www.onsbloemendaal.nl
24
nr. 2 zomer 2021
Papa Went met Anneke/Jochebed
e eerste vondeling was Remi,
die 16 oktober 1942 afgegeven
werd bij het huis van mijn ouders.
Met hem liep het slecht af door
nog niet geheel opgehelderde
omstandigheden. Hij werd 21
mei 1943 vermoord in Sobibor na een periode
liefdevol verzorgd te zijn in de Joodse crèche, zoals
beschreven door Anita van Ommeren en Ageeth
Scherphuis in ‘De helden van de Joodse crèche’ in
Vrij Nederland van 16 januari 1986, en in het boek
Remi, de oorlogsgeschiedenis van twee broers van
Frank van Kolfschooten, 2020.
De tweede vondeling Anneliesje werd eind
oktober 1942 afgegeven bij het huis van de familie
Swellengrebel in Aerdenhout. De dienstdoende
politieagent nam de melding op, maar zei aan
de familie dat hij de notitie op zou bergen in
de onderste la van zijn bureau. Anneliesje heeft
de oorlog daardoor zonder verdere problemen
kunnen overleven. Zij behield na 1945 een warme
band met haar pleegfamilie. Zij woont tot op de
dag van vandaag in Israël. Toen haar ‘zusje’ Joos
Swellengrebel honderd jaar werd in januari 2020
is Anneliesje voor die gelegenheid naar Haarlem
gekomen. Joosje (Jozina Margaretha Henriette)
Swellengrebel is op 15 augustus 2020 overleden.
De derde vondeling, Anneke/Jochebed
Het navolgende relaas over de derde vondeling
komt uit het Engelstalige boek You're not allowed
to shoot me! van de baby-vondeling Jochebed
Katan. Ze werd afgegeven bij de familie Went in
hun huis Woodbury aan de Zomerzorgerlaan 9 in
Bloemendaal. Misschien is de titel ‘vondeling’ strikt
genomen niet juist omdat ze door een bekende
van de familie werd afgegeven en niet voor de deur
neergelegd.
Zoals zoveel joodse tweede generatie kinderen
heeft Jochebed Katan niet veel met haar ouders
kunnen spreken over hun oorlogservaringen.
Het meeste heeft zij ontleend aan wat de familie
Went en hun kindermeisje Marga hebben verteld
en opgeschreven. Daarnaast heeft haar moeder
Katan getuigenis afgelegd in de serie gesprekken
die Steven Spielberg heeft opgenomen van
overlevenden van de Holocaust.
Eerste citaat uit het boek van Jochebed Katan: "24
Mei 1943 geeft een vrouw een klein wollen pakje
af in het huis van de familie Went. In dat pakje ligt
een heel lief klein meisje van vier maanden. Haar
kleine heldere oogjes stralen gelukkig de wereld
in. Als mevrouw Went haar aanpakt van de vrouw
komt er een kleine glimlach op het gezichtje van
het kleine meisje. Gelukkig weet ze nog niets van
de miserabele situatie die haar ouders dwong hun
kleine baby voor een tijdje af te staan. Arme vader
en moeder. Hoe voelen ze zich op dit moment,
beroofd van hun vrijheid? Opgejaagd en benauwd
als dieren proberen ze een schuilplaats te vinden die
veilig is tegen de Duitse moordenaars. Als mevrouw
Went de baby in het wiegje legt huilt ze eventjes.
Wat zou ze anders verwacht kunnen hebben?
Zou haar eigen moeder haar een beetje te veel
geknuffeld hebben de laatste paar dagen?” Einde
eerste citaat Jochebed Katan.
Wat mevrouw Went niet kon en mocht weten is
dat de heer en mevrouw Katan inderdaad een zeer
angstige tijd doormaakten. Voordat ze de baby
voor onderduik afstonden werden ze opgepakt
door ‘foute’ politiemannen. Zij werden naar de
Hollandse Schouwburg gebracht en hun baby
moest naar de tegenoverliggende crèche. Door
één van de bewakers, Alphons Zündler, om te
kopen lukte het hen met hun baby te ontsnappen.
Aanvankelijk zijn ze kort ondergedoken in
Amsterdam. Vervolgens reisden de ouders Katan
met valse papieren per trein naar Zwolle. Tijdens
deze reis werden ze begeleid door een bevriende
blonde jongeman. Doel was om onder te duiken
D