Jac. van Kempen,
De Bloemendaalse Nachtegaal
www.onsbloemendaal.nl
nr. 3 najaar 2023
27
Marie-Christine Marres
In oktober 1940 werd in het toenmalige Wildhoefplantsoen - nu de Van
Valckenburchlaan - een bank onthuld, ‘ter herinnering aan den zanger
Jac. van Kempen 1875-1939’. Aanwezig waren vrienden, oud-leerlingen
en bewonderaars. Alleen niet-politieke samenkomsten waren toen nog
toegestaan, dus de gemeente moest toestemming verlenen voor deze
onthulling. De bank staat er nog, doch weinigen zullen nog weten wie Jac.
van Kempen was. Een portret.
Jac. van Kempenbank aan de van Valckenburghlaan in Bloemendaal met daarop de tekst: 'ter herinnering aan den zanger Jac. van
Kempen 1875-1939' (Theo Kuiper)
Jacques van Kempen (15 oktober 1875 - 7 augustus 1939) uit: Help uzelf,
jaarboekje en adresboek voor de gemeente Bloemendaal 1927
rote buitenlandse carrière
Jacques van Kempen werd op
15 oktober 1875 geboren in
Zierikzee. Op zeventienjarige
leeftijd werd hij lid van een
plaatselijke zangvereniging, waar
zijn bijzondere tenorgeluid direct
opviel; op zijn negentiende zong
hij al een tenorsolo in Psalm 95 van Mendelssohn.
Hij ging studeren aan het Conservatorium te
Amsterdam onder Cornélie van Zanten, en
behaalde in 1903 het diploma concertzanger
en leraar. Vervolgens vertrok hij naar Berlijn en
studeerde ook daar nog twee jaar onder Van
Zanten. ‘In het tweede jaar van mijn verblijf aldaar
werd ik reeds uitgenodigd de soli in Bachs Mattheus
Passie te vervullen. Ik behaalde daar zoveel succes
mee dat ik binnen een tijdsverloop van twee jaar
deze partij nog zesmaal zong.’ Dat was het begin
van een grote carrière in Duitsland, Hongarije
en Bohemen, waar hij in particuliere salons een
geziene gast was. Van Kempen ‘hield van dien
typische vooroorlogse sfeer in die merkwaardige
gesoigneerde aristocratische kringen’ Hij werd
uitgenodigd in Praag door de vorsten Zu Colloredo
Mannsfeld om op hun schitterende kasteel op te
treden bij hun jaarlijkse jachtfeesten. Overal waren
de kritieken lovend, ook al hadden sommigen
wat moeite om hem te plaatsen: ‘Een van de
bladen wijdde een uitvoerige beschrijving van
mijn kleeding en aan mijn uiterlijk, omdat deze
zoon van Nederland zoals men schreef, er geheel
als een Fransman uitzag. De Hongaren hadden
namelijk verwacht dat ik in nationaal kostuum als
Volendammer ten tonele zou verschijnen’
Een dandy in Bloemendaal
Jac. van Kempen woonde jarenlang in Bloemendaal,
op onder meer op de Genestetweg, verschillende
adressen op de Bloemendaalseweg en op de Verlengde
Koepellaan. Hij was een keurig gesoigneerde heer - een
dandy volgens sommigen - die met zijn zwarte snor
en vilthoed door Haarlem en Bloemendaal flaneerde.
Onder collega’s en vrienden stond hij bekend als
een gulle kameraad en joviale vrolijke man. ‘In zijn
kraakheldere vrijgezellenkamer in Bloemendaal was
het gezellig toeven maar daar was als voorwaarde
aan verbonden dat er niet zou worden gerookt. Hij
heeft wel eens een kistje sigaren laten bezorgen als
soelaas voor het ontbeerde rookgenot tijdens een zeer
geslaagd samenzijn bij hem aan huis’
Zangpedagoog in Nederland
In 1913 stond Van Kempen op het punt om ook de
Londense en Parijse podia te bestormen, maar in plaats
daarvan zong hij in 1914 en 1915 ‘op de Hollandse
forten’ Omdat hij door de oorlog noodgedwongen in
Nederland verbleef, begon Van Kempen met het geven
van zangles, waar hij veel plezier in had. Hij was een
goede pedagoog en zijn almaar groeiende ‘kring van
leerlingen’ was de reden waarom hij na de oorlog geen
internationale carrière meer ambieerde: ‘Vanaf die tijd
ben ik onafgebroken in Holland gevestigd geweest, al
treed ik nog enige malen in het buitenland op’ Wat
zijn eigen optredens betreft was er in Nederland meer
voor hem te doen dan hij doorgaans kon aanvaarden.
Hij werd de oratorium zanger bij uitstek. Naar eigen
zeggen heeft hij ‘ze bijna alle, althans de voornaamste
gezongen’. Daarnaast zong hij koorwerken en liederen
met orkestbegeleiding, en bij hoge uitzondering een
operarol.
G