‘Godfried was ondanks zijn ambulante bestaan een
‘thuiszitter van nature, maar geenszins een kluizenaar’
AH
www.onsbloemendaal.nl
www.onsbloemendaal.nl
16
nr. 4 winter 2019
nr. 4 winter 2019
17
Villa Boshof aan de Hout in Haarlem (foto NHA)
Godfried Bomans met zijn dochtertje Eva achter de piano in zijn huis op de
Parkweg (foto NHA)
ader Jan was advocaat en een
vooraanstaand rooms-katholiek
politicus. ‘De man met de witte
das' is door zijn zoon neergezet als
een nogal harteloze vader, maar
het is de vraag of dat helemaal
terecht is. Zoals meer schrijvers had Godfried een
vrijmoedige omgang met de werkelijkheid. Later
verkaste het gezin - er waren zes kinderen- naar
de villa ‘Boshof' aan de Hout, en in de oorlogsjaren
vonden ze een onderkomen op Berkenrode bij
Heemstede. Godfried studeerde toen al rechten en
psychologie in Nijmegen. Daarna keerde hij terug
naar Haarlem. Het is niet helemaal duidelijk wat
deze flamboyante figuur zocht in wat hij beschreef
als ‘een stille, slaperige stad', maar alles wijst erop
dat hij zich er kostelijk amuseerde. In 1943 betrok
hij een eenvoudig huurhuis aan de Zonnelaan
17 in het woningbouwproject Tuinwijk-Zuid, een
monumentale creatie van architect J.B. van Loghem
(1922). Eerst deelde hij die ruimte met twee
onderduikers (de joodse dirigent Hans Lichtenstein
en de pottenbakker Jan ter Gouw die zich
verschuilde voor de Arbeitseinsatz), na de bevrijding
met zijn vrouw Gertrude Maria ‘Pietsie' Verscheure,
en in 1960 ook met hun dochtertje Eva.
Van Hill Cottage naar Boshof
Dat duurde niet lang, want in 1961 betrokken
ze gedrieën de ‘Hill Cottage', Parkweg 10 te
Bloemendaal, een charmante villa in chalet-stijl
uit 1889, ontworpen door J. Scholtens. Godfried
kende het huis. Het werd eerder bewoond door
de advocaat mr. F.J.M. Hagemeijer en zijn vrouw,
‘oom Frans en tante Aleid'; Hagemeijer was een
voormalige associé en goede vriend van vader
Bomans. Niet lang na de inhuizing veranderde de
nieuwe bewoner de naam van de villa, maar niet
uit taalpurisme. Het huis in Haarlem waar hij een
deel van zijn jeugdjaren had doorgebracht werd
gesloopt, en een van zijn vele vrienden, de bekende
journalist Herman van Run (1918 -2012) was erin
geslaagd om het geglazuurde tegeltableau met
de naam ‘BOSHOF' van de slopershamer te redden.
Hij nam het mee naar Bloemendaal, waar hij zelf
ook woonde, en zijn verheugde vriend liet het
onmiddellijk op zijn voorgevel aanbrengen.
Ook in zijn nieuwe omgeving lijkt Bomans zich
aardig thuis gevoeld te hebben. Hij was niet wat
je noemt een buitenman, zoals zijn ongelukkige
avontuur op Rottumerplaat in zijn sterfjaar zou
bewijzen. Maar hij genoot wel van zijn grote tuin
en was er trots op dat hij stiekem een strook grond
van het aanpalende landgoed Lindenheuvel had
ingepikt. Bezoekende bewonderaars werden er
zonder pardon aan het werk gezet. Graag zat de
populaire schrijver in zijn wat bouwvallige prieel te
roken en na te denken, later in een bunkerachtig
bouwsel dat hij clandestien had laten optrekken.
(Het opmerkelijke paviljoen dat nu die tuin siert,
een dakruiter van Meer en Berg, is later geplaatst).
Goed schaker
Godfried was ondanks zijn ambulante bestaan
een ‘thuiszitter van nature', maar geenszins een
kluizenaar. Zijn boezemvriend, de historicus,
literator en aquarellist Harry Prenen (1915 - 1992)
woonde op loopafstand: Bispincklaan 58, later
Elswoutslaan 1, en zijn kinderen gingen bij oom
Godfried tafeltennissen als ze geen zin hadden in de
zondagse Hoogmis. Bomans was een goede schaker
en een trouw lid van de Bloemendaalse Schaakclub.
Elke week bezocht hij de vaste schaakavond in het
Dorpshuis aan de Donkerelaan. Zo ook op de avond
van 21 december 1971, maar halverwege een partij
voelde hij zich niet goed. Vrienden zetten hem in
zijn auto en met moeite kwam hij thuis, maar daar
verergerde zijn toestand, en kort daarna gaf hij de
geest, slechts 58 jaren oud.
Bronnen:
Weblog Librariana, 3/7/2012 en 9/11/2012
Herman van Run, Twee vrienden, in: Ons
Bloemendaal, jrg 26 (2002) 4.
Sabine Lichtenstein, ‘Ich glaube nicht, dass hier
jemand ist', in: Ons Bloemendaal, jrg 41 (2017) 2.
Doodlopend straatje
Behalve Boshof en zijn graf op de begraafplaats
aan de Dennenweg herinnert in Bloemendaal
een door zijn vriend Mari Andriessen gemaakt
beeldje van Erik (die van het Klein insectenboek)
in Thijsse's Hof aan de schrijver. Sinds 2000
staat er in de voortuin van villa Boshof een
sculptuurtje van Pa Pinkelman en Tante
Pollewop, twee andere populaire typetjes uit
het oeuvre van Bomans. Er is ook een straat
naar hem vernoemd in zijn laatste gemeente.
Geen echte laan, zoals in Heemstede; een
burgerinitiatief om de Parkweg naar hem
te vernoemen leed schipbreuk. Het werd
uiteindelijk een doodlopend straatje in
Vogelenzang, het verlengde van de Deken
Zondagweg. Het is denkbaar dat de geëerde
schrijver daar nog wel pret om zou hebben
gehad.
V