Hij koopt de koepel en arrangeert dat deze afgebroken, vervoerd en
weer opgebouwd zal worden op een hoek van zijn terrein
www.onsbloemendaal.nl
20
nr. 3 najaar 2020
Na de verplaatsing naar de Zwarteweg (NHA)
De tocht met het dak van de koepel begint; 1 december 1927 (Haarlems Dagblad)
dochter van het echtpaar Nienhuys-
Luyten, Elisabeth. Dat maakt Conrad
van Tienhoven en Eduard Veltman tot
zwagers. Zij zullen op veel gebieden
samen optrekken.
Eén van hun gezamenlijke passies is
de kunst. Zowel Conrad als Eduard
bezitten een grote kunstcollectie,
waarvan dikwijls objecten
uitgeleend worden ten behoeve van
tentoonstellingen. Af en toe vindt
een schenking plaats aan een van de
grote musea.
Zo bevond zich bij de familie Van
Tienhoven, ten huize van Conrad
in Aerdenhout, het poppenhuis
van Petronella Dunois (vervaardigd
omstreeks 1677). Het poppenhuis
kwam in de familie Van Tienhoven
via Conrads moeder, Anna Hacke.
Conrad schonk het aan het
Rijksmuseum. Tot het bezit van de
familie Van Tienhoven behoorde
ook een brief van Michiel de Ruyter,
geschreven korte tijd voor zijn
overlijden in de baai van Napels.
Deze werd geschonken aan de Staat
der Nederlanden met het oogmerk
‘in het Rijksmuseum een plaats te
doen krijgen'. En zo geschiedde.
De kunstverzameling van Eduard
Veltman was door z'n omvang
van museale aard en heet dan ook
de ‘Collectie E. A. Veltman' In zijn
verzameling vinden we werken van
o.a. Adriaen van Ostade, Breitner,
Jacob Maris, Jan van Goyen, alsmede
Egyptische kunst. Eduard Veltman
was in het dagelijks leven firmant
van de Amsterdamse bank Vermeer
Co.; de bank ging in de jaren ‘70
van de vorige eeuw op in de Bank
Van Lanschot. Het duo Conrad
van Tienhoven/Eduard Veltman
manifesteert zich ook elders. Samen
kochten de kunstbroeders in 1911 het
landgoed Flip Hul bij Hattem (Gld.).
Een 150 hectare groot goed, met villa.
De locatie is nog steeds in handen
van de familie Van Tienhoven. Zowel
Conrad als Eduard, en hun beide
partners, waren in de zomermaanden
actieve leden van de Hattemse Golf
Country Club. De Flip Hulbeker van
de Hattemse Club werd sinds 1931
jaarlijks door de zwagers uitgeloofd.
Ook in Kennemerland zijn beide
mannen actief op golfgebied. Conrad
was vanaf de oprichting in 1910 jaren
lid van het bestuur van de Kennemer
Golf en Country Club. Een andere
aankoop buiten de regio is die van
een gedeelte van het Rijsterbos in
het Gaasterland. Samen met baron
Van der Felz bezit en beheert Conrad
van Tienhoven een flink aantal
hectaren. In 1941 wordt het Friese
bezit voor 12.500 gulden verkocht
aan de landschapsorganisatie ‘It
Fryske Gea'. Daarnaast speelden
Van Tienhoven en Veltman een rol
van betekenis als ruiters. In 1904
organiseert Conrad een terreinrit
voor leden van de Amsterdamsche
Vereeniging tot Bevordering van
Jacht- en Terreinrijden. Van station
Bloemendaal, door het Schapenduin
en Duin en Kruidberg, via het
strand naar Zandvoort en vandaar
door duingebieden van bevriende
eigenaren terug naar Bloemendaal.
Eduard Veltman valt in de prijzen
op het Concours Hippique op het
terrein van de IJsbaan in Amsterdam.
Hij wint met de merries Kate en
Mary een derde prijs in de categorie
‘tweespannen particulieren'. In
mei 1907 is het feest in huize Van
Tienhoven aan de Zwarteweg. Prins
Hendrik komt op bezoek. Niet in
Aerdenhout, maar op de boerderij
van de familie in de Houtrakpolder.
Aan de Noorderweg bezoekt hij de
Conradshoeve, met speciale aandacht
voor de prijswinnende paarden die
er gefokt zijn. De boerderij is in het
begin van de 21e eeuw gesloopt.
Van 1910 tot 1915 is Conrad van
Tienhoven lid van de Bloemendaalse
gemeenteraad. De eerste twee jaren
treedt hij tevens op als wethouder.
