Tot verhoging van ‘s lands weerbaarheid
Tirailleren door de duinen, hierna schieten op poppen
De geschiedenis van ‘Bloemendaal-Commando’
www.onsbloemendaal.nl
nr. 3 najaar 2018
11
Gert Jan van Setten
Bloemendaal-Commando, kort na de oprichting, op de schietbaan bij Overveen
Dames konden geen lid worden van Bloemendaal-Commando, maar mochten zich (onder het motto: Iedereen
Weerbaar!) bij gelegenheid wel bekwamen in de schietkunst, zoals hier, in augustus 1906. Onderofficieren van
het Haarlemse garnizoen houden toezicht
Schietoefeningen
Bij de statuten waren gevoegd de 'Voorschriften
voor het houden der schietoefeningen'. Die vonden
plaats ('bij goed weder') op de militaire schietbanen
bij Overveen aan de 'militaire duinweg', te bereiken
langs de barak van het Witte Kruis, en wel op
zondagmiddagen van 12.00 tot 14.30, en bij voldoende
belangstelling op vrijdagmiddagen van 4 tot 5. Een
ij Koninklijk Besluit van 27 juni 1900,
no. 23, werd toestemming verkregen
tot oprichting van de 'Vereeniging
Bloemendaal-Commando', die zich
tot doel stelde 'mede te werken tot
verhooging van 's lands weerbaarheid,
door het houden van schietoefeningen door hare
leden, met geweren zooals bij het leger in gebruik'. De
statuten bepaalden voorts dat iedere Bloemendaalse
man van ten minste 17 jaar mocht toetreden (a f. 2,50
per jaar of f. 25,- ineens), tenzij hij 'niet op eervolle wijze
den militairen of schutterlijken dienst' had verlaten,
of daarvan was uitgesloten. Het bestuur bestond
uit zeven leden; tot voorzitter werd gekozen de
energieke bekende Bloemendaler Abraham Koolhoven,
bevorderaar van het vreemdelingenverkeer alhier,
wethouder, en ook nog de vader van de bekende
luchtvaartpionier.
door het bestuur aangestelde Baancommandant
was belast met de leiding der oefeningen en de
handhaving der orde. Hij controleerde de vereiste
schietdiploma's, telde de patronen en de ingeleverde
hulzen en hield daarvan 'geparapheerde aanteekening'
in het 'munitie livret'. De schutters bekwaamden
zich conform het voorschrift betreffende de
schietoefeningen der Infanterie. Honden werden
van het schietterrein geweerd, evenals een ieder
die de aanwijzingen van de Baancommandant niet
ogenblikkelijk opvolgde.
Uit een verslag van het bestuur over het schietjaar
1907 vernemen we dat er in dat jaar vijftig oefeningen
werden gehouden, met een gemiddelde opkomst
van 25 schutters. Hun vorderingen werden 'zeer
bevredigend' genoemd, 'hetwelk blijkt bij den telkens
gehouden jaarlijkschen wedstrijd bij het einde van het
jaar'. In de wintermaanden werd bovendien door een
45-tal (van de 158) leden geregeld geëxerceerd in de
gymnastiek en de 'theorie over den velddienst onder
militair toezicht'.
Velddienstoefeningen
Het bleef evenwel niet bij droge theorie. In
de zomer werden regelmatig veldoefeningen
gehouden, doorgaans in samenwerking met
weerbaarheidscorpsen uit de omringende gemeenten.
Omstreeks 1900 geraakten veel Nederlanders in grote opwinding over het
lot van de ‘stamverwante’ Boeren in Zuid-Afrika, die zo lang hadden stand
gehouden tegen de overmacht van het ‘perfide Albion, de Britse veroveraars
van hun vrijstaten. Geïnspireerd door de dappere Boeren richtten een paar
vooraanstaande vaderlanders, aangevoerd door de oud-minister van oorlog
generaal A.L.W Seyffardt, op 13 januari 1900 te Utrecht de ‘Vereeniging
Volksweerbaarheid’ op, met als doel de verhoging van de militaire
weerbaarheid in Nederland door middel van schietoefeningen en gymnastiek.
Zo zou tevens de ‘algeheele tuchteloosheid’ in de samenleving bestreden
worden. Het denkbeeld sloeg aan, en overal in Nederland werden plaatselijke
afdelingen opgericht. Zo ook in onze gemeente, onder de krijgshaftige naam:
‘Bloemendaal-Commando.’
10 www.onsbloemendaal.nl nr. 3 najaar 12018
1
Er
rri
-
B
r