Conrad Jan van Tienhoven en de
koepel van Bosch en Hoven
V V
www.onsbloemendaal.nl
nr. 3 najaar 2020
19
De koepel vlak voor de verplaatsing (NHA)
Gert de Kruif
Conrad Jan van Tienhoven als
jong bestuurder (Rijksdienst voor
Kunsthistorische Documentatie, RKD)
Een maatschappelijk betrokken familie
Conrad kwam uit een omvangrijk gezin waarin
grote belangstelling voor kunst, geschiedenis,
filosofie en natuur bestond. Vader mr. Gijsbert van
Tienhoven was op 28-jarige leeftijd hoogleraar
Romeins recht; hij werd lid van de Amsterdamse
gemeenteraad, wethouder van financiën in
Amsterdam, lid van de Tweede Kamer, lid van
de Eerste Kamer, burgemeester van Amsterdam,
minister van Buitenlandse Zaken, minister
president en tenslotte commissaris van de koningin
in Noord-Holland. Hij was gehuwd met Anna Sara
Maria Hacke. Het paar kreeg negen kinderen, zes
jongens en drie meisjes.
De jongens worden nogal eens verward, wellicht
doordat sommige voornamen meerdere keren
voorkomen. De oudste zoon heet naar zijn
vader, Gijsbert, de tweede Jan Conrad en de
vierde Conrad Jan; de derde draagt de naam
Gerrit Pieter en de vijfde Pieter Gerbrand. Pieter
Gerbrand studeert rechten, promoveert, richt een
assurantiemaatschappij op en wijdt de rest van zijn
leven aan de natuur, natuurbehoud en cultureel
erfgoed. We kennen hem als een van de redders
van het Naardermeer en als een van de oprichters
van Natuurmonumenten.
Conrad Jan van Tienhoven werd geboren op
8 mei 1874 als het vierde kind van het echtpaar
Van Tienhoven-Hacke. Hij treedt op 23 februari
onrad Jan van Tienhoven (1874 -
1961) uit Aerdenhout wist raad:
hij kocht de koepel van Bosch en
Hoven, brak hem af, nam hem mee
naar huis en bouwde de koepel in
de tuin van zijn landgoed Klein
Bentveld weer op. Van twee andere hinderlijk
liggende koepels op Heemsteedse buitenplaatsen
werd er één gesloopt en één meters achteruit
gereden, zodat de verbreding van de Wagenweg/
Herenweg kon plaats vinden.
1899 in het huwelijk met Frederica Catharina
Juliana Nienhuys. Het paar krijgt een zoon, ook
een Gijsbert. Moeder Frederica is een dochter van
Jacobus Nienhuys, tabaksplanter, en Eva Luyten.
Jacobus is medeoprichter van de Deli Maatschappij
op Oost-Sumatra. De tabakshandel maakte hem
zeer welgesteld. Ook Conrad Jan en zijn vrouw
hebben geïnvesteerd in de handel in tabak. In 1897
komen we Conrad Jan, dan 23 jaar oud, tegen in
het openbaar bestuur. Hij is lid van het bestuur,
later voorzitter, van het Hoogheemraadschap
Delfland. Daarna bekleedt hij onder andere functies
als hoogheemraad en dijkgraaf van Amstelland,
voorzitter van het bestuur van de Houtrakpolder
en voorzitter van het bestuur van de Vereenigde
Zaansche Polders.
Het echtpaar Van Tienhoven-Nienhuys laat enkele
jaren na hun huwelijk het oog vallen op een fraai
gebied aan de voet van het Aerdenhoutse Kopje,
waar de Zwarteweg, de Mr. Enschedeweg en de
Bentveldsweg samenkomen. Zij verzoeken het
architectenduo Jan Stuyt en Joseph Cuypers een
villa te ontwerpen aan de Zwarteweg. Het wordt
de villa Wenduyne, die tot stand komt in 1903.
Een prachtige villa die daar op nr.12 nog staat te
pronken. Intussen vergeet Conrad zijn belangen
elders niet. Samen met zijn vader verkoopt hij in De
Werken (bij Werkendam) hout en riet via de lokale
notaris. Het is de geboorteplaats van zijn vader
Gijsbert. De familie bezit daar landerijen.
Als Conrad Jan van Tienhoven vier jaar aan de
Zwarteweg woont, in 1907, wordt in de regionale
pers zijn naam genoemd als mogelijke opvolger
van burgemeester J.W.A. Immink die met pensioen
gaat. Het liep allemaal anders. Jhr. A. Bas Backer
werd tot burgemeester benoemd.
Het duo Van Tienhoven/Veltman
Een man met wie Conrad van Tienhoven met grote
regelmaat samen gezien wordt is Eduard August
Veltman. Ook hij is gehuwd (in 1903) met een
Vaak wordt voor een koepel op een buitenplaats het woord theekoepel
gebezigd. Daarin dronk men een kopje thee, bij voorkeur met de pink
geheven. Van de koepel van Bosch en Hoven aan de Wagenweg in
Haarlem, weten we dat zich onder de koepel een wijnkelder bevond.
We houden het dus -neutraal- bij ‘koepel.’ De koepel lag lastig: de ene
helft lag op het voetpad van de Wagenweg, de andere helft op het terrein
van Bosch en Hoven. Verbreding van de Wagenweg/Herenweg kon door
de situering van de koepel niet gerealiseerd worden.
’f "1
C