Beksloo
De jongens van het voetbalveldje
Op het voetbalveldje aan de Bekslaan maakten de
onderlinge verschillen niet uit
www.onsbloemendaal.nl
nr. 2 zomer 2019
17
Peter van der Werff
Scheidingen
Het was een contrast met de buitenwereld waar
strakke scheidingen bestonden. De moeders waren
thuis, de vaders naar hun werk. Een jongen ging
naar voetbal of de padvinderij. Of naar niks, maar
dat was niet best. Wat meisjes deden, daar had een
jongen geen idee van. Ook de etiketten van arm
of rijk en de schakeringen daartussen, hielden de
mensen uit elkaar. De kerkgemeenschappen bleven
gesloten bolwerken. De mensen zonder kerk kregen
het stempel ‘openbaar'. Het dorp Vogelenzang was
een geïsoleerde gemeenschap. De Leidsevaart
had een eigen karakter. En dat gold net zo voor de
Bijwegbuurt en het oude dorp Bennebroek.
et duinveldje had hoge kanten en
was omringd door grassen, struiken
en bomen. Dat gaf een gevoel van
beschutting. Het bood letterlijk
bescherming tegen stormen en
hagelbuien zo goed als figuurlijk
tegen grote mensen van wie je even een paar
uur weg was. Voor de jongens was de plek een
gezamenlijke miniwereld. Het had voor hen,
wat psychologen zouden zeggen, iets van een
comfortabele symbiose in de baarmoeder waar je
vaag onbewust naar terug kunt verlangen.
Door elkaar
De onderlinge verschillen die we hadden maakten
niet uit. Het gaf niet wat voor kleren je aanhad,
wat je vader deed, hoe groot je huis was en of je
goed kon voetballen of niet. In die voetbalkom
kwam geen ouder kijken en dat was ook geen punt.
Een scheidsrechter was niet nodig. Je had geen
meningsverschil over een doelpunt. Niemand vroeg
om een vrije schop. Blessures kwamen nauwelijks
voor. Er was geen dik jongetje dat altijd op goal
moest staan. Jongens van zes tot twaalf speelden
met en tegen elkaar, of ze nu openbaar, protestant
of katholiek waren. Het deed er niet toe hoe goed je
kon voetballen.
Rituelen
Zij het met aarzeling over zijn bemoeienis, had een
vader voorgesteld dat we het voetbalveldje Beksloo
konden noemen. Het was immers een loo - een
open plek in het bos - waar misschien wel magische
rituelen plaatsvonden. Rituelen vonden er zeker
plaats. Als er genoeg jongens bijeen waren, ontstond
er een consensus dat het tijd was voor de toss.
De twee oudste jongens waren de grootmagiërs.
Zij voerden het sacrosancte ritueel van tossen uit
waarmee ze bepaalden wie het eerst een medespeler
mocht aanwijzen. Daarna kozen ze om en om hun
andere medespelers uit. Dan begon het spel.
Het was niet altijd alleen maar voetbal. De katholieke
voetballers zaten in het dorp Vogelenzang op school.
Daar hadden ze jongens uit het dorp gevraagd voor
een wedstrijd aan de Bekslaan. Maar die wilden liever
vechten, op zaterdag, om half vier. Ze kwamen op
tijd en gingen op een hoge kant staan. Wij gingen
naar de andere hoge kant. De spanning steeg, maar
niemand wist hoe het moest. Een jongen uit het
dorp rende naar ons toe en deelde een schop uit.
Iemand van ons deed het na. Dat was het. Er is geen
nieuwe afspraak gemaakt.
Trainen met Goof
Een paar jongens heb ik beter leren kennen. Met
Goof Groenewegen gingen ik mee naar huis.
Zijn moeder was werkster. Zijn vader was losse
bollenarbeider en hing vaak humeurig thuis rond.
Goof was het liefst buiten. Maar uit school moest hij
eerst naar huis. Zijn moeder had een melkkan met
havermoutpap in de keuken neergezet. Met de pan
in zijn ene hand en een lepel in zijn andere, at hij
braaf alles op. Dan mocht hij mee gaan voetballen.
Als er geen voetbal was, gingen we trainen. De
uitdaging was om in een keer hardlopend het eind
van de Grote Bekslaan te halen. In de Kleine Bekslaan
deden we ‘technische bewegingen': hinkelen,
achteruit spurten en snel omdraaien. Hoogtepunt
was het maken van schijnbewegingen. Op zo'n
moment kwam de veeboer in zijn blauwe overall van
Tussen de spoorwegovergang en het sprookjesachtige Huis op de Hoogte
aan de Bekslaan in Vogelenzang, lag een komvorming zandveldje waar
in de jaren vijftig jongens uit de buurt kwamen voetballen. Het ligt er
nog, maar de jongens zitten op echte clubs en het veldje is dichtgegroeid.
Peter van der Werff speelde er ooit en haalt herinneringen op.
Kinderen in de Bekslaan, 1962 (foto NHA)
TV
H
’-a