendracht als gezindheid verwijzen. Ze worden
dan vaak vastgehouden door vrouwengestalten,
die ofwel zelf de Eendracht personifiëren, ofwel de
Nederlandse maagd voorstellen, die de eendracht
koestert.
Suggestie van eendracht
Gedurende de oplopende politieke spanningen
tussen Oranjegezinde en patriotten bedienden
vooral de laatsten zich graag van deze symboliek.
De vrouwengestalte werd dan behalve met de
pijlenbundel uitgerust met vrijheidssymboliek,
zoals een lans en de vrijheidshoed. Op Wildhoef
ontbreken deze laatste, niet mis te duiden
symbolen. Waarschijnlijk waren de bouwjaren,
net voor de machtswisseling van 1795, niet de
gelukkigste om al te provocerend van patriotse
sympathieën te getuigen. Stadhouder Willem V zat
op dat moment dankzij zijn Pruisische connecties
immers weer tamelijk stevig in het zadel. Kops was
ook geen man voor radicale stellingnames. Aan een
voorzichtige suggestie van eendracht kon echter
niemand aanstoot nemen. Deze twee interpretaties
van het timpaan sluiten elkaar geenszins uit.
Verstandige liefde die de wilde hartstocht temt, was
een thema dat de degelijke doopsgezinde koopman
Kops ter harte moet zijn gegaan. Enkele jaren eerder
had Amor het park van Wildhoef onveilig gemaakt
met pijlen, die de familie Kops als in gif gedoopt
moet hebben beschouwd (zie het artikel op pag 21).
En de eendracht van de natie, gedrenkt in vrijheid
en gelijkheid was voor deze representant van
een nog immer niet gelijkberechtigde religieuze
minderheid ongetwijfeld een lang gekoesterd
ideaal.
Het spel met meervoudige betekenissen behoort
tot de kenmerken van de Nederlandse kunst. Willem
Philip Kops was als kunstkenner en intellectueel
zeker tot dat spel in staat. En hetzelfde geldt voor
de twee kunstenaars, die wij achter de conceptie
van het timpaan vermoeden, namelijk de architect
Abraham van der Hart en de beeldhouwer Anthonie
Ziesenis (zie pag 6).