Rik Herngreen Ieder na- en voorjaar gebruiken honderdduizenden vinken, kepen, kneuen en andere kleine zaadeters de Bloemendaalse binnenduinen als pleisterplaats op hun reis van het verijzende noorden naar streken met zacht winterweer, en dan weer van het steeds heter wordende zuiden naar de milde zomers van hun vroegste jeugd. De reis is niet zonder risico's. Heel wat roofvogels, valken en uilen kennen de vinkentrek minstens even goed als de vinken zelf. Daar heeft de natuur rekening mee gehouden. Een vinkenwij^e brengt in haar leven tientallen jongen voort, maar als daarvan meer dan twee zelf tot voortplanting komen, zit je al gauw met overbevolking. De rest is voor gevederde rovers en natuurlijk voor de poes. www.onsbloemendaal.nl nr. 4 winter 2017 SLA UW SLAG! www.onsbloemendaal.nl nr. 4 winter 2017 Rond het jaar 1600 heeft de Bloemendaalse mens zich bij deze predatoren aangesloten, met zoveel succes dat de gemeente het predicaat 'hoofdstad van de vinkerij' meer dan verdiend heeft. Van de vele honderden miljoen passantjes moeten de vinkers hier tussen 1600 en 1912, toen het vinken voor consumptiedoeleinden verboden werd wegens voortschrijdende beschaving, ettelijke miljoenen verschalkt hebben. Waarvoor? Voor het geld, als men het daarvan moest hebben. Voor de lol, als men zich een dure hobby veroorloven kon. Voor de snack, als men wel een krokant hapje lustte. Maar hoe ging het eraan toe in die vinkerij? Waar lagen de Bloemendaalse vinkenbanen, en wat is er nog van terug te vinden, ter plaatse en in archieven? Wie hielden zich ermee bezig (of onledig)? Deze vragen worden uitvoerig beantwoord in een rijk geïllustreerd en fraai verzorgd boekwerkje met de titel: 'Pleisierig vinke'en 'lecker drinke'. De vinkenbanen van Bloemendaal'. De Bennebroekse ornitholoog Gert Baeyens heeft, bijgestaan door Wim Post, Hans Vader, Joop Mourik, Martin Bunnik en Gert Jan van Setten, zich zover in de materie verdiept dat het onmogelijk lijkt nog iets te vinden dat aan haar aandacht ontsnapt was. Dankzij haar weten we nu dat Bloemendaal niet 26 vinkenbanen telde, zoals tot nu toe algemeen werd aangenomen, maar een hele rist meer, in totaal wel 54, en dat in het veld heel wat meer terug te vinden is dan de twee gerestaureerde vinkershuisjes die iedereen wel kent. Het boek bevat tal van technische, geografische en cultuurhistorische wetenswaardigheden. De aanschaf ervan moet echter beslist worden ontraden aan wie: zijn kennis van het ambacht der vinkerij liever ontleent aan lijvige en oersaaie handboeken dan aan een beknopt en helder overzicht; niet geïnteresseerd is in vermakelijke, stichtende en schalkse gelegenheidspoëzie uit de zeventiende, achttiende en negentiende eeuw, want daarvan bevat het een rijke verzameling; geen belang hecht aan de gelaagdheid van de eigen leefomgeving; zich nimmer bij de lurven gepakt voelt als hij oog in oog komt te staan met nog aanwezige sporen van een verleden dat voorbij is; iedere neiging om te genieten van fraaie foto's en inventieve cartografie meteen de kop indrukt; niet wenst te worden verbaasd of verbijsterd door exotisch aandoende tribalismen, zoals de zeden en gewoonten van de achttiende- en negentiende eeuwse elite; niet wil weten hoe het ambacht na het verbod op de consumptiegerichte vinkerij van grote betekenis is gebleken voor de wetenschap: zonder de overgeleverde kennis van de vinkenbazen zouden de huidige vogelringstations maar matige resultaten boeken1; ongaarne een graantje meepikt van kennis die geen direct praktisch nut heeft, zoals over de ontwikkeling van de houtopstanden (van oerbos via totale kaalslag rond 1600 naar de huidige weelderigheid van buitenplaatsen en villawijken), over de lotgevallen van de buitenplaatsen, hun eigenaren en bewoners, over de vele relaties tussen eten, weten en meten, enzovoort en enzoverder. Wie niet tot deze groepen behoort kan aan dit charmante boekje veel plezier beleven. Tenslotte nog dit: de vinkerij heeft een substantiële bijdrage geleverd aan de rijkdom van onze taal. Het bovenstaande alleen al bevat ettelijke zinswendingen die er rechtstreeks aan ontleend zijn. En er zijn er meer. Welke? Baeyens noemt en verklaart ze allemaal. Sla uw slag. Het uitgeven van Pleisierig vinke en lecker drinke. De vinkenbanen van Bloemendaal is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van de J. C. Ruigrok Stichting. Het boek is voor 19,50 euro verkrijgbaar in de boekhandels in de gemeente en daarnaast bij Blokker in Heemstede, de Kennemer Boekhandel op de Kleverparkweg en boekhandel De Vries aan de Gedempte Oude Gracht in Haarlem. Donateurs binnen de gemeente kunnen het boek voor 17,50 euro bestellen door dit bedrag over te maken op NL77 ABNA 0562 3202 02 t.n.v. Stichting Ons Bloemendaal o.v.v. 'Vinkenbanen' en uw adres. Wij zullen er zorg voor dragen dat u het boek vervolgens thuis krijgt bezorgd. Mocht u niet in de gelegenheid zijn het boek bij de boekhandel te kopen en woont u buiten de gemeente, dan kunnen wij het naar u opsturen voor 17,50 euro en 3,95 euro portokosten. U dient dan 21,45 euro over te maken. Voor vragen kunt u mailen naar onsbloemendaal@live.nl 1 De vangst voor consumptiedoeleinden schijnt overigens niet helemaal verdwenen te zijn. De schrijver van dit stukje is ter ore gekomen dat op menig ringstation de eerste niet-zeldzame vogel van de dag zijn weg vindt naar het kampeergasstelletje van de ringer-van-dienst. Vooral de spreeuw wordt geroemd om zijn fijne smaak en aangename textuur.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2017 | | pagina 30