In 1927 verschijnt hij nog een keer
op de Lijst Laan, maar hij wordt niet
verkozen.
Klein-Bentveld
In 1914 overlijdt op Leyduin mr.
Henrick Samuel van Lennep. Zijn
nalatenschap is omvangrijk. Leyduin
laat hij na aan zijn tien neven en
nichten, de kinderen van zijn broer
Gerard Louis. Na rijp beraad en
enkele jaren nadenken wordt in
1920 besloten het landgoed van de
hand te doen. De koper is Conrad
van Tienhoven uit Aerdenhout. Eén
van zijn eerste acties is het afbreken
van de broeikas van Leyduin. Deze
wordt overgebracht naar zijn terrein
aan de Zwarteweg/Bentveldsweg en
daar weer opgebouwd. Vervolgens
splitst hij Leyduin in drie delen en
vindt voor elk deel een koper: De
heer M.C. Koning, voorzitter van de
raad van bestuur van de K.P.M., koopt
het noordelijk deel, Koekoeksduin
genaamd. De families Prins en
Laan kopen het zuidelijk deel dat
Vinkenduin genoemd wordt. En
de heer P. Dorhout Mees koopt het
middendeel, dat Leyduin blijft heten.
Op alle drie de delen kan een nieuwe
villa gebouwd worden. De kranten
meldden ongerust: ‘....villabouw op
Leyduin.in de veronderstelling dat
wellicht het landgoed volgebouwd
zou worden. De Haarlemse architect
Andries de Maaker ontwerpt de
nieuwe villa's voor Leyduin (1921)
en Vinkenduin (1923). Conrad van
Tienhoven moet hier nogal van
gecharmeerd geweest zijn. Hij
vraagt De Maaker een ontwerp te
maken voor zijn nieuwe villa Klein
Bentveld, aan de Bentveldsweg,
thans genummerd 142. In 1924 wordt
Klein-Bentveld voltooid en betrokken
door de familie Van Tienhoven-
Nienhuys. Als drie jaar later de koepel
van Bosch en Hoven moet verdwijnen
hapt Conrad van Tienhoven toe: hij
koopt de koepel en arrangeert dat
deze afgebroken, vervoerd en weer
opgebouwd zal worden op een hoek
van zijn terrein aan de Zwarteweg/
Mr. Enschedeweg.
Verhuizing van een koepel
Op donderdag 1 december 1927,
laat op de avond, verzamelt zich een
groep mannen aan de Wagenweg
in Haarlem. Ze scholen samen bij de
koepel van het inmiddels verkavelde
landgoed Bosch en Hoven. Eigenlijk
is van de ooit zo fraaie koepel alleen
het dak nog aanwezig; het rust op
stutten. De rest van de koepel is al
op het goed van Van Tienhoven in
Aerdenhout. Deze nacht zal tenslotte
het dak, met een diameter van 6
meter en een hoogte van 4 meter,
verplaatst worden naar de nieuwe
bestemming. Aannemer Rijnierse uit
Bloemendaal heeft al z'n personeel
opgetrommeld: stoere werkers in
manchesterse pakken - een man
of vijftien -, met een pet op om het
hoofd warm te houden. Het is droog,
de lucht is bewolkt, de temperatuur
schommelt tussen de 1 en 2° C.
Mannen met lange latten lopen rond.
Zij meten de beschikbare ruimte op
de weg. Staan er geen lantarenpalen
in de weg? Kan de stoet onder de
bedrading van de elektrische trein
door, net aangelegd in 1927.? De
beschikbare hoogte is 5,50 meter
vanaf de spoorstaaf gemeten; dat
moet dus lukken.
Het dak van de koepel ligt op twee
door paarden voortgetrokken platte
wagens. De stoet gaat de Herenweg
op richting Heemstede; dan rechtsaf
de Zandvoortselaan op, onder de
spoorbedrading door (het viaduct
is er nog niet), vervolgens over de
Zandvoorterweg en dan rechts af de
Zwarteweg op. De Mr. Enschedeweg
heeft te veel helling. Waar de weg
niet verhard is liggen rijplaten.
Op de hoek van de Zwarteweg wordt
de dakconstructie omhoog getakeld,
zodat deze neergelaten kan worden
op de staande delen die de wanden
van de koepel vormen en reeds
aanwezig zijn. Alles is minutieus
uitgerekend en voorbereid door
aannemer Rijnierse en de architect
Andries de Maaker, die de gehele
operatie te voet volgt.
De koepel van Bosch en Hoven
staat nog steeds op de hoek van
de Zwarteweg in Aerdenhout. Hij
is vanaf de openbare weg goed te
zien en hij ziet er goed uit, hoewel