Frederik van Eeden, Willem Kloos en Jacob Israël de Haan
waren vrienden van Giza Ritschl
www.onsbloemendaal.nl
nr. 4 winter 2018
15
Giza Ritschl (Budapest 1869 - Den Haag
1942) circusartieste en dichteres
ellende' en afgaf op de geldzucht van de barbaarse
koloniale Europeanen. In de kranten verschenen
verontwaardigde artikelen en de KNIL-officier
L.C. van Vleuten publiceerde op eigen kosten de
brochure van maar liefst 96 pagina's De waarheid
omtrent het leven in Nederlandsch-Indië. Protest
tegen het boek van B. Veth (Batavia 1900), waarin hij
schrijft dat Veths boek het gesprek van de dag was,
maar dat er meestal ‘gelukkig een kreet van
verontwaardiging op [ging]'.
Dichteres in Amsterdam
Giza Ritschl en de steenrijke Bas Veth krijgen
een relatie en gaan samen met zijn hond Tommy
wonen aan het Sarphatipark (25) en later aan de
Leidschekade (76). Daar begint Giza gedichten te
schrijven, die Veth laat lezen aan de schrijver Henri
Borel, goede bekende uit zijn Indische jaren. Borel
geeft ze ter lezing aan Frederik van Eeden, die zo
'vervuld' is van haar werk dat hij zorgt voor publicatie
van haar eerste bundel Verzen (1901), toevallig
bij dezelfde uitgever als het omstreden boek van
Veth. Ook Willem Kloos en Albert Verwey waren
gecharmeerd van haar korte, eenvoudige gedichten,
waaruit ook bleek dat zij het Nederlands nog niet
volkomen machtig was:
'Hij is graag uit alleen,
Ik thuis stil en ween'.
Alleen in een villa aan de Hartenlustlaan
Bas Veth en Giza maken lange reizen naar
Frankrijk en Italië, maar in 1904 komt aan hun
verhouding een einde. Bas wilde niet trouwen
en Giza verdroeg niet langer zijn ontrouw, die
in haar tweede bundel Nieuwe Verzen(1904)
ook aan de orde komt. De relatie eindigde toch
in een zekere harmonie, want Veth kocht voor
Giza een grote villa aan de Hartenlustlaan 13 in
Bloemendaal. Het huis was in 1902 gebouwd
door architect Foeke Kuipers, die later de
Industrieële Club op de Dam in Amsterdam
ontwierp en Hotel De Roode Leeuw op het
Damrak er schuin tegenover. Ondanks dit luxe
onderkomen was het voor Giza zeer wrang dat
Veth in 1906 toch in het huwelijk trad en wel
met de veertigjarige Carolina Kleine, weduwe
van een muziekleraar. Zij had een dochter en
gedrieën ging het gezin na een verblijf van twee
jaar op de Weesperzijde naar Nijmegen. Bas Veth
overleed in Bussum in 1922, 61 jaar oud.
De poëzie van Giza Ritschl werd niet
unaniem gewaardeerd. In het tijdschrift
Jong-Holland verscheen van haar gedicht
de volgende parodie:
'Rood, wit en blauw
Maken me flauw.
De kleuren van alle andere vlaggen,
Maken me aan het lachen'.
'Rood, wit en groen,
Die geven mij vizioen.
Alle andere kleuren zonder roem
Beter dat ik ze niet eens noem'.
Deze regels verwijzen ongetwijfeld naar
haar geliefde Veth, die haar ontrouw was en
bovendien sterk gekant tegen het instituut
van het huwelijk, getuige ook zijn latere boek
Verhoudingen: van 'man en vrouw'(Nijmegen
1912).