Tideman was vaak kort aangebonden, ongenaakbaar, maar ook een
toegewijde vriend en een spreker van jewelste
www.onsbloemendaal.nl
nr. 2 zomer 2023
23
Herinneringen van Job Steynen
Bij Het Bloemendaalsch Weekblad bleef ook lang na
zijn afscheid als hoofdredacteur waardering voor
Tideman bestaan, ondanks zijn eigenaardigheden.
In 1931 verscheen bij zijn zestigste verjaardag een
lange lofrede over hem en een tweede volgde tien
jaar later bij zijn zeventigste verjaardag.
Op 12 september 1943 overleed Piet Tideman,
72 jaar oud, een jaar na zijn vrouw Anna. Op 15
september volgde de begrafenis op Westerveld,
uiteraard onder grote belangstelling. De laatste
jaren had hij veel in bed gelegen en aan een roman
over zijn leven geschreven die hij niet heeft kunnen
voltooien. In het Haerlem Jaarboek werd hij herdacht
door zijn kantoorgenote Mr. Elisabeth Scheltema-
Conradi, die zijn grote belezenheid en theologische
en filosofische kennis roemde.
te worden van de SDAP. Hij sympathiseerde vooral
met mensen die tegen de grote stroom in gingen.
Zo kwam hij ook bij de Haarlemse afdeling van
de debatingclub van de Bond van Revolutionair
Socialistische Intellectueelen en als advocaat trad hij
op in de geruchtmakende zaak van de anarchistische
dienstweigeraar Herman Groenendaal, die in juni
1921 werd gearresteerd en voor de Krijgsraad moest
verschijnen. In 1933 werd Tidemans naam genoemd
als mogelijk advocaat voor Marinus van der Lubbe
na de Rijksdagbrand, maar op aandringen van zijn
vrouw zag hij daarvan af.
Tideman bekommerde zich ook jarenlang om
het erfgoed van Bloemendaal in de vereniging
Bloemendaal’s Bloei, voorganger van Ons
Bloemendaal, die hem bij het 25-jarig bestaan van
de vereniging in 1931 tot erelid benoemde. Hij wist
veel van de geschiedenis van Bloemendaal. In 1932
schreef hij er in Help UZelf! een lang artikel over
en in april 1933 hield hij een causerie over ‘Oud
Bloemendaal’ in het Jeugdhuis aan de Donkerelaan.
Job Steynen noteerde enkele herinneringen aan
Tideman, die lang na Steynens dood in 1989 door
de Haarlemse antiquaar Lenie Peetoom werden
Literatuur
J. Römelingh, ‘De twee levens van Piet Tideman', in:
Haerlem Jaarboek 1978 (1979).
Job Steynen, Mensen die ik heb gekend. Herinneringen
(Lenie Peetoom Haarlem 1989)
Frans Oerlemans en Peter Janzen, ‘Het hele leven
is één groot onheil. Opkomst en afgang van Pieter
Tideman (1871-1943)', in: De Parelduiker (jrg.7, 2002).
Jan de Bruijn, 'Het boetekleed ontsiert de man niet'.
Abraham Kuyper en de Lintjesaffaire (1909-1910) (Bert
Bakker Amsterdam 2005)
Inge de Wilde, ‘Hier woonde Giza Ritschl (1869-1942)',
in: Ons Bloemendaal (winter 2018) 14-16
opgenomen in een boekje over Steynens Haarlemse
vrienden en bekenden. ‘Gemakkelijk was hij niet',
schreef Steynen, ‘hij was vaak kort aangebonden,
ongenaakbaar, maar ook een toegewijde vriend
en een spreker van jewelste' Bij de oprichting
van de Internationale School voor Wijsbegeerte
had Steynen hem ‘dagelijks meegemaakt en
bewonderd om zijn veelzijdigheid, zijn geestdrift,
zijn doorzettingskracht. Hij was de ziel van de
vergaderingen'. Steynen herinnerde er ook aan dat
Tideman hield van Luther en Verlaine, daarmee
refererend aan het veertiendaagse bezoek van
Verlaine in 1892 aan Nederland, waar Tideman
een van de gastheren was geweest. ‘Groter
tegenstelling dan tussen deze twee figuren kan
men zich toch moeilijk voorstellen', concludeerde
Steynen en daarmee gaf hij een goed beeld van de
tegenstrijdigheden in Tidemans persoonlijkheid.
Pieter Tideman junior
Tidemans zoon die aan een rolstoel was gekluisterd
woonde het grootste deel van zijn leven bij zijn
ouders. Hij werkte enige tijd op de redactie van
Het Bloemendaalsch Weekblad voor het plaatselijk
nieuws en had een kleine kantoorboekhandel
op verschillende locaties in Bloemendaal. Na het
overlijden van zijn ouders woonde hij enige tijd
op het Kerkplein 5. In 1955 overleed hij in een
verzorgingshuis op de Herenweg 126 in Heemstede.