Mejuffrouw Anna Rijnierse (1872 - 1964)
Een leven tussen aannemers en bloemisten
www.onsbloemendaal.nl
nr. 2 zomer 2020
17
Teun Schermerhorn
wat schreven zij en hoe? Als eerste een portret van mejuffrouw Anna
Rijnierse uit Overveen met enkele fragmenten uit haar cahier.
Tussen de aannemers
Anna Catharina Wilhelmina Rijnierse werd op 10
oktober 1872 geboren aan de Zijlweg in Overveen. Zij
was het achtste en jongste kind van Simon Rijnerus
Rijnierse (1834-1912) en Catharina van Velsen. De
vader van Anna was de derde generatie Rijnierse die
aan de Zijlweg het gelijknamige bedrijf runde. Twee
jaar geleden besteedde OnsBloemendaal aandacht
aan het 225-jarige bestaan van het aannemersbedrijf
(Ons Bloemendaal nr. 2, jrg. 42).
Anna Rijnierse woonde haar hele leven op Zijlweg
11, naast de ingang van de weg naar het weiland
achter de woningen. Op Zijlweg 13 was (en is) het
kantoor van het aannemersbedrijf met (destijds)
op de bovenste verdiepingen het woonhuis van de
dienstdoende directeur. Het hele leven van Anna
speelde zich dus af tussen de aannemers en de vele
bouwvakkers, die in die tijd nog in dienst waren van
aannemer Rijnierse, bijvoorbeeld voor de bouw in
1911 van Rooms-Katholieke Rusthuis Huize Duinrust,
het latere Marinehospitaal in Overveen.
nna Rijnierse besloot in 1946 ‘na lang
aarzelen' en ‘op herhaald verzoek' van
Marie Nierhoff haar herinneringen
aan het papier toe te vertrouwen. Ze
was toen 74 jaar oud. Ze zal er geen
spijt van hebben gehad. Haar goed
geschreven en informatieve verhaal, dat als een van
de eerste cahiers in september 1946 zou verschijnen
onder de titel Overveensche Herinneringen, levert haar
een plekje op in de Bloemendaalse geschiedenis. Al
in het Haerlem Jaarboek 1954 treffen we de integrale
tekst van het cahier van mejuffrouw Rijnierse aan
met enkele foto's uit haar cahier. Het bewijs dat we
hier met een interessante tekst te maken hebben. In
1988 deed Ons Bloemendaal het nog eens dunnetjes
over. De in twee afleveringen afgedrukte tekst van
het cahier leverde zoveel reacties van lezers op
dat historica en bestuurslid van Ons Bloemendaal,
Henriëtte van Voorst Vader - Duyckinck Sander, in een
volgend nummer er nog een heel artikel aan wijdde.
Tussen de bloemisten
Het meest directe en dagelijkse contact had Anna
Rijnierse echter niet met de bouw, maar met de
kleurrijke Overveense bloemenwereld. Het adresboek
van Bloemendaal van 1924 laat zien dat het op
Zijlweg 11 waarschijnlijk meer is gegaan over de
opbrengst van de hyacinten in dat jaar dan over
de bouw van weer een grote Bloemendaalse villa
door aannemer Rijnierse. Op dit adres wonen in
1924 namelijk Mej. A. C. W. (Anna) en vier broers
die ‘Bloemist' zijn en dus handelaar in de door hen
gekweekte hyacinten en in de bollen daarvan. We
hebben het dan over de broers Toon, Frans, Piet
en ten slotte Willem. De vier broers zijn in 1924
eind vijftig en begin zestig en wonen met hun
ongetrouwde zuster in het ouderlijk huis Zijlweg 11.
Deed Anna het huishouden voor haar broers?
Aannemer Rijnierse in de bollen
De vader van Anna Rijnierse, de eerder genoemde
Simon Rijnerus Rijnierse koopt in 1871 samen met
zijn stiefbroer Cornelis Rijnierse bloembollengrond
bij de Marcellisvaart op de plek waar nu nog ten
zuiden van het Ramplaankwartier de Fablo-tennishal
van bollenkweker Thoolen staat. Simon doet -naast
de aannemerij- de zakelijke kant van het bedrijf
en Cornelis het werk op het land. Waarschijnlijk
heeft Simon er zo voor gezorgd dat er voldoende
werkgelegenheid wordt gerealiseerd voor de grote
gezinnen in zijn Rooms-Katholieke familie. Uit de
twee huwelijken van zijn vader Pieter Rijnierse had
Simon één broer en drie zussen én drie stiefbroers
en twee stiefzussen. Zelf had hij zes zoons en twee
dochters, waaronder Anna. We hebben echter gezien
dat in de aannemerij steeds één zoon het bedrijf
van zijn vader overnam, hetgeen een verstandig
beleid genoemd kan worden om onenigheid te
voorkomen; geen twee of meer kapiteins op het
schip zal de gedachte geweest zijn. Het betekende
wel dat er in deze twee generaties voor vier broers en
vijf zoons van Simon werk gevonden moest worden.
Dat werden verschillende bollenbedrijven. In 1911
richten Anna's broers Toon, Piet en Willem Rijnierse,
het bedrijf Gebroeders Rijnierse op, actief in zowel
de teelt van bloembollen als in de handel daarvan.
Het bedrijf heeft tuinen aan de Rijksstraatweg in
Limmen en aan de Marcellisvaart, welke grond Piet
en Toon al in 1892 van hun oom Cornelis hadden
gekocht. Het bedrijf Gebroeders Rijnierse exporteert
naar Scandinavië, Duitsland, Frankrijk, Oostenrijk, de
Balkan en Rusland. De handel in bloembollen is in die
tijd zeer lucratief. Anna maakt het van dichtbij mee op
Zijlweg 11 in Overveen.
De Zijlweg in Overveen, 1938. Middenin de woning Zijlweg 11 waar Anna Rijnierse vanaf haar geboorte tot haar overlijden 92 jaar later
woonde; rechts de ingang tot het achterterrein en de woning Zijlweg 13 waar het kantoor van aannemerij Rijnierse was en is gevestigd
(NHA)
Direct na de Tweede Wereldoorlog (1940 - 1945) vraagt
gemeentearchivaris mejuffrouw Marie Nierhoff verschillende wat
oudere Bloemendalers hun herinneringen aan begin vorig eeuw of
nog eerder op te schrijven. Een tiental voldoet aan dat verzoek en hun
verhalen, vastgelegd in de zogeheten Blauwe cahiers zijn te lezen via
de site van het Noord-Hollands Archief. Wie waren deze auteurs en
“In mijn verbeelding is het lente, want de hyacinten bloeien en
wanneer men de vensters opent, ademt men den bloemengeur in
A