Archief in de brandweerkazerne 28 www.onsbloemendaal.nl nr. 3 najaar 2017 GJ: Gert, de meeste mensen weten wel wat een vink is, maar wat is eigenlijk een vinkenbaan? GB: Dat is een installatie om vinken te vangen. In de herfst trokken honderdduizenden vinkachtigen vanuit het noorden via Nederland naar hun overwinteringsgebieden. Op een vinkenbaan kon je de vogels naar beneden lokken en met netten vangen voor de consumptie. Die netten werden door de vinkersbaas vanuit het vinkershuisje over de vogels heen dichtgeslagen door aan het vinkentouw te trekken. En dan oogsten maar! Alles ging de pan in, de snacks van vroeger. GJ: Je boek gaat over vinkenbanen in Bloemendaal. Waren er hier zo veel? GB: Uit de periode 1650-1912 zijn in Noord- en Zuid Holland in totaal 119 banen van buitenplaatsen in kaart gebracht. De helft daarvan lag verspreid over de kuststrook, met een tot vier banen per woonkern. Op drie plaatsen lagen er beduidend meer: ongeveer 20 bij Den Haag en Wassenaar, ruim 10 bij Santpoort en Velsen en 26 in Bloemendaal. Tot zover bekend... want wij vonden er binnen onze gemeentegrenzen wel 43! Bloemendaal was absoluut dè hoofdstad van de vinkerij. GJ: Dat is nogal wat. Kun je dat verklaren? GB: Door een combinatie van natuurlijke en sociale factoren. De strandvlakte was voorheen een relatief open landschap waar de trekroutes tussen de zee en de toenmalige binnenmeren zoals de Haarlemmermeer zich als het ware verdichtten, dichter bijeen kwamen te liggen. Men spreekt dan van 'gestuwde trek'. Om nu die strandvlakte vol te zetten met vinkenbanen was geld nodig, veel geld. Maar dat was voor al die vermogende Bloemendalers geen probleem. Sommige buitenplaatsbezitters hadden meer dan één baan, tot vier aan toe! GJ: De titel van je boek luidt: plezierig vinken en lekker drinken. Dat klinkt gezellig? GB: Ja, dat suggereert dat het op de vinkenbaan een gezellige boel was, met de nodige borreltjes, maar zo was het toch niet helemaal. Jawel, er kwam bezoek, vooral deftige mensen met geld, de lokale elite, tot de burgemeesters aan toe. Maar je mocht niet hardop praten, niet rommelen, alleen stil en geduldig turen tot er voldoende vogels tussen de netten waren geland. Wanneer het fluisteren echter aanzwol tot luid gebabbel, moesten de schuldigen dit beboeten met een fles rode wijn. Zo stond het in het baanreglement van 1854. Echter: voor de vrouwen was men minder streng, juist om het vrouwelijk bezoek wat te stimuleren. De dames, ver in de minderheid, vonden het lokken en doden van die argeloze vinkjes soms wel wat wreed, zo blijkt uit de gedichten die ze achterlieten in het vinkersdagboek. Elke bezoeker werd na afloop verzocht om een vers of rijm te noteren in het schrift waarin ook dagelijks alle vangsten werden geregistreerd. De mannen lieten meestal merken dat ze genoten hadden, getuige dit versje uit 1750: Voor 't overig zeg ik dank, voor het pleisierig vinke, als voor het goed onthaal en voor het lecker drinke. GJ: In de loop van de tijd hebben miljoenen vinkachtigen en andere vogels zo een voortijdig einde gevonden. Was dat niet funest voor de vogelstand? GB: Nee, dat blijkt uit de grote vangsten die jaar in jaar uit werden gescoord. Tot 1830 vangt men per jaar gemiddeld meer dan 4000 vogels per baan, met toppers tot 6000 of 8000. Daarna worden de aantallen geleidelijk minder, tot gemiddeld 3000 per jaar na 1860. Die dalende aantallen vallen samen met de toenemende bebossing, ook door de aanleg van grote parken, boomsingels en lanen. Dan is er overal plek genoeg om tijdens de trek te pauzeren en voedsel te zoeken. Vooral beukennootjes zijn bij vinken en kepen gretig in trek. Nog steeds kunnen we dat waarnemen bij de vele oude beuken die Bloemendaal rijk is. De vinkenbaan als pitstop heeft geleidelijk haar functie verloren, tot in 1912 de vangst voor consumptie per wet verboden werd. GJ: En toen was het afgelopen met het plezierig vinken. Vanaf 10 september is het boek Pleisierig vinke en lecker drinke, De vinkenbanen van Bloemendaal voor 19,50 verkrijgbaar bij de boekhandels in de gemeente, bij boekhandel Blokker, De Kennemerboekhandel en De Vries. Donateurs kunnen het boek voor de speciale prijs van 17,50 bestellen op www.onsbloemendaal.nl 4 .onsbloemendaal.nl nr. 3 najaar 2017 Rosmolen Foto: Goof Nieuwenhuys Paulanha van den Berg en Inge de Wilde In de voormalige brandweerkazerne aan de Brouwerskolkweg beschikt Ons Bloemendaal sinds ruim een jaar over twee kamers waar het archief van de stichting is ondergebracht. net eerste exemplaar van Ons Bloemendaal uit juni 1977 is keurig U opgeborgen in een archiefdoos. Drie meter boeken over Bloemendaal en Kennemerland staan gesorteerd in de boekenkast. Tien meter archief en documentatie bevinden zich in rekken. Nog niet alles is geïnventariseerd en zeker nog niet alles is gedigitaliseerd. Maar er wordt hard aan gewerkt door de archiefcommissie die er wekelijks bijeenkomt. Martin Lor, van beroep werktuigbouwkundige, is al drie jaar actief voor de commissie, die voorheen domicilie vond in de openbare bibliotheek in Bennebroek. Sinds kort heeft hij assistentie van Elvira Schuller - die werd opgeleid als filosofe - en Frits van der Veldt, weg- en waterbouwkundige onder andere voor de gemeente Velsen en aan het eind van zijn carrière werkzaam bij Monumentenzorg. Alle drie delen ze een sterke belangstelling voor geschiedenis. Militaire geschiedenis en Vogelenzang Het archief van Ons Bloemendaal beschikt als vanzelfsprekend over notulen en stukken van het bestuur, maar is verder altijd sterk afhankelijk geweest van toevallige vondsten en schenkingen. Zo is er een omvangrijke collectie over de militaire geschiedenis van Zuid-Kennemerland en dankzij de inspanningen van mevrouw Ina Mostert een rijke documentatie over Vogelenzang. W i - V H

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2017 | | pagina 28