www.onsbloemendaal.nl nr. 3 najaar 2022 11 ijdens de kerstdagen van 1892 steekt een twintigtal ondernemers de koppen bij elkaar. Het zijn vooral tuinders (groentetelers) en enkele bloemisten (bollenkwekers). Zij hebben met elkaar gemeen dat ze allemaal inwoner zijn van de gemeente Bloemendaal, allemaal percelen en bedrijven bezitten langs de Houtvaart, op de plek van het huidige Westelijk Tuinbouwgebied en de huidige Westelijke Randweg en daar ook wonen met hun gezinnen. In zijn ‘Blauwe cahier’ van november 1946 heeft de Overveense brievenbesteller Martinus Kokkelkoren (1860-1952), die rond 1900 elke dag bij de woningen aan de Houtvaart langs moet, het probleem duidelijk geschetst: ‘Om de bewoners van de Houtvaart te kunnen bereiken, moest men gebruik maken van een loopplank of een bootje. Dit nam, vooral bij slecht weer, veel tijd in beslag’ (Ons Bloemendaal, nr. 4, winter 2020). Aanleiding voor de brief Al jaren klagen de tuinders en bloemisten erover dat hun percelen niet bereikbaar zijn over de weg en dat al het vervoer van mens, dier, groenten, bloemen en bollen per schuit moet. Met name bij ziekte of bij een sterfgeval levert dat grote problemen op. Zeker in de winter als Brouwersvaart en Houtvaart door het ijs niet meer bevaarbaar zijn. Wat de ondernemers nog het meest ergert is dat ze de grote stad zien liggen, maar er niet heen kunnen over de openbare weg. Maar ook hun eigen dorp Overveen is onbereikbaar over de weg. Aan de overkant van de Houtvaart ligt in oostelijke richting tussen het water en de gemeente Haarlem een strook grond van de gemeente Heemstede. Bloemendaal noch Heemstede hebben de middelen om een weg en een brug te realiseren die hun percelen ontsluiten. Maar dan komt eind negentiende eeuw als een geschenk uit de hemel het plan van Haarlem om het noordelijk deel van Heemstede en dus ook de strook tussen Houtvaart en Haarlem te annexeren. Hier ligt een kans. Immers, Haarlem heeft genoeg geld om een weg aan te leggen van de Leidsche Straat over het spoor, langs het zwembad in de bocht van de Houtvaart op de plek naast het huidige Houtvaartbad, vervolgens naar het zuiden langs de Houtvaart. De Koning is dood Het is waarschijnlijk geen toeval geweest dat de ondernemers eind 1892 het Huis van Oranje benaderen per brief. Koning Willem III is twee jaar tevoren in 1890 overleden en het is niet waarschijnlijk dat veel burgers zich tot de KoningGorilla, zoals zijn bijnaam luidde, hebben gewend voor hulp. De Koning nam de staatszaken namelijk niet erg serieus. Zijn in 1880 geboren dochter Wilhelmina volgt haar vader in 1890 wel op, maar haar moeder prinses Emma van Waldeck- Pyrmont (1858-1934), de tweede vrouw van koning Willem III, neemt als regentes het koninklijk gezag waar tot Wilhelmina meerderjarig wordt. In 1892 organiseert Emma een heuse publiciteitstour langs alle hoofdsteden van de provincies en op 23 september 1892 is Haarlem aan de beurt voor een groots onthaal van de net twaalf jaar oud geworden Wilhelmina en haar moeder. Heeft het bezoek van Emma de tuinders en bloemisten geïnspireerd tot het schrijven van een brief aan de populaire Emma? Het zou zo maar kunnen. Eén van de ondernemers heeft geïnformeerd hoe de aanhef van de brief moet zijn en begint in een sierlijk handschrift te schrijven: ‘Aan Hare Majesteit de Koningin-Weduwe Regentes van het Koninkrijk’. De ondertekenaars Op 30 december 1892 zetten alle tuinders en bloemisten hun handtekening onder de brief die afsluit op de in die tijd gebruikelijke manier, waarbij aan de Majesteit ook duidelijk wordt met wie zij te maken heeft: ‘Hetwelk doende, Uwer Majesteits getrouwe onderdaanen’. En dan volgen alle namen middels een handtekening. Wie de geschiedenis van Overveen een beetje kent, herkent direct de bekende families onder de bloemisten en tuinders: ‘Ant Roozen, G Rusman, N Damen, De Wed AJ Neelissen, AJ Neelissen, Peter van Velsen en Zn, P Neelissen, NT Roozen, HJ Roozen, G Claassen, JB Roozen en Zn, HJ Huibens, J Ausum, M Geerlings, B Roozen en Zn, M Hulsebosch, N Keune, JP Hulsebosch, C Rijnierse, JJM Rijnierse, AJ Bos, JB Bosch, L Roozen’ Het verzoek Na een uitvoerige schets van de problemen waarmee de ondernemers geconfronteerd worden en de kansen die er nu liggen eindigt de brief aldus: ‘Redenen waarom ondergetekenden zich de vrijheid veroorloven met aandrang Uwer Majesteit te verzoeken het noodige te verrichten, ten einde inderdaad de voorgedragen grensverandering tusschen Haarlem en Heemstede tot stand kome, of althans die grensbepaling zoo moge worden geregeld, dat de gronden gelegen ten westen der Leidsche Vaart, van af den Aardenhout tot aan de genoemde Oude Brouwerskolk onder het gebied der Gemeente Haarlem kome, waardoor voor hen de gelegenheid zou worden opengesteld om: a) bij eventuele ziekte gevallen, dadelijk geneeskundige hulp te kunnen verkrijgen; b) bij voorkomende besmettelijke ziekte, waarbij volgens de wet dadelijke afzondering wordt vereischt, die patiënten onmiddellijk naar de daarvoor bestemde inrichtingen te kunnen overbrengen, en c) hunne dooden op meer gepaste wijze te kunnen vervoeren, hetgeen thans per schuit en bij gestremd water, alleen met de grootste moeilijkheden kan geschieden’ T

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2022 | | pagina 11