Bierens de Haan sprak op 31 maart 1924 in de oranjerie van Kareol
over ‘Het wonder van den schoonen schijn’
www.onsbloemendaal.nl
nr. 2 zomer 2021
27
Bloemendaalsch Weekblad noemde hem in 1915 ‘de
Bloemendaalsche hoogleeraar’, wat enigszins pijnlijk
was voor iemand die het nu juist niet tot hoogleraar
had gebracht. Bierens de Haan was leraar Latijn aan
de Middelbare Meisjes School in Bloemendaal, wat
wel iets zegt over de brede opleiding aan deze school.
Ook was hij als docent verbonden aan de School
voor Maatschappelijk Werk in Amsterdam en aan
Nutsdepartementen en Volksuniversiteiten. Hij valt het
best te vergelijken met de Leidse hoogleraar GJ.PJ.
Bolland, die als popularisator van de wijsbegeerte een
soort sterrenstatus bereikte. Ook Bierens de Haan werd
wat we tegenwoordig een ‘cultfiguur’ noemen. Het
Bloemendaalsch Weekblad was in 1926 tegenover hem
vervuld van ‘voortdurende dankbaarheid’ en ‘vereering’.
School voor Wijsbegeerte en ‘Religieuze Kring'
In 1916 werd in Leusden bij Amersfoort de
‘Internationale School voor Wijsbegeerte’ (ISVW)
opgericht als ontmoetingsplaats voor wie in deze
oorlogsjaren behoefte had aan bezinning, al dan
niet van religieuze aard. Bierens de Haan was er als
vanzelfsprekend een van de meest geliefde sprekers en
hij zat in het curatorium.
Het leek wel alsof hij ook nog dichterbij huis
behoefte had aan een bezinningscentrum, toen hij in
Aerdenhout in 1923 het initiatief nam tot oprichting
van een Vriendenkring van de Nederlandsche
Protestantenbond. In Aerdenhout en Bentveld viel het
idee in vruchtbare aarde. Er kwam een vereniging, die
Geen existentialisme
Moderne filosofische stromingen gingen aan Bierens
de Haan voorbij. Voor het existentialisme, logisch
positivisme en de analytische filosofie had hij weinig
oog. Moderne kunst was evenmin aan hem besteed.
Hij waardeerde de Tachtigers en met Bauer en Breitner
onderhield hij vriendschappelijk contact. Ze woonden
bij hem in de buurt en kwamen op lezingenavondjes bij
hem thuis. Maar non-figuratieve schilderkunst vond hij
nieuwlichterij, kenmerkend voor de malaise waarin het
land verkeerde.
in 1924 de naam ‘De Religieuze Kring’ aannam, een
vrijzinnige geloofsgemeenschap. In het begin had
de Kring nog geen eigen gebouw. De bijeenkomsten
vonden plaats in de oranjerie van Huize Kareol aan
de Van Lennepweg, die de eigenaar Bunge graag ter
beschikking stelde. Bierens de Haan sprak er op 31
maart over ‘Het wonder van den schoonen schijn’.
Al in september 1924 kon aan de Eikenlaan (nu:
Oscar Mendliklaan 3) een kerkgebouw van de kring
worden geopend. De financiering was zonder moeite
rondgekomen, omdat architect A.P. Smits afzag van een
honorarium, een aantal leden een niet onaanzienlijke
financiële bijdrage leverde en er dankzij connecties
met de Doopsgezinde kerk een gunstige hypotheek
afgesloten kon worden. Het gebouw zag er uit als
een villa. Vóór bevond zich een woonruimte voor
de conciërge/koster, boven was een zit-slaapkamer
voor een wijkverpleegster en aan de achterzijde, niet
zichtbaar vanaf de straat, was de kerk- en lezingenzaal
die plaats bood aan 120 personen. Bierens de Haan zou
bij de plechtige opening natuurlijk het woord voeren,
maar kon - curieus genoeg - toch niet aanwezig zijn
wegens verplichtingen in de School voor Wijsbegeerte
in Leusden.
School en Kring hebben de tand des tijds doorstaan.
De vroegere eenvoudige slaapkamers in de School
zijn inmiddels vervangen door een gerieflijk
conferentiehotel en de Kring in Aerdenhout heet sinds
2013 ‘De Nieuwe Kring’. Doorwrochte lezingen zijn er op
beide plaatsen nog altijd volop.
Hoofdredacteur in oorlogstijd
In tijdschriftredacties ontbrak de naam Bierens de
Haan evenmin. In het publiekstijdschrift Onze Eeuw
bijvoorbeeld, maar de meeste bekendheid kreeg hij
als medeoprichter in1907 en lange tijd hoofdredacteur
van het Algemeen Nederlandsch Tijdschrift voor
Wijsbegeerte (ANTW), het orgaan van de Algemeene
Nederlandsche Vereeniging voor Wijsbegeerte, waar
Bierens de Haan - hoe kan het anders - ook voorzitter
van was. In het begin van de oorlog kwam hij in een
problematische situatie, omdat hij te maken had met