Rondetafelgesprek
‘Verrassingen achter de voordeur’
www.onsbloemendaal.nl
nr. 4 winter 2022
25
Carolina Lenarduzzi
Eetkamer en serre met glas-in-lood
gangbaar om voorname woonhuizen te voorzien
van lambrizeringen, van vensters in roedeverdeling
met gekleurd glas-in-lood en zware gordijnen. Deze
materialen werden uit functioneel oogpunt toegepast,
omdat zij kou weerden en warmte vasthielden, maar
ook gekozen onder invloed van de toenmalige mode
en esthetische voorkeuren. In Habeo Horam zijn de
woonhall en het trappenhuis dat vanuit de woonall
naar de overloop van de verdieping en de zolder leidt,
eveneens spaarzaam verlicht. Waar het in de meeste
villa’s, met uitzondering van de dienstbodekamers die
voorzien waren van enkele kleine dakramen, op zolder
ook schemerdonker was, heeft Habeo Horam echter
een lichtstraat van gekoppelde ramen in de nok van
het dak.
Om van deze lichtstraat op zolder optimaal gebruik
te maken in het trappenhuis en ook in de woonhall,
besloten de eigenaren een fundamentele verandering
door te voeren. De verschillende verlaagde plafonds
en aparte ruimtes op zolder zijn afgebroken waardoor
het licht door de lichtstraat optimaal naar binnen
Bronnen:
Westra, A., ‘Een uitzonderlijk authenthiek interieur in
Aerdenhout', in: B. Laan, E. de Haan, A. Westra, Zuid-
Kennemerland, Interieurportretten van stadshuizen en
villa's 1875-1945, Amsterdam 2017 ZKL, pp. 89-103.
Westra, A. ‘Bouwmaterialen. Wand en Vloertegels’ in: B.
Laan, E. Koldeweij, en C.P. Krabbe (red.), Wonen in een
monumentaal Huis, Amsterdam 2012, pp. 257-269.
Westra, A. ‘Bouwmaterialen. Stucornamenten en
Lijstwerk’ in: B. Laan, E. Koldeweij, en C.P. Krabbe (red.),
Wonen in een monumentaal Huis, Amsterdam 2012,
pp.287-301.
stroomt. Vervolgens wordt er een glazen zoldervloer
aangebracht steunend op de oude plafondbalken, die
het licht van de zolder naar de hal op de verdieping
leidt en via de overloop ook de woonhall beneden
verlicht, een ingenieuze, eigentijdse oplossing.
Op 6 oktober jl. vond in Huis
Leyduin in Vogelenzang een door
de Stichting Ons Bloemendaal
georganiseerd rondetafelgesprek
plaats over de vraag hoe het
cultuurhistorisch bewustzijn van
bijzondere interieurelementen
in de monumentale villa’s in
onze gemeente kan worden
bevorderd. De aanleiding
voor de bijeenkomst was
het thema van het huidige
lustrumjaar ‘Verrassingen
achter de voordeur' Aan de
hand van een tiental stellingen
discussieerden deskundigen,
afkomstig uit verschillende
sectoren zoals de architectuur,
makelaardij en aannemerij,
over manieren waarop
interieurschatten kunnen worden
geïnventariseerd en bewaard.
Daarbij is vanzelfsprekend een
belangrijke rol weggelegd
voor (nieuwe) eigenaars van
monumentale panden, maar ook
voor de gemeente die wegens
de vergunningsplicht bij het
verbouwen van monumenten
altijd in beeld komt. Deze twee
geledingen waren dus ook
uitgenodigd. Helaas moest de
gemeente verstek laten gaan.
De expertise van Dorine van
Hoogstraten van MOOI Noord-
Holland, een adviesbureau dat
zich onder meer bezighoudt met
provinciale cultuurhistorie, was
daarom extra welkom.
Erfgoeddeskundige Esther de
Haan, die in dit lustrumjaar
eerder de voorjaarslezing
verzorgde, en de auteur is van
de vier huizenportretten in dit
nummer, trapte de avond af met
een korte inleiding over haar
ervaringen met de restauratie
van historische panden en hun
inrichting. Met beeldende foto’s
belichtte zij de dilemma’s waar
eigenaars en bouwdeskundigen
bij dergelijke projecten
tegenaan lopen: hoe behoud je
bijvoorbeeld het oorspronkelijke
sanitair én realiseer je tegelijk de
begrijpelijke behoefte aan een
badkamer met alle comfort van
tegenwoordig? Hoe combineer je
het behoud van de vaak donkere
hal in negentiende-eeuwse villa’s
met het moderne verlangen naar
meer licht in huis? Haar jarenlange
ervaring heeft Esther geleerd dat
hoe meer eigenaars weten van
de cultuurhistorische waarde
van hun huis, hoe meer zij bereid
zijn om bijzondere elementen
te behouden in plaats van weg
te doen. Haar slogan ‘Kennis -
Bewondering - Behoud’ was het
startsein voor een boeiende
discussie waarin de betrokkenheid
van alle aanwezigen duidelijk
maakt hoezeer dit onderwerp
leeft in de aan materieel erfgoed
zo rijke gemeente Bloemendaal.
Al meteen bij de eerste stelling:
‘Is de monumentenstatus een
last of juist een zegen?’ kwamen
allerlei relevante aspecten uit de
praktijk ter tafel. Voor de nieuwe
eigenaar van Habeo Horam in
Aerdenhout, André Gaastra, is
beide het geval. Het aangaan van
zo’n omvangrijk en tijdrovend
project als het restaureren van
een zeer groot en gedateerd
monument geeft veel plezier en
voldoening. Voorwaarde is wel
dat je als eigenaar liefde hebt
voor dit soort huizen en een
bijzondere verantwoordelijkheid
voelt om het monument
voor de volgende generaties
te bewaren. Daar tegenover
staat de grote bemoeienis
van derden: de gemeente die
vergunningen af moet geven,
buurtgenoten die een andere
mening hebben over de aanpak,
maar ook de belemmeringen
bij een toekomstige verkoop.
Potentiële kopers haken soms
af als zij zich realiseren dat je
als eigenaar nooit de volledige
zeggenschap hebt over een
monument. De makelaars in
het gezelschap bevestigden dit
punt. De strenge regelgeving in
combinatie met de hoge kosten
maken veel kopers huiverig voor
de aanschaf van een monument.
Het behoud van monumentale
panden zou naar hun mening
gebaat zijn bij een meer flexibele
regelgeving. In het verlengde
daarvan wezen de aanwezige
architecten erop dat de dialoog
tussen eigenaar en gemeente
in Bloemendaal te wensen
over laat. Door het ontbreken
van een vast aanspreekpunt
hebben eigenaars te maken met
steeds wisselende ambtenaren,
die ook ieder weer een eigen
visie op de bouwplannen naar
voren brengen. Behalve tot
een moeizame communicatie,
leidt het ontbreken van een
‘vast gezicht’ ook tot het steeds
Voor dit portret is dankbaar gebruik gemaakt van
informatie verstrekt door de huidige bewoners van
villa Habeo Horam.