De hall met bovenlicht in glas-in-lood
De schouw in de hall met maraboes als staanders
In de Nieuwe Haarlemsche Courant kondigde
Wiegman in 1922, enkele jaren voor zijn pensioen,
de verhuizing naar Sonnewende in Overveen aan.
Het echtpaar was toen al in de zestig en had geen
inwonende kinderen meer. Sonnewende lijkt een
groot onderkomen voor een echtpaar op leeftijd,
maar uit het dagboek van mevrouw Wiegman blijkt
dat de zeven volwassen kinderen met hun gezinnen
regelmatig kwamen logeren, begeleid door eigen
personeel. Mevrouw Wiegman adverteerde in
ieder geval in de Haarlemsche Courant in 1923 voor
een bekwaam keukenmeisje voorzien van goede
getuigschriften om haar en haar echtgenoot in de
huishouding te ondersteunen. Wiegman overleed
in 1933 op 78-jarige leeftijd in Overveen en werd
in Amsterdam begraven. Sonnewende bleef door
mevrouw Wiegman tot haar dood in juli 1940
bewoond. In 1948 werd villa Sonnewende een
pension en tot in de jaren zestig verpleeghuis en
rusthuis waarvoor in de lokale kranten regelmatig
verplegend personeel, kooksters en werksters werden
gezocht. In de jaren tachtig werd de villa als kantoor
gebruikt totdat in 2020 de huidige bewoners hun
intrek in Sonnewende namen en de meest recente
verbouwing uitvoerden.
Interieur
De voordeur van de villa onder de loggia geeft,
via een ruime met marmer afgewerkte vestibule,
toegang tot een imposante rechthoekige woonhall
met een brede eikenhouten trap met bordes. De
woonhall was de eerste representatieve ruimte van
het huis waar familie en gasten werden ontvangen
in zitjes voor de open haard of in fauteuils.
Hiervandaan leidde de gastvrouw, die haar entree
vanaf de verdieping via de bordestrap maakte,
de familie en genodigden naar de aangrenzende
eetkamer. Deze routing is echter geblokkeerd
doordat Sonnewende gesplitst werd in meerdere
appartementen, waarbij de doorgang tussen hall en
eetkamer, reversibel, is afgesloten.
De hall is voorzien van eikenhouten lambriseringen,
een schitterende rechthoekige lichtkoepel in de
zoldering met verfijnd glas-in-lood in oranje, gele
en groene tinten en een zandstenen schouw met
prachtige gebeeldhouwde maraboes als staanders.
De vloeren zijn voorzien van houten parket dat in
grote tegels is gelegd. Aan de hall ligt meteen links
op het noorden de garderoberuimte, bekleed met
marmer op de wanden en vloeren en voorzien van
een staande wastafel met spiegel. Om de hall heen
gegroepeerd liggen alle woonvertrekken. Naast
de garderobe ruimte ligt - op het noorden - een
van de woonvertrekken. Aansluitend, met ensuite
deuren verbonden, ligt de salon met aangrenzende
serre op de tuin en op het zuiden georiënteerd. De
voormalige herenkamer met zandstenen schouw en
de naastgelegen eetkamer met serre kijken beide
eveneens uit over de tuin. In alle woonvertrekken
zijn de oorspronkelijke lambriseringen en oude in
sterpatronen gelegde parketvloeren uit de jaren
twintig van de vorige eeuw overgeleverd. De serre
van de voormalige salon heeft afgeronde hoeken
en bovenlichten die met glas-in-lood decoraties
in artdeco stijl in blauw en geel bloempatroon
Scheiding van wonen en dienst
Van Bommel ontwierp een rechthoekig
grondplan dat hij passend in de Engelse
landhuistraditie verdeelde in een gescheiden
woon- en dienstgedeelte. De ontvangst-, woon-
en slaapvertrekken van de familie werden op
de begane grond en de verdieping van de villa
zijn gedecoreerd. De serrevloer is afgewerkt met
lichtblauwe keramische tegels in ruitpatroon, omlijst
door een sierrand van tegels in een bloemmotief.
De aangrenzende eetkamer behoort eveneens tot
het representatieve woongedeelte van de familie en
heeft een interieurafwerking die daarbij past. Een
grote erker kijkt uit op de omliggende tuinen en
de wanden van de kamer zijn afgewerkt met zware
houten lambriseringen en deurlijsten. Opvallend
genoeg is er geen schoorsteenmantel of open haard
in deze eetkamer. Vermoedelijk maakte de moderne
centrale verwarming die in alle vertrekken werd
aangebracht een schouw voor louter decoratieve
doeleinden overbodig.