Van de redactie
Toeters en bellen
Het eerste openbaar vervoer in Bloemendaal
je.
Is
Gert Jan van Setten
Het openbaar vervoer is een factor van belang geweest in de ontstaansgeschiedenis
van onze dorpen. Zonder de trekschuit waren er niet zo veel buitenplaatsen geweest,
zonder trein en tram geen villaparken. Toch heeft het betrekkelijk lang geduurd voordat
Bloemendaal, Overveen en Aerdenhout adequate verbindingen met Haarlem en
Amsterdam kregen. Pas in het begin van de vorige eeuw werden tramlijnen aangelegd, en
daarna kwamen de buslijnen van de 'Noord-Zuid Hollandse’. Omstreeks 1960 waren alle
dorpskernen door de frequent rijdende grijze bussen van de NZH verbonden met de rest
van de wereld.
Heel veel is daar niet meer van over; dat mooie lijnennet is in latere jaren voor een groot deel
ontmanteld, bij gebrek aan passagiers. Gelukkig hebben we in Bloemendaal en Overveen
tegenwoordig wel een buurtbus, dankzij een verdienstelijke groep vrijwilligers. Maar als het
aan wethouder Richard Kruijswijk ligt, gloort er een betere tijd, met vraaggestuurd openbaar
vervoer en soepele light rail-verbindingen.
In dit themanummer presenteren we u enkele aspecten van deze interessante geschiedenis,
van de 'hobbelkarren’ van Thijs Maas tot het buurtbusje van onze oud-penningmeester Rob
Penning. Lees over onze vier vriendelijke stationnetjes, en merk op dat ook de beroemde
Bloemendaler Johannes van Vloten en zijn drie dochters een trammetje voor de deur
hadden. Wij danken de medewerkers van het NZH-Vervoermuseum te Haarlem
(www.nzh-vervoermuseum.nl) voor hun enthousiaste bijdrage. Gaat dat zien!
De redactie
Paulanha van den Berg - Diamant, Marie-Christine Marres, Rosemarij Schotte,
Gert Jan van Setten en Inge de Wilde
Overveen en Bloemendaal zijn betrekkelijk lang verstoken geweest van
openbaar vervoer. Pas in 1881 respectievelijk 1888 kregen de dorpen een
spoorverbinding met Haarlem en de rest van de wereld; Vogelenzang was
al in 1842 van daaruit bereikbaar. Aan initiatieven voor de aanleg van
moderne tramwegen heeft het niet ontbroken, maar door conservatisme
en zelfzucht van de elite werden die pas in de eerste decennia van de
twintigste eeuw gerealiseerd. Tot dan moesten de reizigers het doen met
‘hobbelkarren.’
4
Bennebroek aan de bollenlijn
Bennebroek was sinds 1881 bereikbaar met de stoomtram Haarlem - Leiden, de 'stamlijn' van de NZHTO
en ook wel bekend als de 'bollenlijn'. Dat liep niet altijd op rolletjes, getuige deze dramatische foto (ca.
1920). In 1932 werd de tramlijn geëlectrificeerd, in 1949 definitief opgedoekt.
www.onsbloemendaal.nl nr. 1 voorjaar 2018
De tram uit Haarlem aan het eindpunt Korte Kleverlaan in Bloemendaal voorjaar 1912 (foto NVBS)