De bezieling en de toewijding van
Dankbaar misten hun uitwerking
1
24 www.onsbloemendaal.nl nr. 1 voorjaar 2017
De Keizersstraat
stond in de jaren
'20 van de vorige
eeuw voor armoede,
werkeloosheid,
kinderrijke
gezinnen en povere behuizing. De
Amsterdamse kantoorbediende en
evangelist-in-zijn-vrije-tijd W.F.G.
Dankbaar trok zich hun lot aan en
ging aan de slag om deze mensen
een menswaardig bestaan te
geven en ze tegelijkertijd de weg
naar het christendom te wijzen.
'Dankbaar', zo werd hij genoemd
en aangesproken, was employé
bij de Cultuurmaatschappij der
Vorstenlanden in Amsterdam en stak
zijn vrije tijd in maatschappelijk werk,
evangelisatie- en zondagschoolwerk
ten behoeve van de bewoners van de
Nieuwmarktbuurt. Zijn activiteiten
waren voor een brede doelgroep
bestemd doch droegen een
Nederlands-hervormde signatuur.
Voor de kinderen begon hij een
zondagschool in het gebouw van de
'Kinderbewaarplaats', een christelijke
bewaarschool, Keizersstraat 23. In
dit verband mag niet onvermeld
blijven dat in 1932 in dit gebouw
het drie jaar eerder opgerichte
Trenshuis*) werd gehuisvest: een
joodse kleuterschool die het hoofd
moest bieden aan de christelijke
zendingsdrang onder joodse kleuters
('de jeugdige slachtoffers van té ijverige
predikanten...') en hun ouders. Van
een verband tussen de activiteiten
van de hervormde kerk, c.q. Dankbaar,
en de oprichting van het Trenshuis,
is mij niets gebleken; het valt echter
evenmin uit te sluiten. Voor de
volwassenen werden religieuze
bijeenkomsten georganiseerd in een
niet-kerkelijke omgeving, om zo de
drempel te verlagen. De sfeer waarin
de bezieling en toewijding waarmee
Dankbaar dit werk deed, misten hun
uitwerking niet. Zijn activiteiten
genoten grote belangstelling van de
'Keizersstraters', zoals ze gemakshalve
genoemd werden. Dankbaar stortte
zich erop en het kostte hem bijna zijn
gezondheid.
Dankbaar in Bloemendaal
Op advies van de arts verhuist de
familie Dankbaar in 1915 naar het
rustiger en misschien gezonder
Bloemendaal. Het gezin vestigt
zich in het landhuisje Rijperweg 5
(architecten Roog en Van der Ban);
beide zoons Wim en Jo gaan via de
christelijke Bos en Duinschool naar het
Christelijk Lyceum in Haarlem.
Ook in Bloemendaal is Dankbaar
weldra in de ban van het jeugdwerk
en het maatschappelijk werk. Maar
de Keizersstraters vergeet hij niet!
Hij blijft diensten voor hen houden,
en op donderdag 29 mei 1919,
Hemelvaartsdag, reist een vijftigtal
Keizersstraters, jong en oud, per
spoor naar Bloemendaal. Op het
Bloemendaalse station worden zij
opgewacht door een deputatie
van de Hervormde Gemeente.
Gezamenlijk trekt men naar de
hervormde dorpskerk aan het
Kerkplein. Maar het blijft niet bij de
kerkdienst: het wordt een echt dagje
uit, en het blijft niet bij één keer. Tien
jaar lang maakt de Bloemendaalse
gemeenschap Hemelvaartsdag voor
de Keizersstraters tot een groot feest!
In Bloemendaal is iedereen er klaar
voor. In de dorpskerk zijn de plaatsen
voor de Keizersstraters gereserveerd.
Ds. J.A. van Leeuwen gaat voor. Op
Wildhoef weet Keetje Crommelin
wanneer zij in actie moet komen.
