www.onsbloemendaal.nl
nr. 2 zomer 2023
15
et Nationale Park de
Kennemerduinen
In 1951 werden de Duitse bunkers
die deel hadden uitgemaakt
van Batterie Langerak, voor
250 gulden eigendom van de
Stichting het Nationale Park de Kennemerduinen.
Enkele bunkers werden verbouwd om te worden
gebruikt als champignonkwekerij en als onderkomen
voor stagiaires van de Landbouwhogeschool
Wageningen. ’s Zomers bleven deze bunkers
ongebruikt, en dat bracht de stichting tot het
besluit om ze aan vakantiegangers te verhuren.
Met het oog op de grote woningnood wilde men
voorkomen dat mensen zich er permanent zouden
vestigen, dus huurders moesten een woning en
vestigingsvergunning in een gemeente in Nederland
hebben. De verhuurperiode was maximaal twee
weken. Voor metselaar Henk van Balen werd echter
een uitzondering gemaakt. Hij en zijn vriendin Wil
Overkleeft mochten een van de bunkers permanent
bewonen. In ruil hiervoor verbouwde Henk de
bunkers en hielden hij en Wil toezicht. Zij hebben
daar tot eind 1954 gewoond. In totaal maakte Henk
achttien bunkers geschikt voor bewoning.
Het bunkerdorp
De naar vogels vernoemde bunkers waren gelegen
rondom een kleine vallei, het ‘Schuitegat’ voor de
vakantiegangers beter bekend als ‘de kuil’ waar
menig potje volleybal gespeeld werd. Afhankelijk
van de grootte van de bunkers konden er twee
tot zes personen verblijven. Drie naar meeuwen
genoemde geschutsbunkers op de eerste duinenrij,
met uitzicht op zee, boden plaats aan zes personen.
In de nissen waarin oorspronkelijk munitieliften
zaten, stonden stapelbedden. Grote bunkers
werden gesplitst. Ze waren allemaal uitgerust
met stapel- en opklapbedden, tafels en stoelen
en een plank met een tweepits kookplaatje. Alle
andere benodigdheden moesten van huis worden
meegenomen, zoals beddengoed en overige
kampeerspullen. Een gaskousje zorgde voor de
verlichting. Er was geen elektriciteit, water kwam uit
een pomp in het ‘dorp’ en de gemeenschappelijke
wc was bovenop een van de bomvrije waterbunkers
gebouwd; dit was eigenlijk niet meer dan een
houten huisje met een betegelde zitplaats met een
gat erin, waarvoor elk huisje een ‘toiletbril’ had, een
balkje dat je op de toiletpot kon leggen. Het strand
was te bereiken via een tunnel, een voormalige
overdekte loopgraaf naar een van de Tobruks (zie
p. 19). Deze veertig meter lange tunnel werd in
1954 ontdekt, uitgegraven en opengesteld voor
de vakantiegangers, die hierdoor niet meer de
Strikte regels
Het was beschermd natuurgebied, dus men
diende op de paden te blijven en na sluitingstijd
waren wandelingen niet toegestaan; huisdieren
evenmin. Schuitegat was slechts toegankelijk voor
huurders van de bunkers. Bezoekers dienden vóór
sluitingstijd uit het park te vertrekken, tenzij ze een
logeervergunning hadden aangevraagd. Alleen
bij aankomst en vertrek mocht je met de auto het
terrein oprijden om je hebben en houden uit te
laden. De rest van de vakantie kon hij geparkeerd
worden bij Parnassia. Camping de Lakens verzorgde
dagelijks een brengservice voor de boodschappen.
Het was iedere dag belangrijk om op tijd je lijstje
voor de volgende dag door te geven, anders
moest je zelf helemaal naar de Lakens fietsen voor
je boodschappen. Eventuele post moest wel zelf
gehaald worden, bij de ingang van de camping.
twintig meter hoge duintop hoefden te beklimmen.
Sindsdien mochten ze uitsluitend via de tunnel het
strand betreden.
Natuurliefhebbers
Er was plaats voor iets meer dan honderd
gezinnen, terwijl er jaarlijks ruim tweehonderd
inschrijvingen waren. Sommigen kwamen er als
kind al met hun ouders en gingen later met hun
eigen gezin. Het Schuitegat was een vakantieverblijf
voor natuurliefhebbers, die de primitieve
omstandigheden graag voor lief namen. De stilte
en de vrijheid in de ongerepte natuur maakten dat
meer dan goed. Zij waren wars van massatoerisme,
hoefden niet zo nodig op een overvolle camping
in Zuid-Frankrijk te zitten, en zaten ‘zeker niet
te wachten op georganiseerde kienavonden en
discoavondjes’. Ook de kinderen niet. Die gingen
strandjutten, forten bouwen, vuurtjes stoken,
maakten illegale bunkertochten. En hoe spannend
(en gevaarlijk) was het niet om een kogel of granaat
te vinden. Er was zelfs een keer een vlammenwerper
gevonden.
Natuurbescherming
In de jaren zeventig veranderden de normen die
de rijksoverheid hanteerde voor Nationale Parken:
er kwam een veel sterker accent te liggen op
natuurbescherming dan op verblijfsrecreatie. Mede
als gevolg daarvan besloot de Stichting het Nationale
Park de Kennemerduinen na het seizoen 1980 over te
gaan tot het sluiten van het bunkerdorp: ‘Men wilde
komen tot een vergroot nationaal park, waarin naast
de terreinen van de stichting ook de aangrenzende
terreinen van de vereniging tot behoud van
Natuurmonumenten zouden worden opgenomen.
H