‘Het mooie landschap brengt menigeen tot beoefening der fotokunst’
www.onsbloemendaal.nl
26
nr. 3 najaar 2018
e Bloemendaalsche Amateur
Fotografen Vereeniging (BAFV)
voorzag duidelijk in een behoefte. Er
waren drukbezochte bijeenkomsten
in De Rusthoek en het Haarlemse
Hotel Royal, en de vereniging
‘Bloemendaals Bloei' liet zich niet onbetuigd
en schreef na de oprichting een prijsvraag uit
voor de mooiste ‘fotografieën'. Enthousiaste
amateurfotografen sloten zich aan, maar ook
fotografen die het amateurniveau waren ontstegen
en gedreven professionals waren. Een aantal van
hen was niet onbemiddeld en kon zich de aanschaf
van dure apparatuur veroorloven. Ze beschikten
over vrije tijd en stelden hun fotografie ten dienste
van natuurbehoud. Bloemendaal kende zo een
levendige fotoclub, en er verscheen vanaf 1904 ook
het tijdschrift Focus, een ‘tiendaags fotoblad voor
Groot Nederland' dat werd uitgegeven door de
Bloemendaler Adriaan Boer (1875-1940).
Richard Tepe, vogelfotograaf
Het eerste bestuur werd gevormd door mr. C.P.
Donker, E.G. Taylor, en Richard Tepe. De eerste twee
- respectievelijk kandidaat-notaris en oud-employé
bij de Koninklijke Paketvaartmaatschappij in Indië
- waren ongetwijfeld oprechte amateurs, maar
de derde, Richard Tepe (1864-1952), werd meer
dan dat. Hij was afkomstig uit een vermogende
Duitse familie en groeide op bij zijn grootouders
in Amsterdam. In 1904 kwam hij met zijn vrouw
Gijsbertha M.C. de Bruijn naar Bloemendaal en
ontpopte zich tot een actief en bekwaam fotograaf.
Hij was een van de eerste vogelfotografen en
illustrator van natuurboeken. Ook onderhield
hij nauw contact met Jac. P. Thijsse. Zo leverde
hij de foto's voor Thijsses boek Het intieme leven
der vogels (1906). En op zijn beurt verzorgde
Thijsse in november 1908 voor de Nederlandsche
Natuurhistorische Vereeniging een lezing bij foto's
van Tepe. Tussen 1902 en 1905 fotografeerde Tepe
veel in het Naardermeer, altijd werkend met een
statische camera op een driepoot. Zijn eerste boek
Dejacht met de camera (1909) lokte ook kritiek uit
omdat hij door een assistent soms een vogelnest
uit een boom liet halen om het beter te kunnen
fotograferen. Tepe bleef maar kort in Bloemendaal.
Na enkele jaren verhuisde hij naar Apeldoorn, waar
hij in 1952 overleed. Het Fotomuseum in Rotterdam
bezit ruim drieduizend negatieven van zijn foto's.
Alphons Burdet: via Egypte en Londen
naar Elswout
In het Amsterdamse Allard Pierson Museum is
op dit moment een tentoonstelling over vroege
kleurenfotografie met ook enkele opnamen van
Alphonse Burdet (1860-1940). Foto's van landschappen,
personen en het landhuis Lindenheuvel. Het
Rijksmuseum dat de foto's ter beschikking stelde,
plaatste achter de naam van de fotograaf een
vraagteken. Het valt kennelijk niet echt te bewijzen dat
ze van Burdet zijn, hoewel veel daarop wijst. Burdet
werd de beroemdste van de Bloemendaalse fotografen
en leden van de BAFV. Hij werd geboren in Zwitserland,
studeerde klassieke talen en doceerde enige tijd op een
Amerikaanse missionarisschool in Egypte. Via Londen
kwam hij in Nederland als leraar bij de rijke familie Van
der Vliet-Borski op Elswout. Door zijn huwelijk in 1893
met dochter Olga van der Vliet werd hij eigenaar van
uitgestrekte duingebieden. Daar ontstond zijn liefde
voor fotografie en voor natuurbehoud en ook hij raakte
bevriend met Jac. P. Thijsse, die van zijn werk net als van
dat van Tepe veel profijt had.
