I I I Het trappenhuis in de hall Dienstingang met de boerendeur Radiator met een warmhoudkast Tot de Tweede Wereldoorlog was het in de villa’s van Bloemendaal en omstreken gangbaar dat eigenaren onder één dak leefden met een of meerdere personeelsleden. De sociale afstand tussen mevrouw en haar meisje en meneer en zijn chauffeur was groot. Architecten waren bedreven in het tot uitdrukking brengen van deze afstand in de vaak ingewikkelde plattegrond van de villa die de organisatie van het huiselijk leven ‘op stand’ toonde. Een vernuftig stelsel van afzonderlijke toegangsdeuren, gangen, een diensttrap, speciale verblijfs- of zitruimtes voor het personeel zorgde ervoor dat dienstmeisjes, kokkin, knechten en chauffeur onzichtbaar en onhoorbaar hun ondergebracht. In een apart deel van het huis plaatste de architect de dienstvleugel, gescheiden van het woongedeelte door een eigen buitendeur en eigen tussendeuren. De dienstvertrekken zoals keukens, bijkeukens, de dienstrap en slaapvertrekken voor het personeel waren van kelder tot en met de zolder in deze vleugel ondergebracht. werkzaamheden konden verrichten. De scheiding waarborgde een ongestoord familieleven entre nous waar het personeel alleen in beeld kwam voor representatieve taken: de jas aannemen als de deurbel ging, thee schenken in de salon voor de visite en gasten bedienen in de eetkamer. Alleen daar waar het praktisch en wenselijk was werden dienst- en woonvertrekken met elkaar verbonden en ontmoetten familie en personeel elkaar. Het dienstgedeelte van villa Sonnewende illustreert hoe de indeling van de vertrekken het huishouden als een geoliede machine kon laten verlopen. De dienstvleugel begint buiten bij de buitenkast, rechts van de dienstingang onder een portaal met een rondboog. Bij binnenkomst door de gedeelde of boerendeur, die het gemakkelijk maakte om leveranties aan te nemen, is meteen rechts het privaat voor het personeel. Tegenover de dienstingang ligt aan de gang het eerste dienstvertrek: een bijkeuken of provisiekeuken met een viertal ingebouwde voorraadkasten met houten deuren en ontluchtingsgaten. Hoogstwaarschijnlijk heeft in dit vertrek ook een elektrische koelkast gestaan, een moderniteit die in het begin van de twintigste eeuw meer en meer gangbaar werd in de huishoudens van stand. Verder in de gang ligt, naast de bijkeuken, de dienkamer. Deze kamer is voorzien van een plafondhoge ingebouwde kastenwand met planken voor servies en laden voor de bestekken. Vanuit deze kamer werd de eettafel gedekt, schalen en borden opgemaakt en het eten opgediend. De dienkamer heeft nog een prachtige zogenaamde warmhoudkast. Deze kasten werden vanaf het begin van de twintigste eeuw als innovatie ingebouwd in de moderne verwarmingsradiator en dienden voor het voorverwarmen van borden en het warmhouden van gerechten voordat deze op tafel kwamen. De verbindingsdeur tussen de sobere dienkamer en de rijkgedecoreerde eetkamer vormt de scheiding tussen dienst- en woonvertrekken. De dienstvertrekken en de dienstgang zijn, -met uitzondering van de nieuwe parketvloer in de dienkamer - voorzien van grijswitte granito vloeren Tegenover de dienkeuken ligt de grote kookkeuken voorzien van hoge ramen, een monumentale keukenschouw, houten vrijstaande keukenkasten die tot het plafond reiken en een rij gootsteenkastjes die hoogstwaarschijnlijk alle zijn aangebracht bij de verbouwing van 1920-1922. Het oude marmeren aanrecht is door de huidige bewoners vervangen door een verhoogd houten aanrecht en een vernieuwde granito gootsteenbak is naast de oorspronkelijke pompkast, op het aanrecht, geplaatst. De keuken heeft een iets verfijndere afgezet met een zwarte bies. De wanden in de dienstvertrekken zijn bekleed met een crèmekleurige geglazuurde tegellambrisering, afgesloten met een donkergroene sierrand. De ruimtes zijn verder tot het plafond betegeld met ‘witjes’ De afwerking van vloeren en muren met harde materialen zorgde voor hygiëne in de keuken en maakte het schoonmaakwerk eenvoudiger. In alle dienstruimtes zijn voorts de originele verwarmingsradiatoren nog aanwezig.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2022 | | pagina 17