|!i
B
I
1
www.onsbloemendaal.nl
24
nr. 1 voorjaar 2019
Aerdenhout
In 1952 trouwde Michel met Cella de Jong. Zij kregen
in 1957 een zoon, Theo Brinkel, hun enig kind. Nadat
Van der Plas redacteur van het weekblad Elsevier was
geworden, woonde het echtpaar een halve eeuw
op de Spiegelenburghlaan 12 in Aerdenhout. Je kon
hem tegenkomen op de laan bij het uitlaten van
zijn hondjes en op gevorderde leeftijd liep hij, licht
voorover gebogen in een lange, beige regenjas, met
een boodschappentas in de hand naar de winkels
bij het station in Heemstede. Voordien was hij
geregeld gast van onder andere de Geleerde Man
in Bennebroek en van het restaurant van landgoed
Groenendaal in Heemstede.
Kleinkunst
Michel van der Plas was ook de tekstdichter van
een aantal klassieke nummers uit de Nederlandse
kleinkunstgeschiedenis: Tearoom Tango voor Wim
Sonneveld en Zondagmiddag Buitenveldert voor
Frans Halsema. Ook schreef hij Sonnevelds grootste
succestypetjes: Frater Venantius (‘Zeg maar ja tegen
het leven') en de Stalmeester, die tot taak had de
op Koninginnedag aan Hare Majesteit aangeboden
kruidenkoeken en krentenmikken ‘ongemerkt in de
rododendrons (te) sodemieteren'
In de jaren zeventig was Van der Plas de belangrijkste
tekstleverancier voor het satirische KRO-
radioprogramma Cursief, waar hij Frans Halsema
leerde kennen. Samen schreven ze een groot
Bronnen:
Voor dit artikel is dankbaar gebruik gemaakt van de
bijdragen van Hans Krol op de weblog Librariana.
Zie voorts: Koninklijke Bibliotheek Den Haag,: Dossier
Michel van der Plas (1927-2013) en het artikel van
Henk van Gelder in NRC/Handelsblad (22 juli 2013).
aantal Nederlandstalige chansons. ‘Een heerlijk
tijdverdrijf' noemde Van der Plas het schrijven van die
cabaretteksten, en bovendien een welkome vlucht uit
‘een heel voorspelbaar, afgebakend leven'
Op 9 oktober 1998 ontving Michel van der Plas een
eredoctoraat aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. De
rede die Michel van der Plas hield heette: 'Het avontuur: op
reis gaan om thuis te komen’ (Elsevier, 20 oktober 2012)
Daarnaast was Van der Plas ghostwriter voor
katholieke voormannen als minister Luns en bisschop
Alfrink. Na zijn pensionering begon hij een nieuwe
carrière als biograaf. Hij publiceerde boeken over
Godfried Bomans, Guido Gezelle en Anton van
Duinkerken. Ook vertaalde hij werk van onder anderen
T.S. Eliot en Heinrich Böll, en er verschenen maar
liefst 38 dichtbundels van zijn hand. ‘Ik heb al die
verschillende genres met even veel plezier beoefend'
waren zijn woorden. Daar kwam overigens
geen typemachine, laat staan een tekstverwerker aan
te pas: hij schreef zijn leven lang alles met de pen.
Aan waardering heeft het hem niet ontbroken.
Hij ontving een eredoctoraat van de Nijmeegse
universiteit, een hoge onderscheiding van de paus
en verschillende literaire prijzen. Michel van der Plas
verhuisde in 2010 naar Leidschendam, waar zijn zoon
woonde, en daar overleed hij in 2013.
Michel van der Plas bij een keramisch sculptuur van
Frans Hage, bijgenaamd 'de ruïne van Boekenrode' nabij
spoorwegstation Heemstede-Aerdenhout