Burdet was oprichter van de Vereeniging tot
Bescherming van Vogels en in een duinmeer beschikte
hij over een drijvende schuilhut, waaruit hij dieren kon
observeren. Ook maakte hij stereoscopische opnamen
van vogels, die in boekvorm verschenen onder de
titel Onze vogels in het wild. Van zijn vele fotoboeken
verschenen enkele ook in vertaling, zoals Les oiseaux
etleurs nids (1910). In het Nederlands Fotomuseum
in Rotterdam is zijn stereokijker met glazen
stereopositieven. Vanaf 1916 verruilde Burdet steeds
Foto uit een tijdschrift gemaakt door Richard Tepe
(datering onbekend, NHA)
Links Jac. P. Thijsse en rechts de Zwitserse fotograaf
Alphonse Burdet (foto: Jan Strijbos)
vaker de foto- voor de filmcamera. Filminstituut
Eye in Amsterdam bewaart Burdets films Vogels in
het voorjaar (1925) en Met de filmcamera door de
vogelwereld (ca 1935).
Wethouder Ignatius Bispinck
Vooraanstaand lid van de BAFV was Ignatius
Bispinck, naar wie in Bloemendaal een laan werd
vernoemd. Hij dankt dat aan het feit dat hij niet
alleen jurylid bij prijsvragen en enige tijd voorzitter
van de BAFV was, maar vooral ook aan het feit dat hij
als gemeenteraadslid en wethouder in Bloemendaal
in 1917 het voorstel deed ‘een fotografisch archief
van de gemeente' te maken. Alle straten werden
nauwgezet gefotografeerd, zodat de gemeente bij
het ontwikkelen van plannen een duidelijk beeld had
van de bestaande situatie.
Johan, Frans en Henri Huijsser
Goede vrienden van Bispinck en actieve leden van de
BAFV waren de broers Johan, Frans en Henri Huijsser,
van wie vooral Johan naam maakte. In het dagelijks
leven had hij de leiding van het familiebedrijf E&A
Scheer, importeur van gedistilleerde producten
in Amsterdam. Vanaf 1896 woonde Johan in
Bloemendaal aan de Parkweg, waar hij op zolder een
donkere kamer had ingericht. Net als Burdet kan hij
beter een professioneel dan een amateurfotograaf
worden genoemd. Hij ontving vele prijzen en
aan zijn werk werden in binnen- en buitenland
tentoonstellingen gewijd. Vanaf ongeveer 1914 zat
hij in het bestuur van de BAFV, van 1918 tot zijn dood
Spaarcenten, door Joh. F.J. Huijsser uit het fotoalbum
van de 'Bloemendaalsche Amateur Fotografen
Vereeniging' (bezit Ons Bloemendaal)
Tentoonstelling ‘De Wereld in Kleur.
Kleurenfotografie voor 1918', Allard Pierson
Museum, Oude Turfmarkt 129 Amsterdam.
Tot 6 januari 2019.
in 1924 als voorzitter. Hij ligt begraven op het RK
kerkhof in Bloemendaal naast zijn vriend Bispinck,
die een maand voor hem overleed.
‘Internationale fotosalon’
Al vanaf het begin van de BAFV in 1908 werkten
de leden nauw samen met Haarlemse fotografen.
Rond 1930 vond daarom een naamsverandering
plaats en noemde de BAFV zich in het vervolg
‘Kennemer Fotokring'. De filmer en fotograaf Jan
C. Mol, oprichter in 1924 van Multifilm in Haarlem,
was in die tijd enkele jaren voorzitter. In het
voorjaar van 1958 vond in de Haarlemse Vishal een
‘internationale fotosalon' plaats en in 1968 vierde
de Fotokring zijn zestigjarig bestaan. Ook Focus
hield stand. In 1954 verscheen bij het vijftigjarig
bestaan een Jubileumnummer onder redactie
van S.G.T. Hageman en Dick Boer, die zijn in 1940
overleden vader als redacteur was opgevolgd. Na
een aantal fusies kent Nederland tegenwoordig
de ‘Fotobond' met zeventien afdelingen en ruim
zevenduizend leden.
Literatuur
Christiane Kuhlmann, Richard Tepe. Photography
of Nature in the Netherlands 1900 - 1940 (Amsterdam
2007).
D