Zoekplaatje 18 www.onsbloemendaal.nl nr. 4 winter 2021 33 Frits van der Veldt De vroegere smederij Zoals reeds werd vermoed, toonde het vorige zoekplaatje daadwerkelijk de vroegere smederij van de familie Ruigrok, zo werd ons van diverse kanten bevestigd. Deze oude smidse was ooit gelegen langs de Leidsevaart in Vogelenzang en raakte in 1849 in het bezit van Jacob Ruijgrok (1813-1895). Geboren en getogen in Noordwijkerhout belandde Jacob na zijn diensttijd als smidsknecht in Bodegraven, waar hij zijn toekomstige echtgenote Anna Rijkelijckhuijsen (ook wel geschreven als Rijkelijkhuizen) leerde kennen, met wie hij in 1841 in Woerden trouwde. Het jonge stel vestigde zich in Utrecht waar ze drie kinderen kregen. Jacob besloot in 1846 voor familiebezoek naar zijn geboortestreek af te reizen. Toen de trekschuit bij de herberg De Witte Hond aanmeerde om daar van paard te wisselen, ontwaarde Jacob even verderop de smederij van Gijsbertus Kroon, bij wie hij kort nadien in dienst trad. Enkele jaren later nam hij met geleend geld het bedrijf van zijn werkgever over voor een bedrag van fl. 1.300 aan contanten. Direct achter de toegangsdeur van de werkplaats bevond zich destijds het zogeheten smidsvuur waar de gloeiendhete ijzeren banden om de wagenwielen werden gelegd. Gelijk daarna werd het warm beslagen wiel ter afkoeling in de Leidsevaart ondergedompeld, waardoor de ijzeren band strak om het wagenwiel samentrok. Naast de gebruikelijke opdrachten ging Jacob zich steeds meer toeleggen op het vervaardigen van hekwerken. De zaken verliepen dermate voorspoedig dat hij op een gegeven moment vijf knechten in dienst had. Kort nadat zijn enige zoon Cornelis Anthonie (1844-1908) in 1877 in het huwelijk was getreden met Adriana van der Wiel nam die het bedrijf van zijn vader over. Het echtpaar kreeg welgeteld zestien kinderen onder wie zeven zonen, die op hun beurt in het bloeiende bedrijf van de ondernemende vader werk vonden. Zoals we al eerder op de foto konden zien, prijkte boven de voorgevel een fraai reclamebord met de navolgende sierlijk gekalligrafeerde tekst. Deze tekst op rijm zou zijn ondertekend door een zekere C.J. Ruigrok. Vreemd genoeg komen deze initialen binnen de Vogelenzangse familie Ruigrok in het geheel niet voor. Het is dan ook aannemelijk om te veronderstellen dat dit op een misverstand berust en de Gotische hoofdletter A per abuis voor de letter J is aangezien, en dat Cornelis Anthonie Ruigrok, de enige zoon en opvolger van Jacob, deze wervende spreuk heeft gedicht en geschilderd. Na diens overlijden in 1908 nam aanvankelijk zijn weduwe de leiding binnen het bedrijf op zich, maar weldra namen de zonen Arie en Gerard het stokje van haar over en richtten samen de Firma C.A. Ruigrok Zonen op. Ook de andere broers uit het kinderrijke gezin waren er werkzaam. De jongste telg, Johannes Cornelis met de roepnaam Jan, kwam als laatste de bloeiende onderneming versterken en zette het bedrijf later zelfstandig voort onder de naam Ruigrok Hekwerken "De Stier” B.V. Halverwege de vorige eeuw verliet Arie het bedrijf en startte in Katwijk met de fabricage van tuinmeubelen. Naderhand trok ook broer Gerard zich terug uit het bedrijf en richtten twee van zijn zonen met behulp van hun vader de bekende firma’s Heras Hekwerken in Oirschot en Alura Hekwerk in Noordwijkerhout op. De voornoemde Benjamin van de familie was evenzeer succesvol en moest op een gegeven moment zelfs wegens gebrek aan voldoende uitbreidingsmogelijkheden met het bedrijf naar Katwijk uitwijken. Deze Jan liet bij zijn overlijden in 1983 de eerder in het leven geroepen J.C. Ruigrok Stichting na. Met het door hem beschikbaar gestelde grondkapitaal ondersteunt deze stichting tot op de dag van vandaag tal van cultuur-historische initiatieven en sociaal maatschappelijke projecten. Tenslotte keren we nog even terug naar de afbeelding van de oude smederij. De geportretteerde personen betreffen allen gezinsleden van de in 1908 overleden smidsbaas Cornelis Anthonie Ruigrok met tussen hen in enkele personeelsleden, die vol trots poseren achter een nieuw onderstel voor een met paard aangespannen wagen of rijtuig. Het jonge ventje, zittend bij het hek, is de eerdergenoemde weldoener Jan (1901) met links van hem zijn zus Bets (1886) en rechts naast hem zijn zus Rie (1891) met direct daarnaast broer Joop (1893) op klompen. De oudere dame onder het nader beschreven reclamebord is hun moeder, de weduwe Adriana Ruigrok- van der Wiel (1857). Op de voorgrond zit broer Arie (1883) hurkend bij een draaiwiel, terwijl geheel rechts broer Gerard (1884) richting de camera kijkt. Gezien het ontbreken van de vroegtijdig overleden vader en de leeftijden van de afgebeelde familieleden, dateert de foto hoogstwaarschijnlijk uit de jaren 1909-1910. Het toeval wil dat de voormelde broer Arie bovendien de schoonvader was van Lou van Emmerik, welke laatste voor lange tijd een zeer gewaardeerd en actief bestuurslid van de Stichting Ons Bloemendaal was. r Jg jatten 1 J W run te w QJOet blaefbalrft ai boor buer lêrrterdn ntm ijyr ai fraai I ant» ban Wc <Dat boen mrn aïleiwï r toeten en te msaften, bef i act be ftunft er ietss ban ncobig ïjtrft XWyedt ith an be gitnft

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2021 | | pagina 33