Aan zee
Frederik Willem van Eeden
Eenzaam ruischt de duist’re zee, -
Langs der duinen ruige kruinen,
Als met droeve doodenklacht
Zucht de nacht.
Op het woelend vlak der zee,
Wiss’lend dansen kille glansen. -
Starre lach der doode maan
Staart mij aan.
Dreigend, dreigend druischt de zee
- ‘k Zie een grijzen nevel rijzen -
Komt uit ‘t groote zonnegraf
Op mij af!
Zonne stervend zonk in zee, -
En een wijde wade spreidde
Op de breede kimme neer
‘t Wolkenheer.
Eenzaam, eenzaam ruischt de zee -
Slaat de kuste zonder ruste; -
Moeder aarde ligt alom
Doodsch en stom.
Red mij, red mij van de zee!
Red mij aarde, die mij baarde! -
Vaalgewiekte oneindigheid
Foto: Nicole Post
Bijschrift foto cover: De Zeeweg, geschilderd door Simon de Heer (1927)