jr ■Ut o W www.onsbloemendaal.nl nr. 1 voorjaar 2019 23 Michel van der Plas in gesprek met zijn vriend Godfried Bomans Ben Brinkel groeide op in een katholiek gezin met zes kinderen in de Haagse Weimarstraat. Zijn vader dreef een florerende zaak in manufacturen, bedden en tapijten en had zijn zoon voorbestemd voor een plaats in de winkel. Maar de jonge Ben Brinkel had een andere roeping. Hij wilde net als zijn grote voorbeeld Guido Gezelle, priester en dichter worden: een lyricus in dienst van het geloof. Vader Brinkel was tegen, maar zwichtte uiteindelijk en Ben bezocht van 1940 tot 1946 in Heemstede het kleinseminarie Hageveld. Schrijven deed hij als kind al, maar in de intellectuele omgeving van het kleinseminarie werd dat verder gestimuleerd. Hij publiceerde zijn eerste poëzie onder de schuilnaam Michel van der Plas, omdat een seminariestudent niet geacht werd zijn gevoelens op die wijze te uiten. Zijn lyrische originaliteit ging de leiding echter te ver en hij werd op het matje geroepen. Zijn poëtische creativiteit stuitte op de regels en de discipline van de clerus. Hij werd voor de keus gesteld: priester worden of dichter. Brinkel koos voor het laatste. Achteraf zou hij vaststellen dat die periode niet zijn gelukkigste jaren zijn geweest. Relatie met vader Michel van der Plas schreef over zeer verschillende onderwerpen, maar er zijn enkele thema's die in zijn werk terugkomen. De eerste is het geloof en de tweede de moeilijke relatie met zijn vader. Het allereerste gedicht 'Uitzicht' dat hij op zeventienjarige leeftijd schreef gaat over zijn vader en begint met de regels: 'Ik heb me met dit denkbeeld reeds verzoend: wij zullen altijd langs elkander leven' Ook in de bundel Vaderland uit 1991 speelt de vader- zoon relatie een belangrijke rol. Terugdenkend aan een zondags kerkbezoek in zijn kinderjaren, herinnert Van der Plas zich hoe hij en zijn vader zich van elkaar isoleerden: 'Ik schuif mijn hand voorzichtig in de jouwe: wees maar niet bang, wij horen bij elkaar, ik zal het altijd, altijd voor me houden' Vader Brinkel overleed toen Michel 31 jaar oud was. ichel van der Plas (1927 - 2013) werd geboren in Den Haag als Bernardus Gerhardus Franciscus (Ben) Brinkel. Toen hij ging publiceren koos hij voor het pseudoniem Michel van der Plas. Hij was dichter, vertaler, journalist, essayist, bloemlezer, tekstschrijver voor cabaretiers en biograaf. Daarnaast was hij een groot dagboekschrijver. Elseviers Weekblad Na zijn afscheid van het seminarie stuurde Michel enkele artikelen naar Elseviers Weekblad, want van poëzie alleen kun je niet leven. In 1949 werd hij door de redactie aangenomen als redacteur; later werd hij bevorderd tot adjunct-hoofdredacteur. Hij schreef over kunst, theater, literatuur, film en talloze andere onderwerpen. Ook deed hij verslag van de ontwikkelingen in de katholieke kerk en in het Vaticaan. Nauwgezet volgde hij de ontwikkelingen van het Tweede Vaticaans Concilie (1962 - 1965), waar ingrijpende moderniseringen in de kerk onder leiding van paus Johannes XXIII werden doorgevoerd. Michel van der Plas spaarde met zijn kritiek op zijn kerk niet. Na een periode van 43 jaar en vele honderden bijdragen nam hij in 1992 afscheid van Elseviers Magazine. Uit het rijke Roomsche leven Het bekendste boek van Michel van der Plas is Uit het rijke Roomsche leven (1963). Op het moment dat de katholieke zuil begon te wankelen, beschreef Van der Plas als insider het rooms-katholieke leven in de tijd dat het gezag van de kerk in katholiek Nederland onaantastbaar leek, de periode 1925-1935. Pas later zou duidelijk worden dat het verschijnen van Uit het rijke Roomsche leven tegelijk de afsluiting van dat tijdperk was. Met zijn vriend Godfried Bomans schreef hij in 1969 het boek In de kou. Beide katholieke schrijvers kijken hierin terug op hun jeugd. Ze hekelden de misstanden in de kerk en de bekrompen kanten, maar zij vreesden allebei de kilte die voor hen ontstond met het verdwijnen van het rijke roomse leven. - M

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2019 | | pagina 23