Johannes Verhuist is de enige componist naar wie in
Bloemendaal een laan of weg is vernoemd
www.onsbloemendaal.nl
www.onsbloemendaal.nl
18
nr. 4 winter 2020
nr. 4 winter 2020
19
Johan Verhulstweg in
Bloemendaal (NHA)
Fragment uit een brief
van Johannes Verhulst
aan 'Waarde Heer
Pauw' (J.B. de Pauw?)
van 27 oktober (1968?)
(Archief J. Verhulst
Nederlands Muziek
Instituut, Den Haag)
In het Muziekinstituut in het Haags Gemeentearchief
bevinden zich enkele brieven van Verhulst die
hij uit Bloemendaal schreef. Een gericht aan een
‘Waarde heer Pauw’ (de organist en orkestrator J.B.
de Pauw?) uit een niet nader genoemd jaar op 27
oktober. Hij schrijft daarin: ‘Wat mij persoonlijk en
al de mijnen betreft - ik heb niets te klagen - ik was
gelukkig in het kleine en lieflijke Bloemendaal’. In
een naschrift voegt hij eraan toe: ‘Dinsdag gaan wij
voor goed naar Amsterdam’ Deze brief zou aan het
eind van zijn verblijf in oktober 1868 kunnen zijn
geschreven, waarna hij Bloemendaal ‘voor goed’
verliet. Er bleven namelijk twee brieven van 20 januari
en 5 oktober 1868 bewaard die hij in Bloemendaal
zond aan A.W. Wijthoff, bestuurslid van Toonkunst
en Liedertafel Euterpe. Verhulst kwam dus vaker in
Bloemendaal, zonder zich officieel in te schrijven. Hij
had kennelijk een adres gevonden waar hij geregeld
kon terugkeren. Misschien huurde hij een deel van
een villa, misschien verbleef hij langdurig in een hotel.
Het beviel hem goed in het ‘lieflijke’ Bloemendaal,
maar er zou ook een andere reden voor zijn herhaald
verblijf kunnen zijn. Was er soms een familielid
langdurig opgenomen in ziekenhuis Meerenberg, bij
wie het echtpaar Verhulst zo vaak als mogelijk in de
buurt wilde zijn? De opnamelijst van Meerenberg in
1866 bevat onder de honderden patiëntennamen
geen Verhulst. Toch lijkt de Meerenberg-gedachte
niet ver gezocht. Een kwart eeuw later in 1889, krijgt
mevrouw Verhulst-Rochussen drie brieven van Dr.
Chijs, directeur van het Geneeskundig Gesticht voor
Krankzinnigen in Zutphen. Op 28 april schrijft hij dat
de toestand van haar dochter ‘minder gunstig’ is. Ze
ligt het liefst in bed en bezoek is af te raden omdat
patiënte immers ‘niet in staat is haar erkentelijkheid
te tonen’ en natuurlijk geen ‘flauw benul’ heeft van
wat er aan de hand is. Een dag later komt hij van zijn
advies terug en adviseert om juist bezoek, indien
dat gewenst is, niet langer uit te stellen. Op 2 mei
telegrafeert Dokter Chijs: ‘Patiënte heden morgen
overleden’ Misschien was Meerenberg in de loop
der jaren ‘ingeruild’ voor Zutphen en verklaart dat
Verhulsts aanvankelijke keuze voor Bloemendaal.
Op het overlijdensbericht uit Zutphen staat met
potlood genoteerd dat het om dochter Clementine
gaat. Daarmee is naast de vier eerdergenoemde
kinderen een vijfde boven tafel gekomen. Het
doet vermoeden dat er ook wel een zesde kind
zal hebben bestaan, misschien met vergelijkbare
gezondheidsproblemen. Op één internetsite wordt
althans ook nog een zoon Bernardus genoemd. Een
jaar na Clementines overlijden, en een jaar vóór
Verhulsts eigen dood, stierf ook zoon Charles. Daarop
en misschien ook op de echtscheiding van zijn
De Johan Verhulstweg
In latere levensbeschrijvingen treffen we
herhaaldelijk de opmerking dat Verhulst zich
verbitterd om zijn ontslag in 1886, in Bloemendaal
zou hebben teruggetrokken. Die fout resulteerde
in de veel gemaakte vergissing dat Bloemendaal
de plaats van zijn overlijden was. Maar zijn diverse
verblijven verklaren het besluit van de gemeenteraad
zeventien jaar na zijn dood in 1908 om een weg naar
Verhulst te noemen. Opmerkelijk, want hij is de enige
componist die in Bloemendaal die eer te beurt valt.
De conclusie dringt zich op dat zijn naam nog leefde
in het dorp. Dat zou de afgekorte voornaam, Johan,
kunnen verklaren.
Kritiek van Diepenbrock
In Schumanns lof op Verhulsts muziek -krachtig,
levendig, schoon van klank, met een groot talent
voor verhoudingen, een trefzeker gevoel voor wat
zal aanslaan en dus wars van alle experimenten en
nergens diabolisch- klinkt pianissimo enige kritiek
door. Diepenbrocks kritiek klonk later fortissimo:
‘Verhulst betekent voor het huidige geslacht niets
meer!’ (Dat Diepenbrock nou later uitgerekend in de
Amsterdamse Johannes Verhulststraat moest wonen!)
Tegenwoordig zijn we bekomen van alle kritiek,
kunnen weer onbevangen luisteren naar Verhulsts
ene symfonie, kamer-, theater- en kerkmuziek en
dochter Anna, doelt de opmerking in een necrologie
dat Verhulsts laatste jaren door familiezorgen van
verschillende aard waren getekend. Het verlies van
Charles kon en wilde Verhulst naar eigen zeggen niet
te boven komen; het had hem gebroken.
Met dank aan Marion van Bussel, Leo Samama,
Frits van der Veldt en Inge de Wilde
horen we vooral in zijn vele liederen wel degelijk ook
moderne klanken.
Voorts introduceerde Verhulst behalve o.a. Schuberts
Unvollendete symfonie ook eigentijdse muziek
van Brahms, de ‘in tiefster Ehrfurcht’ aan Wagner
opgedragen derde symfonie van Bruckner en werk
van de jonge Richard Strauss in ons land. Bovendien
kwam hij op voor barokmuziek, toentertijd een
vooruitstrevende daad. Woldemar Bargiel, de
halfbroer van Schumanns vrouw, net als Verhulst
een leerling van Mendelssohn en onder Verhulst
tweede dirigent van het Rotterdams Toonkunstkoor,
had Nederland al kennis laten maken met Bachs
Mattheuspassie, maar Verhulst voerde de passie in
1874 als eerste in Amsterdam uit. Wel ouderwets was
hierbij opnieuw zijn liefde voor zware bezettingen;
ondanks het duizendkoppige koor verzuchtte hij:
"Ik geef twee kwartjes voor één trompettoon!” Ook
bleek weer zijn emotionele aard. Bij het slotkoor
"Wir setzen uns mit Tranen nieder”, deden een aantal
toehoorders het omgekeerde: ze stonden op en
liepen met droge ogen weg. Verhulst draaide zich om
en riep, zelf wel met tranen in zijn ogen: "Menschen,
wat doen jullie nou! Nou loopen jullie weg bij het
mooiste koor dat er ooit is geschreeven."
Last but not least: niet alleen Den Haag, Rotterdam,
Amsterdam en Bloemendaal, alle Nederlandse
plaatsen zouden straten naar hem moeten
vernoemen om de kindermuziek die hij (net als
Schumann) schreef. In welke gemeente klonk nooit
zijn Zie de maan schijnt en Er zaten zeven kikkertjes?