Tuinbaas Joh. Meij heeft alles in de
oranjerie, in de tuin en in het bos
in gereedheid gebracht. Zijn vrouw
www.onsbloemendaal.nl nr. 1 voorjaar 2017 25
Het gezin van tuinbaas Meij van Wiidhoef; v.i.n.r. moeder
Anna, Daatje, Anna, Piet, vader Johan, Jan en Henk
Dr. M.J.A.de Vrijer
Anna Meij-Croes en hun kinderen Piet,
Henk, Anna, Daatje en de kleine Jan
staan ook klaar voor het bezoek van
de Amsterdammers. De een roert de
soep, de tweede zet de banken klaar
en de ander harkt de paden of smeert
het brood. Iedereen kent zijn taak.
Soms wordt het Kopje bezocht,
het Pannenkoekenhuisje of het
Bloemendaalse Bos. En altijd speelt
het landgoed Wildhoef een centrale
rol in de organisatie: na de kerk
wordt koffie gedronken, of de lunch
geserveerd, er is soep en juffrouw
Crommelin heeft aandacht voor
de mensen. Twee keer, in 1927 en
1928, werd, met medewerking van
Bloemendaalse autobezitters, een
tochtje per auto gemaakt langs
Bloemendaals dreven. Via een oproep
in de krant meldden zich voldoende
Bloemendaalse autobezitters (er
waren toen ongeveer 100) om de
Keizersstraters te verrassen met
een autorit. Voor veel gasten zal dat
de eerste keer zijn geweest, en ze
genoten er enorm van.
Organisatiecomité
De organisatie van deze
Hemelvaartsdagen voor de
Keizersstraters, van 1919 tot 1928,
stond vanzelfsprekend onder leiding
van de heer Dankbaar. Hij liet zich
bijstaan door een organisatiecomité,
waarin de Hervormde Kerk van
Bloemendaal, mejuffrouw Van
Wickevoort Crommelin en haar
eerder genoemde tuinbaas Meij
en zijn familie een vooraanstaande
rol speelden. Voor de kerk was -
uiteraard - de dominee de bindende
figuur. Dat was het eerste jaar ds. J.A.
van Leeuwen en in de drie daarop
volgende jaren dr. M.J.A. de Vrijer. De
Vrijer was predikant in Bloemendaal
van 1920-1923. Hij vertrok naar
Amsterdam en werd de dominee
van de Oude Kerk, midden in het
'Keizersstraatgebied'. Hij deed veel
voor de bewoners van de wijk die aan
zijn zorg was toevertrouwd. Daarnaast
was hij een begenadigd spreker en
een bekend auteur van theologische
publicaties. Zijn laatste jaren bracht hij
door in het Heemsteedse zorgcentrum
'Kennemeroord' In 1923 werd hij
in Bloemendaal opgevolgd door de
populaire ds. J.C. van Dijk, die de
Keizersstraterstraditie voortzette tot
1928.
Dankbaar bleef aanvankelijk
in Bloemendaal wonen, na de
Rijperweg 5 op Brederodelaan 15;
de familie woonde ook enkele jaren
in de Zaanenstraat in Haarlem. In
deze periode werkte Dankbaar
ondermeer voor de lokale kerk in
Haarlem-Schoten. In Bloemendaal
was Dankbaar de motor achter de
totstandkoming van het Jeugdhuis
aan de Donkerelaan (nu Dorpshuis)
en van het bejaardenhuis Wildhoef,
dat vlak voor de Tweede Wereldoorlog
voltooid werd. Ook in Bloemendaal
hield hij zich bezig met jeugdwerk,
sociaal-maatschappelijk werk en
catechese. Dankbaar overleed in
1939. Zijn twee zoons Wim en Jo
studeerden beiden theologie.
Jo werd predikant. Wim werd ook
predikant en later hoogleraar; hij
huwde de Bloemendaalse Anneke
Beekman,
Ohel HaJeladiem een tent van de
kinderen
Bronnen:
Amsteiodanum, maandblad voor de
kennis van Amsterdam, januari 1949.
MJ.de Vrijer-Struijs, Dertig jaar
domineese. (Den Haag 1950).
Jaarboek van de Maatschappij der
Nederlandse Letterkunde te Leiden, 1941