8 www.onsbloemendaal.nl nr. 4 winter 2021 Wederopbouw, schenking en woordbreuk Net als zoveel na de Tweede Wereldoorlog moest ook de Tinholt-verzameling 'wederopgebouwd’ worden. De collectie kwam namelijk niet ongeschonden uit de Tweede Wereldoorlog. Deels was de verzameling verdwenen en deels vernield. Slechts een klein deel was opgeslagen op een zolder en zo behouden gebleven. Karste Tinholt, inmiddels zeventig jaar oud, zit echter niet bij de pakken neer en begint opnieuw met behulp van vooral oud-leerlingen een nieuwe collectie op te bouwen. In 1950 is het werk af en wordt de collectie, veertien jaar na de eerste officiële opening, voor de tweede keer in aanwezigheid van verschillende autoriteiten geopend 1936 boven een uitvoerig verslag van de opening door de Inspecteur van het Lager Onderwijs in het bijzijn van Karste Tinholt en vele genodigden onder wie Jac. P. Thijsse. De krant geeft een lovende beschrijving van de collectie: 'Bestond het begin slechts uit een bescheiden verzameling eieren van allerlei gevogelte, langzamerhand breidde de collectie zich uit; er kwamen opgezette vogels, fossielen, ertsen, vlinders en schelpen; door diorama’s werden brokjes historie en tafereelen uit vreemde landen vastgelegd. Kortom alles wat door afbeeldingen aan het onderwijs dienstbaar gemaakt kon worden, kwam bijeen. Aangevuld door schenkingen uit eenige musea, is thans een bezienswaardige collectie in het Tinholthuis bijeengebracht, die ongetwijfeld belangstelling verdient.’ in drie lokalen van de M.U.L.O. aan de Vijverweg. Wethouder Rohling noemt de inmiddels 75-jarige Karste Tinholt in zijn toespraak een der hoogst zeldzame 'hoogedele-verzamelaars’ Tinholt heeft de collectie voorafgaand aan de heropening aan de gemeente geschonken en deze schenking is aanvaard. Op 26 januari 1950 gaat de gemeenteraad akkoord met het voorstel van B&W om 'gelet op het belang van deze verzameling voor het onderwijs, de schenking in dank te aanvaarden zodat de collectie niet verloren kan gaan, zoals in de oorlog met de eerste verzameling het geval is geweest.’ Het blijken loze woorden. De gemeenteraad benoemt weliswaar direct een Adviescommissie voor de Tinholt-verzameling, maar bij het gemeentebestuur bestaat niet de bereidheid om te investeren in een definitieve behuizing en exploitatie van de collectie. Begin 1952 wordt de collectie overgeplaatst naar de bollenschuur aan de Vrijburglaan 17 te Overveen, waar daarvoor de Wilhelmina-school was gevestigd. Een jaar later maken B&W echter alweer plannen bekend tot afbraak van de bollenschuur. Uiteindelijk zal de collectie tot 1958 in de bollenschuur te bezichtigen zijn en worden er door Karste Tinholt schoolklassen ontvangen. Dan verdwijnt de Tinholt- verzameling naar de zolder van het gebouw. Van half juli tot half augustus 1959 is een deel van de collectie nog te zien tijdens een expositie in Bloemenheuvel (dat begin jaren zestig gemeentehuis werd) en dan is het over en uit. Goedbedoelde pogingen om de collectie te redden lopen op niets uit en in april 1964 besluit de gemeenteraad een eerder besluit uit Officiële opening van de Tinholt-verzameling in de M.U.L.O. aan de Vijverweg op 29 maart 1950. Karste Tinholt (links) toont een voorwerp aan wethouder Rohling. (NHA) 7

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2021 | | pagina 8