www.onsbloemendaal.nl www.onsbloemendaal.nl 8 nr. 1 voorjaar 2023 nr. 1 voorjaar 2023 9 Het Anker in Overveen In januari 1815 - op zijn vijftigste - nam Gogel een noodlijdende blauwselfabriek over die op de buitenplaats ‘Vreedensrust’ in Overveen stond. Op deze buitenplaats zou Gogel de laatste jaren van zijn leven doorbrengen. De buitenplaats was gelegen aan de Bloemendaalseweg in de omgeving van de huidige Dompvloedslaan. Gogel doopte zijn bezit om tot ‘Het Anker’ Blauwsel werd op blekerijen gebruikt als witmaker voor textiel. Het werd ook in verfstoffen toegepast, net als Fries groen dat Gogel ook ging produceren. Gogel had voor de koop geld geleend en ook daarna bleef hij op zoek naar geldschieters. Het project was een Gogel echter weigerde verschillende malen een publieke functie. Hij beweerde dat hij ‘steeds zeer ongaarne ambtenaar was geweest’ en ook dat zijn slechte financiële positie het noodzakelijk maakte om de commerciële richting op te gaan. Tegenvallende resultaten Het bleef kwakkelen met de blauwselmolen. Gogel weet dat aan de grote hoeveelheid formaliteiten en oude rechten waar Hollandse bedrijven last van hadden. Ook had hij te weinig omzet om de onkosten en de rente van de afgesloten leningen te betalen. Tot overmaat van ramp ging een omvangrijke schadeloosstelling die hij verwachtte uit West-Indië niet door, omdat andere schuldeisers zijn aanspraken betwistten. Hij voelde zich zelfs gedwongen om ‘zilver etc.’ dat hij ten geschenke gekregen had te verkopen. Maar het 26-delige zilveren servies dat hij indertijd als beloning voor de diensten aan het Staatsbewind had gekregen, behield hij. Dit hebben zijn nazaten in 1933 aan het Rijksmuseum geschonken. uitdaging, want de fabriek was ‘door onmagt zeer verzwakt’ zoals Gogel aan zijn vriend Copes van Cattenburgh schreef. Ingangshek van 'HetAnker'. (1816) J.W. van Hasselt (schoonvader Gogel) dichtte hierover: 'Al straalt de Zon in 't Oosten het Ziet er somber uit en schijnt een donker woud dog laaten we ons getroosten Zoo lang het Anker houd en eer hij daal in 't westen, schik alles zich ten besten’ Voor de ingang staat een walviskaak. Walviskaken werden vaak gebruikt als toegangspassage bij buitenplaatsen. In 1996 werd bij grondwerkzaamheden in de omgeving waar Vreedensrust/Het Anker gelegen heeft een fragment van een walviskaak gevonden. Dit zou een onderdeel kunnen zijn van de hier afgebeelde kaak. (Noord-Hollands Archief) Ook zijn bijzondere penningen- en muntenverzameling verkocht hij niet. Een poging om bij de Franse autoriteiten tweeduizend francs te innen die verbonden waren aan zijn onderscheiding van het Legioen van Eer, mislukte. Het geld kreeg hij niet, wel de toestemming om de decoratie in Nederland te dragen. Een opsteker was de gouden medaille, die hij in 1820 ontving voor het blauwsel dat hij ingezonden had naar de, op initiatief van koning Willem I georganiseerde, Nijverheidstentoonstelling in Gent. Er werden 193 medailles uitgereikt, waarvan dertien gouden. Het blauwsel moet dus wel van goede kwaliteit geweest zijn. De Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen en de Hollandsche Huishoudelijke Maatschappij Naast de activiteiten voor zijn bedrijf was Gogel ook actief voor de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen in Haarlem, waarvan hij al in 1806 voorzitter geworden was. Hij ontwierp prijsvragen, die hij ook hielp beoordelen. In 1818 werd hij directeur van de landelijke organisatie van de Hollandsche Huishoudelijke Maatschappij, een vereniging die ten doel had de economische positie van het land te verbeteren. Zijn brede interesse bleek uit de inleiding die hij voor het Haarlemse departement van deze vereniging hield over de mogelijkheid van teelt van gewassen en van varkenshouderijen in het duingebied. Hij was ook beoordelaar bij een Haarlemse tentoonstelling van bijzondere gewassen en planten en deed daarnaast zelf proeven met een nieuwe grassoort. Adviseur Het bloed kroop waar het niet gaan kon. Toen Gogel in de jaren 1816-1820 gevraagd werd om adviezen over de belastingen, ging hij daarmee weer enthousiast aan de slag. Vooral vanaf 1819 slokte dat een groot deel van zijn tijd op. Er was een politieke crisis ontstaan doordat het parlement de tienjarige begroting verworpen had. De koning beloofde een herziening van het belastingstelsel en Gogel, nog steeds gezien als dé financiële expert, werd daarbij betrokken. Er was een staatscommissie ingesteld, maar Willem I organiseerde achter deze commissie om een schaduwcircuit. In 1820 vroeg de koning aan Gogel, in een urenlang gesprek dat tot middernacht duurde, om zelf een belastingplan op papier te zetten. Verschillende malen bezochten leden van het ‘schaduwcircuit’ Gogel in Overveen om de voortgang te bespreken. De uiteindelijke conceptwet bevatte veel elementen van Gogels voorstel. Toch liet Gogel niet na om het wetsvoorstel fel te bekritiseren. Ondanks deze kritiek wilde koning Willem Gogels inbreng belonen. Hij werd benoemd tot buitengewoon Staatsraad en Commandeur in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Het eerdere verzoek om minister van financiën te worden had hij naast zich neergelegd. Al zijn nota’s en brieven uit die tijd heeft Gogel opgenomen in zijn Memoriën en Correspondentiën betrekkelijk de staat van 's Rijks geldmiddelen in den jare 1820, die later door zijn zoon werden uitgegeven. Het leven in Overveen Gogel was heel tevreden over zijn woonplaats: ‘Ze is aangenaam en een half uur van Haarlem, in de afhang der duinen gelegen’ ‘buiten het gewoel’ men krijgt de ‘rust waarnaar men verlangt’ Ook later, toen er druk op hem uitgeoefend werd om een grotere rol te gaan spelen in Den Haag, gaf hij aan dat hij zijn bedrijf en woonplaats niet wilde verlaten, ook al bleef de omzet van zijn bedrijf nog steeds achter bij de verwachtingen. Hij was gehecht geraakt aan het leven als gewoon burger en aan bijvoorbeeld ritjes met zijn kiereboe Medaille van de Nijverheidstentoonstelling in Gent 1820. Gogel ontving een gouden exemplaar.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2023 | | pagina 5