www.onsbloemendaal.nl nr. 2 zomer 2023 7 Van de Noordkaap tot de Pyreneeën werd een 5200 kilometer lange gordel van beton aangelegd opgebouwd uit vele duizenden grote en kleine fortificaties Volksduitsers en Osttruppen Voor het Duitse opperbevel had de verdediging van de Nederlandse kust dus geen prioriteit, en dat kwam onder meer tot uitdrukking in de relatief geringe aanwezigheid van de Wehrmacht alhier: van de 54 Duitse divisies die in West- Europa gelegerd waren, lagen er maar vijf in Nederland, en daarbij was geen enkele met tanks uitgeruste Pantserdivisie. Ze waren maar zeer beperkt gemotoriseerd, en de manschappen blonken niet uit door optimale gevechtskracht. Onder hen waren veel ongeoefende heel jonge of juist wat overjarige soldaten, of eenheden die aan onze kalme kust mochten bijkomen van de verschrikkingen van het Russische front. In maart 1942 werd hier de 127ste Infanteriedivisie gelegerd, samengesteld uit ‘volksduitsers’ uit Polen. Onderling spraken ze Pools. Optimistische waarnemers leidden Achteraf kunnen we vaststellen, dat Nederland veel verschrikkelijk oorlogsleed en onvoorstelbare verwoestingen bespaard zijn gebleven; daar zou zelfs de ellende van de Hongerwinter waarschijnlijk niet tegenop hebben gewogen. Om het Wethouder Koolhoven-monument op 't kopje van Bloemendaal bouwde de Duitse weermacht een observatiepost van waaruit luchtdoelgegevens werden doorgegeven aan de commandopost onder In het duin aan de Koninginnenduinweg. Even goed werd tegelijkertijd veel werk verzet aan de Nederlandse sector van de Atlantikwall. De Duitsers verwachtten hier weliswaar geen invasie, maar ze wilden wel voorkomen dat de grote Nederlandse havens ooit in geallieerde handen zouden vallen. Van bijzonder belang was de Festung IJmuiden, ter bescherming van de sluizen, de haven en de Hoogovens, die ijverig staal voor de Wehrmacht produceerden. Een onderdeel van de vesting was een versterkte silo voor ‘Schnellboote’ daaruit af, dat de Duitsers zeker op hun laatste benen liepen als ze tot zulke troepen hun toevlucht moesten nemen. Nog meer opzien baarde later de komst van ‘Osttruppen’: een bont gezelschap van Armeniërs, Turkmenen, Georgiërs, Wolga-Tartaren en andere voormalige sovjet- militairen. Ze waren overgelopen naar de Duitsers, om lijfsbehoud of uit weerzin tegen het stalinisme, maar of ze bereid zouden zijn om te sneuvelen voor hun nieuwe meesters was ook voor die laatsten een open vraag. Dat gold ook voor een nog exotischer verband van Brits-Indiërs, die wel veel bekijks van Nederlandse meisjes trokken. van de Kriegsmarine. Deze lichte maar razendsnelle schepen vormden met hun mijnen en torpedo’s een ernstige bedreiging voor geallieerde oorlogsbodems. Tegen het einde van de oorlog opereerden vanuit IJmuiden ook miniatuur-onderzeeboten, de Seehunde, zoals de meeste van Hitlers wonderwapens met gering succes. Bunkerbouwers Vanaf het voorjaar van 1942 was een groeiend leger van Nederlandse arbeiders in de duinen aan het werk, op het hoogtepunt zo’n 48.000 man. De Organisation Todt liet het werk uitvoeren door Nederlandse bouwbedrijven, die zich vaak weer bedienden van onderaannemers. Deze ‘bunkerbouwers’ stonden (en staan nog steeds) in een kwaad daglicht. Fraude en corruptie waren endemisch, en werken voor de vijand was natuurlijk sowieso uit den boze. Dat verwijt trof ook de arbeiders, aangelokt door de hoge lonen, en door de vrijstelling voor de Arbeitseinsatz, de gedwongen arbeid in Duitsland. De animo werd wat minder toen in de zomer van 1943 een groot contingent bunkerbouwvakkers

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2023 | | pagina 7